NAG AB1 invnr. 2 Lit. A p. I-III (afwijkende datum 1691 mei 20).
HaNA 1.05.05 invnr. 219 p. 1-4 1681-05-20 Instructie b0001 Berbice Amerindians Slaves Women Company servants Law and order Religion, Protestant Legislation for slaves Berbice Pere, A. van Vlissingen Instructie betreffende relaties met zwarte of Amerindiaanse vrouwen voor allen die in dienst zijn van Abraham van Pere. Instruction for all those in the service of Abraham van Pere regarding relations with black or Amerindian women.
Instructie ende articulen voor alle degeene die in dienst zijn van d'Edele Heeren Patroonen der rivier en colonie Berbice, soo officieren, soldaten als coloniers Haar Edele dienende in de riviere voorszegd, onder de commissie van Haar Hoog Mogende de Heeren Staten-Generaal der Vereenigde Nederlanden en onder Sijn Koninglijcke Hoogheyd den Heere Prince van Orangie.
Wij Abraham van Pere, Patroone van onse colonie en riviere Berbice met haare districtie, appentsdentie en dependentie van dien.
Allen degenen die desen sullen sien ofte hooren leesen salut;
alzoo ons is ter hooren gekoomen dat sommige van onse onderdaanen en inwoonders sig soo verre vergeeten, dat zij teegen alle christelijke pligt ende vilipende van goddelijcke ende wereltlijke wette haar koomen te vermengen ende bouleeren met indiaense en swarte vrouwe persoonen ofte slavinne, maar daarenbooven tot bedekkinge van haare schandelijke bedrijven weeten aan te raade en te verleyde tot het ombrenge ofte doen verlooren gaan van die uyt soo goddeloosen hoerije ende onkuysheyd of bereyd was ofte nog stond gebooren te werde, en bij gevolgen de gepleegde zonde met nogh een groovere komen te vermeerderen; alles streckende tot verachtinge van Gods heylige naam, versmaadinge van de christelijke gereformeerde godsdienst en bijsondere ergernisse van een heydense natie die door de godtvrughtige exempelen den christenen uyt de duysternissen van het rijcke der duyvels en sondigh leeven tot het licht des heyligen evangeliums en de godelijke wandel behoorde te werden gewonnen ende overgebragt, tot bijsondere droefheyd van alle vroomen en bijsonder den aldaar arbeyder om het konincrijke onse groote Godt en Saaligmaaker Jesu Christi uyt te bijde.
Soo is 't dat wij omme daarinne van andere voorvalle van die natuur te voorsien, hebben geordonneert en gestatueert, gelijk wij ordonneeren en statueeren mits deesen op de pant en gebreucken daarin vermelt het naarvolgende:
1. Soo imant van onse voorschreeve ingeseten ofte onderdaanen van wat conditie hij sij, niemant uytgesondert, werde in eenige hoererije ofte onbehoorde onkuysheyd met eenigh indiaanse slavinne ofte negerinne bevonde, ofte met valliabele getuygenisse soude kenne werden beweesen daar meede te hebbe gebouleert, zullende voor de eerst maal daarover werden gemulcteert met de confiscatie van drie maande gagie, voor de tweede maal met ses maande en voor de derde maal met al het geene hij soude te goed hebbe, alles te gebuuren ten profijte een vierendeel voor den aanbrenger en drie vierendeel voor ons; en sal boovendien door de Heer Commandeur als inhabit ende inwooninge van ons Colonie onweerdigh met het eerste schip die afgaan sal werd terugh gesonde.
2. Ende oft het quaem te gebeuren dat imandt naar voorsegde gedaane delict eenige neegerinne hadde beswangert ende uyt onse Colonie wilde repatrieeren, soo sal denselven voor sijn vertrek voor de onderhoudinge van het kind dat daaruyt is ofte soude moogen gebooren werde, soodaanige penninge uyt sijn te goed hebbende gagie verbinde als onse Commandeur sal oordeelen daar toe werde gerequireert.
3. Ende oft buyten onse verwagtinge imandt soo verre sigh vergaet om met eenige redenen ofte middele direct ofte indirect eenige slavinne kwame aan te raaden ofte beweegen in eenigerleye manniere, jaa dat die uyt haar eygen beweeginge aan haar selven eenigh ofte wel aan haar vrugte de doodt soude kommen aan te doen, dat sodaanige swaarte in het laaste [geval] daar over met de dood sal werde gestraft en voorsegde den geboulleerde naar exigentie van saaken en booven alle sonder con[ni]ventie schuldigh te betaalen de waarde van soodaanige gestrafte slavinne aan ons vergoede, mitsgaaders de verminckheyd in het andere geval naar het segge en ter discretie van onse Commandeur te verbeeteren, gelijk wij meede verstaan dat soo imandt van de voorsegde slavinnen in de craam ofte baaren quaamen te sterve, die schaade insgelijks sal werde goed gedaan door diegeen welke deselve op voorsegde onbehoorlijke manier mogte hebben beswangert.
Belasten en beveelen onse Commandeur dese onse placaet overal daar sulkx noodigh te doen afpubliceeren ende affigeeren.
Abraham van Pere Nationaal Archief