Verzekeringsfondsen

Vereeniging `Onderling hulpbetoon' odz. `Eendracht'. 1859-1920 opgeheven.

Opgericht: 14 maart 1859. In 1868 wendde F.N. Maas zich met zijn medebestuurders om goedkeuring en erkenning tot de overheid, die afwijzend beschikte. NA, Armwezen, Index 1868.

Opheffing: Volgens S, 652 in 1920 opgeheven, maar het archief van de vereniging loopt tot 1933.

Onderlinge; Doelgroep: alleen kleermakers.

Voorzieningen: ±1892 geeft iets ongunstiger uitkeringen dan CCS 1894 waar ziekengeld maximaal ƒ5,- (17 weken); begrafenisgeld ƒ50. Volgens de getuige in de Verhoren was de ziekengelduitkering in het begin ƒ2,50 en is het omdat het goed ging geleidelijk opgeklommen tot ƒ5,- (17 weken). Het begrafenisgeld is gestegen van ƒ40 naar ƒ50. Om zeker te zijn, dat het ook aan de begrafenis wordt besteed, verzorgt de vereniging de begrafenis voor ƒ21. Getuige, een 60-jarige koopman, noemt zichzelf `de ziel van de vereeniging'. Men volgt altijd zijn voorstel.

Contributie: 10 cent.

Leden: 1891 63; 1892 61.

Bezit: 1892 ƒ1000 NWS en ƒ300 in de spaarbank.

Bijzonderheden: vereniging heeft een vaandel (ƒ200 gekost). Zij hebben bij het feest tgv 40 jaar Koning Willem III meegelopen in de optocht. Zieken worden door commissarissen gecontroleerd. In al die 33 jaar is slechts 4 keer iemand op werken betrapt. Zij zijn naar de tentoonstelling in Amsterdam geweest. De vereniging geeft tevens snijders onderwijs.

Archief van de vereniging over 1884-1933 in Groene Hart Archieven.

Bronnen: S. 652, 15v, 29; CCS 1894, no. 201; Fondsenenquête, 382; Verhoren, 241 ev; Ziekenfondsrapport Nut, 173; Begrafenisrapport Nut, 119; departementale lijst.