Verzekeringsfondsen

Gereformeerde Gulickerbeurs. 1709-

GAL: Oprichting door de stad goedgekeurd 12 nov. 1709. (stadsarchief, inv. 99, F. 42) reglement 1765, herdruk van 1727, wijziging 1732 en 1749; 1822; 1860. Enquête 1812 oprichting onbekend.

Opheffing: in het beurzenregister wordt slechts de opheffing gemeld. Volgens het armverslag ging in 1868 een fonds ten onder, waarschijnlijk of deze of het Derde Begrafenisfonds opgeheven.

Gezindheid: gereformeerd.

Voorzieningen: ziekengeld volgens reglement 1709 en 1765 ƒ2,50, tweede half jaar ƒ1,50; in reglement 1709 bepaald, dat wie langer dan 15 jaar lid was een ½ jaar extra kreeg, wie dan 65 jaar was had de rest van zijn leven recht op ƒ1,50. 1812 1e week 4Fr20, ½ jaar 5Fr25, erna 3Fr45 (totaal 1 jaar), begrafenis 42Fr. 1827 ziekengeld ƒ2,50; begrafenisgeld volgens reglement 1709 vrouw ƒ15, man ƒ20; reglement 1765 ƒ20; in 1827 ƒ29,50.

Leden reglementair maximum 60. 1790 89 (17); 1800 100 (15); 1810 110 (28); 1827 140 (33); 1830 139 (32); 1840 116 (37); 1850 113 (37).

Contributie: 10 cent. Als het onvoldoende blijkt moet men hogere contributie betalen, wat bij meerderheid van stemmen wordt vastgesteld. Bij sterfgeval 15 cent. 1812 11Fr42 en 2Fr41 entree.

Bezit: 1790 ƒ1306; 1800 ƒ1520; 1810 ƒ1517; 1820 ƒ1300; 1840 ƒ1969; 1850 ƒ2220.

Bijzonderheden: de kist werd op de baaihal bewaard. Hoofdlieden controleren eens per week, maar bij twijfel arts op kosten van de beurs (zie o.a. reglement 1709). Bij verandering van geloof vervalt het lidmaatschap.

Bronnen: Armverslag 1827; S. 102, 10 juli 1727- ; enquête 1812; GAL, Stadsarchief.