Notulen van de vergaderingen der Staten van Holland 1620-1640 door N. Stellingwerff en S. Schot

 
English | Nederlands

Aantekeningen op 7 maart 1640

ZITTING O

Staten van Holland en Westfriesland, Zitting van 28 februari tot 5 april 1640

Woensdag 7 maart 1640 voornoen

41. Is geprocedeert tot nominatie van de twee vacerende compagniën ruyters ende van de vijff vacerende compagniën te voet ende zijn totte vacerende compagniën te paerde bij meerderheyt van stemmen genomineert: joncker Arent van Wassenaer soon van den heer van Duyvenvoorde met 18 stemmen, graeff Heyndrick van Nassau met 18 stemmen, den heer van Franckenburch met 17 stemmen, den heer van Hooghwoude met 14 stemmen, den capiteyn Van der Does met elff stemmen ende joncker Treslongh met 10 stemmen.

42. Totte vacerende compagniën te voet sijn bij meerderheyt van stemmen genomineert: joncker Frederijck van Nassauw bastertsoon van den prins met 17 stemmen, den lieutenant Steeven van Beeck met 13 stemmen, capiteyn Beaumont met 18, den lieutenant Van der Laen met 14, den lieutenant Mirop de soon van den reeckenmeester met 18, den vendrich Volbergen met 14, den lieutenant Alewijn met 15 stemmen, den vendrich Mario met 12, den vendrich Paffenroode met 18, den vendrich Nyeupoort met 19, den lieutenant Bovetius met 17, Pallotti caemerbewaerder van Zijn Hoogheyt met 14, den vendrich Panhuysen met 15, den vendrich Mirop met 15 ende den lieutenant Van IJlen bij resumptie met elff stemmen.

Ende is voorts verstaen dat deese personen Sijn Hoogheyt aengeschreeven ende bekent gemaeckt sullen werden omme uytte zelve de electie nae gewoonte te mogen doen.

Woensdag 7 maart 1640 nanoen

43. Op ’t geproponeerde van den heer van Noordwijck van de naerder instantiën die aldaer werden ghedaen omme in ’t stuck van de munte tegens het steygeren van de gouden spetiën naerder voorsieninghe te doen, daertoe de provintiën inclinatiën thonen ende de generaels van de Munte seer groote instantiën op doen, is nae deliberatie verstaen ende geresolveert dat vanweegen deese provintie zal mogen werden toegestaen de renovatie van ’t placcaet van tolerantie ende dat alle comptabilen den eedt daerop sullen moeten doen, mits dat bij alle provinciën sulcx eenparichlijck worde geampletteert.

44. Is uytte Generaliteyt ingebracht het antwoordt van de heeren van Zeelandt op ’t last- ende veijlghelt ter Generaliteyt ingebracht, verclaerende daertoe gereedt te sijn mits alvooren 2 saecken vastgestelt werdende: te weeten datte gemonteerde scheepen tegens de ongemonteerde sullen werden geëgualeert, ende ten 2en dat uyttet provenu van’tzelve middel de heeren van Zeelandt ¼ off 1/5 part jaerlijcx sal moeten werden uytgekeert. Waerop gedelibereert zijnde, is verstaen dat voorige deputeerden deese saecke eens naerder sullen examineren ende rememoreren het antwoort bij de gedeputeerden van deese provintie de gedeputeerden van Zeelandt gegeeven omme ’tzelve alsdan ter Generaliteyt voorgedraegen ende de consideratiën van de heeren van Zelandt naerder op gehoort ende naemaels van gerapporteert te werden.

45. Die van Amsterdam proponeerden effter van haer principalen die de Deensche exactiën ten hoochsten becommeren, aengeschreeven te sijn omme te procureren nae haer beste vermogen dat een verbot bij placcaet moght werden gedaen dat geen scheepen voor ultima may op Oosten off Noorweegen souden mogen vaeren omme te verhoeden datten coningh geen vorder gelt noch thollen in handen worde gestelt, nochte oock eenigh volck dat hij meest van doen heefft; dan verscheyden leeden hierinne swaerhooffdigh sijnde so om den haringh die voort moet ende nyet opgehouden can werden als om de ossen die men nyet missen can, is goedtgevonden deese zaecke te stellen in handen van de vorige gedeputeerden op Deensche saecken omme bij dezelve meede naerder geëxamineert ende van gerapporteert te werden.

46. Sijn voorts de leeden aenghemaent om haer tegens de naeste weecke bequaem te maecken ende gereedt te willen zijn tottet vergheeven van de vacerende raedtsheersampten in beyde Hoven ende meede, is ’t doenlijcken, totte vacerende president- ende griffiersampten ende voordere vacerende diensten.