Verzekeringsfondsen

 
English | Nederlands

Zaandam

Naam Zaandam
Provincie Zuid-Holland
Tekst

Het is onduidelijk welke bussen wanneer worden opgeheven. Een begrafenisbus komt al in 1828 niet meer in de statistiek voor. Er is vanuit gegaan, dat dit het Begrafenisfonds betrof. Volgens de statistiek kwam er in 1837 een nieuw fonds bij. Vervolgens blijft het aantal fondsen tot 1861 10. Bij de statistiek over 1853 wordt opgemerkt, dat te Amsterdam een bus ten onrechte is opgegeven, omdat deze zijn hoofdzetel in Zaandam had en daar de verlangde opgaven verstrekte. Uit de Amsterdamse gegevens blijkt, dat het om een maatschappij `Uit Voorzorg' ging dat volgens een advertentie in 1846 was opgericht. Aangenomen is dat die oprichting de Amsterdamse afdeling betrof. Het fonds bestond al langer en is waarschijnlijk het in 1837 opgegeven fonds. In 1861 een bus opgeheven, die echter al in 1860 niet meer gewerkt had, voorts een in 1866; 1872 en 1873 zonder dat duidelijk is om welke fondsen het gaat. Daarom is, tenzij het tegendeel bewezen is, steeds 1860 als laatste vermelding genomen. In 1879 wordt meegedeeld, dat de ziekenbus is opgeheven. In combinatie met de Amsterdamse gegevens kan worden geconcludeerd, dat het om `Uit Voorzorg' ging. Geen van de Zaanse fondsen wordt in laat negentiende-eeuwse bron nog genoemd. In 1878 bestonden er in Zaandam nog 6 fondsen, in 1879 nog 4. Vrijwel alle Zaandamse bussen bepaalden, dat bij opname in een Godshuis de rechten vervielen. Het vertrek naar zee werd daarentegen niet zoals elders veelal het geval was gevolgd door royement: men kon lid blijven. (Lootsma, `Doodenbossen’)
Leden volgens Armverslag: 1829 1084; 1833 1138; 1835 1209; 1852 3024; 1855 2779; 1860 2868.