Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
3 b. Conclusies van de coördinatiecommissie dd. 12 februari 1985.
Van Eekelen wil het door de Commissie voorgestelde pakket overeind houden om de toetredingsonderhandelingen af te kunnen ronden. Braks vindt het verkeerd om gelet op het Nederlandse belang ter wille van het afronden van de toetredingsonderhandelingen met elk commissievoorstel akkoord te gaan.Van Eekelen vindt het door Braks geschilderde kaasbelang van een lagere orde dan de gehele integratie van Spanje in de gemeenschap. Hij is het wel eens met de geuite zorg en zal nauw contact onderhouden met Braks. Ruding wijst erop dat dit maal, anders dan bij de Griekse toetreding, ook rekening moet worden gehouden met de budgettaire gevolgen. Ruding wijst op het tekort op de Europese begroting dat grotendeels wordt veroorzaakt door de landbouwuitgaven. Door de lidstaten zal er constant druk op hun bewindspersonen voor landbouw moeten worden uitgeoefend om stringente afspraken te maken. De raad tekent aan dat zowel bij de problematiek van de toetreding van Spanje en Portugal als die van de eigen middelen van de EG de bewindslieden van Buitenlandse Zaken nauw contact zullen houden met de meestbetrokken bewindslieden.