Verzekeringsfondsen

 
English | Nederlands

Bus departement Nut.

Gegegevens

Naam Bus departement Nut.
Plaats Zutphen
Provincie Gelderland
Aard nuts-fonds
Datum 1838-1947 (fusie)
Jaar van oprichting 1838
Bestaansduur > 50 jaar
Fusiedatum 1947
Fusieresultaat Anoz
Splitsingsdatum 1917
Resultaat van splitsing Begrafenisdeel over naar RVS
Ziekengeld ja
Ziektekosten ja
Begrafenisgeld ja
Leden
Jaar Aantal
1838 36
1839 36
1842 112
1845 144
1848 196
1850 218
1855 187
1860 261
1863 326
1865 414
1870 359
1880 494
1885 508
1890 685
1900 1605
1910 2344
1920 5262
1925 5612
1930 6671
1935 8009
1936 8011
1938 8923
1946 13863
Tekst

Bus departement Nut. 1838-1946 samengevoegd met ANOZ (6234) als rayon Zutphen.

Fusie: 1917 opgelost in RVS* (99021), althans het begrafenis deel.

Opgericht: april 1838 door departement Nut. Reglement 1864. Gemeente geeft subsidie van ƒ100.

Samenvoeging: het fonds verkreeg erkenning volgens het Ziekenfondsenbesluit. Volgens het Verslag van de ziekenfondsraad ging het per 1 jan. 1947 op in ANOZ te Utrecht. Toen ANOZ Zutphen fuseerde had het 13.863 verzekerden.

Opheffing: volgens S. in 1917 naar RVS, maar ziekenfonds blijft voortbestaan volgens CBS 1936.

Bus heeft donateurs.

Bestuur: aanvankelijk 4 heren en 2 leden; 1891 experiment met 3 werklieden in het bestuur, zal in reglement worden vastgelegd. Bestuur wil reservevorming en geen verdeling. Kassen niet gescheiden.

Voorziening: reglement 1864 arts; medicijnen; ziekengeld ƒ1,50 3 maanden, dan nog 3 maanden ƒ1,-; begrafenisgeld ƒ22; ±1892 (reglement 1892) idem; ziekengeld 3 maanden ƒ2,50, volgende 3 ƒ1,50; begrafenisgeld voor boven 18 jaar ƒ50, kinderen ƒ4-20; 1901 idem, alleen ziekengeld voor de eerste drie maanden ƒ2,-.

Leden: 1838 36; 1842 112; 1843 122; 1845 144; 1848 196; 1850 231; 1855 187; 1860 261; 1863 326; 1865 414; 1885 508; ±1890 500-1000; ±1894 idem; 1901 1605; 1920 5262; 1925 5612; 1926 5859; 1930 6671 (4474 volwassenen, 2197 kinderen); 1936 8011; 1938 8.923.

Leden volgens Gedenkboek: 1838 36; 1850 218; 1860 261; 1870 359; 1880 494; 1890 685; 1900 1605; 1910 2344; 1920 5262; 1925 5612; 1930 6671; 1935 8009; 1936 8011; 1938 8570.

NB: in enkele jaarboeken Nut worden niet alleen de leden, maar ook het aantal kinderen opgegeven: 1873/4 369 met 363 kinderen; 1874/5 360 en 380 kinderen; 1881/2 494 en 532 kinderen.; 1881/2 514 en 560 kinderen.

Bezoldiging: artsen ontvingen eerste jaren niets; 1840 ƒ1,25 per lid, wat spoedig als volgt werd verdeeld: heelmeester 2/5, beide artsen 3/5. 1891 ƒ1,50.

Contributie: 1870 mannen 7 cent; vrouwen 4 cent; 12-15 jaar 2 cent; 15-18 jaar 4 cent; 1891 echtpaar 10½ cent ieder, vrouw zonder kinderen 6½ cent; weduwe met kinderen 12½ cent

Bijzonderheden: 1. aanvankelijk alleen toegankelijk voor mannen/gezinshoofden; in jaren vijftig ook vrouwen en kinderen toegelaten. 2. Reglement 1864 geen uitkering bij verval aan de armenstaat, als van de armen begraven evenmin. 3. In 1870 werd de contributie verlaagd om meer leden van de arbeidende klasse te winnen en zo het stedelijk ziekenfonds te ontlasten. 4. In de jaren dertig van de twintigste eeuw was het fonds aangesloten bij de landelijke federatie.

Bezit: 1891 ƒ10.000; ±1900 ƒ13.000 belegd op het Grootboek.

Bronnen: Armverslag 1838; S. 433, 1837-1917 opgelost in RVS*; Begrafenisrapport Nut, 418; Ziekenfondsrapport Nut, 632, opgericht 1837; Verhoren, 9 en 595; Fondsenen­quête, 623, opgericht 1838; NMG-rapport, 20; departementale lijst; CBS, Ziekenfondsrapport, 1936; Centrale Bond van Ziekenfondsen 1913-1938; Gedenkboek ziekenfonds Zutphen, 1938. BiZa, 2023, 16 aug. 1871, 102; Het Ziekenfonds 1931, 6; Verslag Verzekeringskamer 1925 niet onder wet 1922.