Verzekeringsfondsen

 
English | Nederlands

Bos 'De standvastige eendragt voor mannen'

Gegegevens

Naam Bos 'De standvastige eendragt voor mannen'
Plaats Amsterdam
Provincie Noord-Holland
Aard onderling
Datum 1775-1875 (laatste vermelding)
Jaar van oprichting 1775
Laatste vermelding 1875
Bestaansduur > 50 jaar
Ziekengeld ja
Ziektekosten ja
Begrafenisgeld ja
Leden
Jaar Aantal
1827 77
1842 107
1850 80
1851 80
1854 80
1863 80
Tekst

Bos `De standvastige eendragt voor mannen'. 1775-

Oprichting: 20 jan. 1775; reglement verbeterd en hernieuwd 23 dec. 1827.

Opname in de statistiek: In de oorspronkelijke opgave wordt slechts 1 bus van deze naam gegeven. Bij de inlevering van de statistiek over 1827 werd meegedeeld, dat op 14 okt. 1827 de bus gesepareerd was in een trekkend en een niet trekkend deel. Noch de mannen noch de vrouwenbus konden bij het opmaken van de opgave over 1828 worden teruggevonden, hoewel bij de opgave voor de statistiek over 1827 was gemeld, waar de bos vergaderde en later in ieder geval het geneeskundig toevoorzigt wel weer gegevens over deze bus verkreeg. De bus kwam nog voor in de lijst uit 1863 gepubliceerd door AZA, zij het met hetzelfde ledental als in 1851 en 1854. De bus werd vanaf 1852 steeds aangeschreven, maar verstrekte nooit opgave.

Registratie en mogelijke opheffing: in 1853 (GAA, lijst) was de apotheker Meulman; directie en vergaderplaats: Bont en Schreuder in de Leliestr. Op de aanschrijflijst 1856 werd J. Berman, volgens de AZA lijst de apotheker van dit fonds, voor inlichtingen aangeschreven. Uit de gegevens blijkt echter, dat het om het andere fonds moet gaan. In 1858 werd H.H. Uloth, eveneens een apotheker om informatie aangeschreven. In 1863 kwam de bus niet meer in de aanschrijflijst voor, maar het Algemeen Handelsblad 26 januari 1875 bericht dat het 100-jarig bestaan feestelijk werd gevierd.

Aard: onderling.

Voorzieningen: geneeskundige hulp; ziekengeld ƒ3,50; reglement stelt, dat de vrouwen en weduwen meeverzekerd zijn, maar niet voor ziekengeld; begrafenisgeld afhankelijk van de duur van het lidmaatschap ƒ30-60. 1842 id., begrafenisgeld ƒ30-50.

Leden: reglementair maximum 200; 1827 153; na de separatie 77; 1842 107; mrt. 1850 80; 1851 80; 1854 80.

Bijzonderheden: Het reglement uit 1827 opende de mogelijkheid de kas zonodig te verdelen in een zieken- en een begrafeniskas. De kastelein moest een borg stellen. De leden moesten afzonderlijk een bijdrage in de kamerhuur betalen.

Bestuur: 1842 Bont, hoek Brouwersgr. en voor de vrouwenafdeling adres in de Haringss. bij de zeilmaker Meijer en zoon. 1850 J.H. Meijer en H. Bont; 1853 Bont en Schreuder.

Vergaderplaats: in 1828 hielden zij vergadering in de Bruijnvis in de Oude Brugsteeg. 1842 id.; 1853 in de Leliestraat. Adres 1855 doorgestreept en vervangen door D.M. Brandts, Zeedijk kk 335, een apotheker.

Bronnen: Armverslag 1827; GAA; Calisch, 2.