Begrafenisbus 'Tot steun der overblijvende'
Gegegevens |
|||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Begrafenisbus 'Tot steun der overblijvende' | ||||||||||||||||||
Plaats | Purmerend | ||||||||||||||||||
Provincie | Noord-Holland | ||||||||||||||||||
Aard | onderling | ||||||||||||||||||
Datum | 1784-1901 (laatste vermelding) | ||||||||||||||||||
Jaar van oprichting | 1784 | ||||||||||||||||||
Laatste vermelding | 1901 | ||||||||||||||||||
Bestaansduur | > 50 jaar | ||||||||||||||||||
Begrafenisgeld | ja | ||||||||||||||||||
Leden |
|
||||||||||||||||||
Tekst | Begrafenisbus `Tot steun der overblijvende'. 1784- Reglement opgericht 15 dec. 1784; reglement ook in bibliotheek archief NH. Bestuur: vaste directeuren. Werkingsgebied: Purmerend en Ilpendam. Voorziening: begrafenisgeld afhankelijk van het aantal deelnemers, dat op 210 gesteld was, maximaal ƒ60; toevoeging dat de directeur het aantal deelnemers mag uitbreiden, waardoor het maximum op ƒ80 kan komen. ±1892 (volgens reglement 1883) 9 ouderdomsklassen, zowel contributie per lijk als per week. Leden: 1827 306; 1829 229; 1833 193; 1835 184; 1837 193; 1852 167; 1855 240; 1860 486; ±1890 500-1000. Contributie: naar (10) leeftijdsklassen 15-62½ cent per sterfgeval. Bijzonderheden: in 1875 werd via de Purmerender Courant de aankoop van een obligatie Amsterdam aangekondigd. Dit betekent dat er een vaste contributie was, onbekend sinds wanneer. 2. In 1899 discussie over het verwerven van rechtspersoonlijkheid. In een ingezonden stuk in Schuitemakers Purmerender Courant 1899 wordt gesuggereerd dat dit door de kwestie rond de ziekenbus (1224) actueel was geworden. Positief is dat het geld nu bij de Nederlandse Bank staat. Bronnen: Armverslag 1827; S. 260; Begrafenisrapport Nut, 277; Fondsenenquête, 112; departementale lijst. |