Verzekeringsfondsen

 
English | Nederlands

'Zorgt in den tijd'

Gegegevens

Naam 'Zorgt in den tijd'
Plaats Leiden
Provincie Zuid-Holland
Aard onderling
Datum 1781-1936 (fusie)
Jaar van oprichting 1781
Bestaansduur > 50 jaar
Fusiedatum 1936
Fusieresultaat De Nederlanden NV
Splitsingsdatum 1922
Resultaat van splitsing begrafenisdeel opgegaan in Groot Noord Hollandse (1226)
Ziekengeld ja
Ziektekosten ja
Begrafenisgeld ja
Leden
Jaar Aantal
1827 960
1892 1119
1895 1104
1900 1200
Tekst

`Zorgt in den tijd'. 1781-1922 begrafenisverzekering opgegaan in Groot Noord Hollandsche*; ziekenfonds in 1936 opgegaan in De Nederlanden.

`Wilt ge eens volmaakt van druk en zorgen zijn bevrijd, Volgt dan de spreuk van 't Fonds, en zorgt dus in den tijd'.

Opgericht: 19-11-1781 goedgekeurd (stadsarchief inv. 136, F. 395); reglement 1840, 14 juli 1825 gewijzigd.

Splitsing: 1914 ziekenfonds- en begrafenisfonds gescheiden. Begrafenisdeel 14-12-1922 bij notaris D. Walig te Zaandijk overgedragen (Leids Dagblad 15-12-1922).

Opheffing: zie S. 255. Ziekenfonds bleef bestaan, volgens De Bruin, Zoekend naar Zekerheid, 75, is het in 1936 overgenomen door het Rotterdams Ziekenfonds. Dat is niet waarschijnlijk aangezien in een lijst van erkende ziekenfondsen in Leiden (Leids Dagblad 4-11-1941) naast het Rotterdams Ziekenfonds `De Nederlanden NV afd. Zorgt in den Tijd’ voorkomt. Volgens CBS 1936 (bij Amsterdam) waren De Nederlanden toen gevestigd in Rotterdam. In 1950 werd de Amsterdamse afdeling overgedragen. Wellicht is toen de afdeling Leiden naar het Rotterdams Ziekenfonds gegaan.

Doelgroep: alle Leidse inwoners, ongeacht religie: `Joden alleen uitgezonderd'. Die toevoeging ontbrak bij de oprichting. 1781 max. 1000 personen van 10-50 jaar.

Voorzieningen: reglement 1781: ziekengeld ƒ2,-, waarvoor extra contributie wordt geheven; vrij dokter; medicijnen; kraam uitgezonderd; begrafenisgeld ƒ36. Reglement 1840 arts, medicijnen; begrafenisgeld bij 250-400 leden ƒ20 en met groei ledental oplopend tot ƒ48 bij 1000 leden. ±1892 (volgens reglement 1888) arts, medicijnen, begrafenisgeld ƒ60; half lid ƒ30; kinderen ƒ6,-.

Leden: reglementair 1000 (mannen, vrouwen en kinderen); 1827 960; ±1890 1000-5000; GAL 1892 1119 leden, 184 halve leden, 386 kinderen jonger dan 12 jaar; 1895 resp. 1104, 198 en 600; ±1900 ±1200.

Contributie: 1781 1 stuiver door medische zorg en 1 duit haalloon; 5 cent bij sterfgeval; bij 1-3 zieken 1 duit, stijgt naar evenredigheid van het aantal zieken; 1827 9 cent voor dokter, chirurgijn en apotheker. Reglement 1840 bijdrage lijkegeld 5-10 cent.

Bezit: ±1889 ƒ12.116 in Nederlandse en gemeente schuld.

Bestuur: 1865 J.H. Midderhof; I. Doornik (fondsdir.); J. Duyveman (kleermaker); 1880: C. Colpa (ofwel goud- of zilversmid of melkverkoper); J.P. Heykoop (kantoorbediende) en H.E.H. Fortanier (fabrieksopzichter); Arnoldus van Rhijn was van 1911-1920 arts en bestuurslid van het fonds.

Bijzonderheden: reglement 1781 directeuren beslissen bij conflict, tenzij het onoplosbaar is, dan bemiddelen schepenen. Reglement 1840 B&W bemiddelen bij conflict; in ander artikel echter gesteld, dat rechtbank beslist als directeuren er niet uitkomen: directeuren uit de leden voor het leven benoemd.

Enquête 1845 geeft contributie 9 cent; begrafenisgeld ƒ20-48 afhankelijk van aantal leden. Directie krijgt 3,75%.

Bronnen: Armverslag 1827; S. 255, 19 nov. 1781-1922 opgegaan in Groot Noord Hollandsche*; Begrafenisrapport Nut, 201 en p. 71; Ziekenfondsrapport Nut, 320; Fondsenenquête, 315; NMG, 520; Departementale lijst; CBS 1936, geen opgaven. J. en A. de Bruin, Zoekend naar Zekerheid.