Bilderbeek, Christina Wilhelmina van (1887-1979)

 
English | Nederlands

BILDERBEEK, Christina Wilhelmina van (geb. Amsterdam 23-9-1887 – gest. 1979), secretaresse van NSB-leider Mussert. Dochter van Bernardus van Bilderbeek (1849-1904), middenstander, en Wilhelmina Christina Tappe (1857-1929). Stien van Bilderbeek bleef ongehuwd.

Christina (Stien) van Bilderbeek werd geboren in Amsterdam als een-na-jongste van acht kinderen. Met haar zus en zes broers groeide ze op in een doopsgezind middenstandsgezin. Na de hbs en een handelsopleiding werkte ze vanaf 1905 als directiesecretaresse bij de Amsterdamsche Bank. Begin jaren twintig kreeg zij ontslag omdat bij haar tbc was vastgesteld. Ze vertrok naar een Zwitsers kuuroord en onderging een buikoperatie in het Duitse Bad Oeynhausen. Hier ontmoette ze J.W. Westerman, een oudere koopman die zich ontpopte als een vaderfiguur voor Stien. Omgekeerd zou zij voor hem zorgen tot aan zijn dood.

NSB

Rond 1921, terug in Nederland, begon Stien van Bilderbeek samen met Westerman een pension in Baarn. Het pension liep niet. Zo kwam ze in contact met Anton Mussert, die ook in Baarn woonde en administratieve ondersteuning voor een waterbouwkundig project zocht. In 1923 begon hun vertrouwensrelatie, die zou duren tot 1945 - met uitzondering van 1927 tot 1931, toen Mussert als hoofdingenieur alleen technisch personeel mocht aanstellen. Tijdens dit intermezzo deed Van Bilderbeek de administratie van de bekende hoogleraar in de plantenziekte Johanna Westerdijk. Toen Mussert in 1931 weer een beroep op haar deed in verband met de oprichting van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB), reageerde Van Bilderbeek enthousiast. Zonder spijt nam ze afscheid van Westerdijk, die niets wilde weten van Mussert. Na de oorlog sprak Stien van Bilderbeek over haar als een ‘man-vrouw zonder sociale gevoelens’, terwijl Mussert altijd goed voor haar was geweest en ‘alles deed voor volk en vaderland’ (gecit. Matthée, 55). Met stamboeknummer 27 was ze de eerste vrouw die toetrad tot de NSB.

Na te zijn hersteld van een nieuwe tbc-besmetting ging Stien van Bilderbeek in 1932 aan de slag als Musserts privé- en partijsecretaresse: ze behandelde zijn post, beheerde zijn agenda en archief, en typte stukken uit. Hoewel ze het volledige vertrouwen van Mussert genoot, bleef hij haar altijd aanspreken als (me)juffrouw Van Bilderbeek, in plaats van het onder NSB-leden gebruikelijke ‘kameraadske’. Haar bijzondere status als vertrouwelinge van Mussert en de vriendschap met zijn vrouw Rie Witlam wekten afgunst en afkeer onder leden van de partijtop. Afspraken met de leider en binnenkomende poststukken gingen via Van Bilderbeek, die het als opdracht zag om Mussert zoveel mogelijk uit de wind te houden.

Op de dag van de Duitse invasie, 10 mei 1940, werd Stien van Bilderbeek in Utrecht opgepakt –zoals veel NSB-leden bleef ze tot de capitulatie (15 mei) geïnterneerd. Het weerzien met Mussert, die vijf dagen ondergedoken had gezeten, noemde ze later ‘een van de mooiste ogenblikken van mijn leven’ (gecit. Matthée, 59). In Volk en Vaderland komt de naam van kameraadske Bilderbeek in de oorlogsjaren enkele malen voor omdat ze Mussert of zijn vrouw soms vergezelde bij officiële gelegenheden. Ook wordt ze in de krant van 8-8-1941 geprezen vanwege haar inzet bij de oprichting van Westerhelling, een tehuis voor NSB-kinderen bij Berg en Dal.

Van Bilderbeeks adoratie van Mussert was groter dan haar afkeer van zijn affaire met achternichtje Marietje Mijnlieff. Ze vond haar een egoïstisch meisje, maar ze accepteerde de relatie en verklaarde die later uit Musserts grote behoefte aan liefde. Ze hielp bij de geheimhouding, om daarmee imagoschade te voorkomen.  In september 1944, toen NSB’ers massaal op de vlucht sloegen vanwege de dreigende opmars van de geallieerden, bleef Stien van Bilderbeek bij Mussert, die zich terugtrok op het Twentse landgoed de Bellinckhof bij Almelo. In de chaos droeg zij persoonlijk zorg voor het veiligstellen van documenten uit het Utrechtse hoofdkwartier, die deels werden begraven in de tuin van de familie Mijnlieff. In december 1944 keerde Van Bilderbeek terug naar Utrecht om meer materiaal uit het hoofdkwartier veilig te stellen of te vernietigen. Diezelfde maand moest Stien van Bilderbeek de gewelddadige dood verwerken van haar broer Friedrich Wilhelm (1880-1944), penningmeester van de partij: hij werd op 14 december in Assen doodgeschoten door een lijfwacht van Mussert, op verdenking van benzinediefstal.

Toewijding

Na de Duitse capitulatie kwam Stien van Bilderbeek terecht in vrouwenkamp Fort de Bilt. Op 26 maart 1947 volgde in Utrecht een veroordeling tot vier jaar gevangenisstraf wegens landverraad. Tijdens de rechtszaak werd de voormalige secretaresse van Mussert door partijleden neergezet als een toegewijde maar domme vrouw. Ook de verdediging sprak over Van Bilderbeek als ‘iemand met een domme slaafse natuur, die Mussert blindelings volgde’. Zelf verdedigde ze haar werk als een door God opgedragen taak en haar toewijding en trouw als aangeboren karaktertrekken. Verder bleef ze geloven in Musserts ‘zuivere bedoelingen’ en hem zien als ‘een goed en groot Nederlander’ (gecit. Matthee, 63).

Na haar vervroegde vrijlating in oktober 1948 kon de inmiddels 62-jarige Stien van Bilderbeek administratief werk krijgen op een Amsterdams kantoor. Daarnaast verzorgde ze haar ‘pleegvader’ Westerman. In 1961 stond ze Loe de Jong een interview toe over haar jaren als secretaresse; verder leefde ze in anonimiteit. Ergens in 1979 is Stien van Bilderbeek overleden.

Literatuur

  • Volk en Vaderland , o.a. 8-8-1941 en 9-7-1943 [zie Delpher].
  •  ‘Domme slaafsche natuur’, Leeuwarder Courant, 14-3-1947.
  • Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 1, Voorspel (Den Haag 1969).
  • Zonneke Matthée, Voor volk en vaderland. Vrouwen in de NSB 1931-1948 (Amsterdam, 2007).

Illustratie

Mussert spreekt hoge NSB-medewerkers toe. Voorste rij tweede van rechts: Stien Bilderbeek. Fotopersbureau Stapf Bilderdienst, ca. 1940-1942 (Beeldbank WO2- NIOD).

Auteur: Norbert-Jan Nuij

laatst gewijzigd: 31/05/2018

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.