Verzekeringsfondsen

Brouwers- en brandersknechtsbeurs. 1633-1818-

Reglement: 3 mei 1818, goedgekeurd door burgemeesteren 24 oct. 1818. Enquête 1812 stelt 1633 en gerestaureerd in 1795; V.d. Wiel, idem, 1659 in keurboeken; in 1796 opnieuw opgezet.

Opheffing: Schuddebeurs veronderstelt 1899, maar in het Jaarboekje 1898 kwam de bus al niet meer voor. Evenmin in de laat negentiende-eeuwse overzichten en de opgave van Financiën uit 1895. Volgens V.d. Wiel ging de bus ±1850 op in de bezemmakersbus, maar dat is onwaarschijnlijk, omdat de bus nog in het overzicht van Financiën over 1859 en het jaarboekje van 1860 voorkomt.

Doelgroep: brouwers- en brandersknechts en `alle andere mansleden'.

Voorzieningen: 1812 ziekengeld 5Fr25; Begrafenis 112Fr87; arts en medicijnen; 1827 ziekengeld ƒ3,- (26 weken); geneeskundige hulp, ook voor weduwen; begrafenisgeld, hier doodschuld geheten, ƒ70 en 12 dragers, gebruik van doodskleden.

Leden: 1812 150; 1826 285; 1827 285; 1830 285.

Contributie: 1812 16Fr38 en 63 cent entree; 1827 15 cent. Twee maal per jaar een extra contributie van 15 cent om de weduwen van leden gratis geneeskundige hulp te kunnen geven.

Bezit: 1770 ƒ600; 1812 ƒ700; 1859 ƒ5000 2½%.

Bijzonderheden: ziekengeld onder overlegging van doktersattest. Bij ongeneeslijke zieke bestaat de mogelijkheid tot uitkoop met ƒ40 ineens. Intredegeld naar leeftijd gedifferentieerd.

Bronnen: Armverslag 1827; S. 277, 1795-1899? Wellicht is S. 199 een voorganger; zie ook S. 29, 9 aug. 1659; Timmer, 175, vraagt zich af of de bos, waarvoor in 1796 nieuwe reglementen worden gegeven om het verval te keren, dezelfde is als die uit 1659*. Enquête 1812. Archiefgids Zuid-Holland, 1818; V.d. Wiel.