© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Marloes Huiskamp, Block, Agneta, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Block [09/11/2017]
BLOCK, Agneta (geb. Emmerich 29-10-1629 – gest. Amsterdam 20-4-1704), botaniste, verzamelaarster, mecenas, tekenares, papierkunstenares. Dochter van Arend Block (1582/89-1635), lakenhandelaar, en Ida Rutgers (gest. na 26-7-1632/vóór 12-9-1646). Agneta Block trouwde (1) op 2-5-1649 in Amsterdam met Hans de Wolff (1613-1670), zijdehandelaar; (2) op 9-9-1674 in Amsterdam met Sijbrand de Flines (1623-1697), zijdehandelaar. Beide huwelijken bleven kinderloos.
Agneta (Agnes) Block werd op 29 oktober 1629 geboren in het Duitse Emmerich, in een welvarende, doopsgezinde familie die haar fortuin had vergaard in de textielhandel. Ze had twee broers en twee zusters en was de op een na jongste in het gezin. De vader stierf in 1635, de moeder tussen 1632 – het geboortejaar van het jongste kind Ida – en 1646. Na hun dood werd Agnes, waarschijnlijk samen met haar broers en zussen in Amsterdam ondergebracht, in het gezin van David Rutgers, de broer van haar moeder, en diens vrouw Susanna de Flines.
Agnes moet een serieus meisje zijn geweest dat ‘zonder wulps vermaak te zoeken’ het liefst in haar kamer zat te lezen. Dit valt op te maken uit ‘Mayboom voor Joan de Wolf, en Agnes Block’, het huwelijksgedicht dat Joost van den Vondel maakte toen zij op 2 mei 1649 trouwde met zijn neef, de doopsgezinde weduwnaar Hans de Wolff (Werken van Vondel 5, 458, r. 9). Het gedicht was opgenomen in het (niet bewaard gebleven) bundeltje met liedjes en gedichten dat voor de bruiloft was gedrukt onder de titel Bloemekrans ter bruiloft van den E. bruidegom Joan de Wolf en d’E. bruyd Agnes Block. Ook moet er een huwelijkspenning zijn gemaakt met daarop een vers van Vondel (idem, 461).
Agnes Block en Vondel
Na haar huwelijk verhuisde Agnes Block naar de Warmoesstraat, waar haar echtgenoot en diens zoontje woonden in De Vergulde Wolff en waar ook Wolffs handel in zijden stoffen was gevestigd. Vondel woonde in dezelfde straat. Volgens zijn biograaf Gerard Brandt placht Vondel bij hen ‘alle weken, des vrijdags ’s middags, ter maaltijd te gaan, wel veertien of vijftien jaren lang: ook na zijn [: Hans’] dood bij de weduwe’ (Brandt, 85). De vriendschap tussen Vondel en Agnes Block, die door Brandt ‘een grote liefhebster van alle nutte wetenschappen en edele kunsten, inzonderheid der poëzie, schilder- teken- en prentkunst’ wordt genoemd, was hecht. Vondel vond ‘in zijnen ouderdom nergens groter vermaak dan in haar gezelschap en gesprek’ (Brandt, 85). Hun wederzijdse genegenheid blijkt ook uit het feit dat Vondel haar zijn portret en een aantal boeken schonk die zij ‘onder haar papieren schatten te zijner gedachtenisse’ bewaarde (Brandt, 85). Ook schreef Vondel verschillende gedichten voor haar. In dat voor haar 39ste verjaardag (1668) valt te lezen dat Agnes Block haar dagen vulde met studeren, lezen, tekenen, aquarelleren en boetseren. Bij het tekenen had zij blijkbaar een voorkeur voor ‘bloemperk’ en ‘prieel’, zaken die in haar leven een belangrijke rol zouden gaan spelen.
Aankoop van een buitenplaats aan de Vecht en tweede huwelijk
In 1668 namen Agnes Block en haar echtgenoot hun intrek in een huis aan de Herengracht (thans nummer 162), waar De Wolff in februari 1670 overleed. In juli van dat jaar kocht de weduwe een hofstede met land aan de Vecht in Loenen, een omgeving waar vele rijke doopsgezinde Amsterdammers een buitenhuis hadden. Hier liet zij de buitenplaats Vijverhof aanleggen, bestaande uit een hoofdhuis, oranjerie en andere bijgebouwen, boomgaarden, sier- en moestuinen, lanen en vijvers. De oorlog van 1672 zou de werkzaamheden vertragen, zoals blijkt uit het huwelijksgedicht dat de dichter Joachim Oudaen maakte toen Agnes Block in 1674 opnieuw trouwde. Haar tweede echtgenoot, Sijbrand de Flines, was eveneens een welgestelde doopsgezinde zijdehandelaar en een neef van haar pleegmoeder Susanna de Flines. Uit een eerder huwelijk had hij twee dochters. Weer schreef onder anderen Vondel enkele huwelijksgedichten. Een ervan verwijst naar Agnes’ liefde voor planten en bloemen, die zij zelf met de schaar nabootste in haar papierknipkunst.
Bij de ondertrouw had Agnes Block aangegeven op de Keizersgracht te wonen, maar waarschijnlijk vestigde het gezin zich in Blocks huis op de Herengracht. Een groot deel van hun tijd brachten zij echter door aan de Vecht, waar zij uiteindelijk permanent zouden gaan wonen, zoals blijkt uit haar testament van 1694. In 1699, twee jaar na de dood van Sijbrand de Flines, verhuurde Agnes Block het huis aan de Herengracht aan een familielid. Wel hield zij er een kamer als pied-à-terre.
Botanie en verzameling
Op Vijverhof ontpopte Agnes Block zich tot een bekwaam kweekster van zeldzame en uitheemse planten. De honderden planten- en bloemensoorten in haar tuinen en oranjerie kwamen uit alle windstreken. Sommige waren als zaad direct geïmporteerd uit het verre Oosten of Amerika, andere had zij verkregen door uitwisseling met botanisten in binnen- en buitenland, onder wie Lelio Trionfetti, hoogleraar in de botanie in Bologna. Dichter bij huis wisselde zij veel uit met Paul Hermann van de Hortus te Leiden. Zij had eveneens contact met Jan Commelin, een van de oprichters van de Amsterdamse Hortus waarvoor zij onder meer een Euphorbia nerrifolia beschikbaar stelde. Vijverhof met zijn tuinen trok ook buitenlandse bezoekers, zoals de Duitse medicus Z.C. von Uffenbach.
Agnes Block was de eerste botanicus in de Republiek die erin slaagde een vruchtdragende ananasplant te kweken. Ze was hier kennelijk zo trots op dat zij zich tweemaal met een ananas liet afbeelden. De eerste keer was op een portret van haarzelf, Sijbrand en twee niet geïdentificeerde kinderen, door Jan Weenix geschilderd (ca. 1685-1690?). Behalve met haar familie, presenteerde Agnes Block zichzelf hier met alles wat voor haar belangrijk was: op de achtergrond Vijverhof, in het midden een volière, links voor de ananas, daarnaast een zeldzame cactus, en rechts voorwerpen uit haar (rariteiten-)verzameling, zoals schelpen, opgezette vlinders, beelden, een tekening van een vogel, boeken en een schilderij. Op een zilveren penning uit 1700, gemaakt door Jan Boskamp, liet ze zich voor de tweede maal met een ananas vereeuwigen. Aan de voorzijde staan haar portret en naam, en de vermelding ‘Flora Batava’. De keerzijde toont de godin Flora, Vijverhof, een ananas en een Latijns opschrift dat vertaald luidt: ‘Kunst en arbeid vermogen waar de natuur in gebreke blijft’. In 1702 bezong achterneef Gualtherius Blok haar Vijverhof in een lofdicht, dat net als het schilderij een goed beeld geeft van de buitenplaats en de verzamelingen die zich daar bevonden.
De collectie gedocumenteerd
Agnes Block benaderde de botanie op een wetenschappelijke manier. Ze bezat vakliteratuur in allerlei talen, hoewel ze aan Trionfetti in Bologna schrijft dat ze haar boeken in het Latijn, Italiaans en Frans niet kon lezen, maar slechts gebruikte voor de afbeeldingen en namen. Bovendien liet zij haar eigen verzameling nauwkeurig documenteren. Zo’n twintig kunstenaars, specialisten in het afbeelden van botanische en zoölogische objecten, kregen de opdracht de door haar gekweekte planten en bloemen, en ook haar vogels, naar het leven vast te leggen in honderden aquarellen. Onder hen waren Herman Saftleven, Pieter en Alida Withoos, Maria Sybilla Merian en haar dochter Johanna Herolts-Graff, Pieter Holsteijn, Maria Moninckx en Johannes Bronkhorst. Uit de exact gedateerde tekeningen van bijvoorbeeld Saftleven valt op te maken dat de kunstenaars soms voor langere tijd op Vijverhof verbleven. De tekeningen, verdeeld over een aantal boeken, werden na Agnes Blocks dood gekocht door Valerius Röver uit Delft en zijn later verspreid geraakt. Dankzij de catalogus die Röver in 1730 van zijn collectie maakte, is bekend welke planten en bloemen Agnes Block liet voorstellen en door wie. Soms schreef ze op de (achterkant van de) tekeningen de naam van de voorgestelde planten en dieren, of van de maker van de aquarel. Twee strookjes papier in een bloemenboek in het Rijksprentenkabinet in Amsterdam, met instructies voor de kunstenaar, maken duidelijk dat zij precies opgaf wat ze wilde.
Testamenten en overlijden
Tot het einde van haar leven bleef Agnes Block worstelen met haar nalatenschap. Meer dan tien keer wijzigde zij haar testament en codicillen. Neven en nichten kwamen in en raakten uit de gratie. Daarbij lijken naar haarzelf vernoemde nichtjes of stiefkleinkinderen een voorkeursbehandeling te hebben gekregen. In haar testament van 1694 regelde Agnes wie van haar erfgenamen na haar dood Vijverhof zou mogen kopen. Deze persoon zou dan ook ‘alle haar, testatrices, kunst van vogeltjes, planten, kruiden ende andere gewassen, met waterverf gedaan of geschilderd, om bij de voors. hofstede te verblijven’ erven (gecit. naar Van der Graft, 92). Haar echtgenoot Sijbrand de Flines, op dat moment nog in leven, zou na haar dood nog een of twee jaar op Vijverhof mogen blijven wonen – iets dat niet gebeurde omdat zij hem overleefde.
Agnes Block stierf op 20 april 1704, in het huis van haar nichtje Ida de Neufville en haar man aan de Keizersgracht, in de leeftijd van 74 jaar. Zij werd begraven in de Oude Kerk. Na haar overlijden werd een, thans niet meer bekende, zilveren begrafenispenning gemaakt. Literator Ludolf Smids schreef een rouwklacht op haar dood.
Omdat geen van haar neven en nichten de buitenplaats wilde kopen, werd Vijverhof verkocht. De tuinen verdwenen in de loop van de achttiende eeuw en in 1813 werd het huis gesloopt. De meeste roerende zaken werden eveneens verkocht en raakten verspreid. Valerius Röver kocht behalve de bloemboeken en het vogelboek, ook de meeste schilderijen uit Blocks verzameling. Van haar eigen knipsels en tekeningen is voorzover bekend niets bewaard gebleven.
Naslagwerken
Lexicon Noord-Nederlandse kunstenaressen.
Archivalia
- Stadsarchief Amsterdam: DTB, begraven (Oude Kerk), d.d. 25-04-1704 [Agneta Block].
- Van der Graft (1943) noemt een groot aantal archivalia (deels getranscribeerd) betreffende Agnes Block: o.a. huwelijkscontracten, aankoop van het landgoed, testamenten etc. Zie ook Oorkonden over Vondel en zijn kring met een uittreksel van het testament van Agnes Block van 1704 en (een deel van) de inventaris van Agnes Block opgemaakt na haar dood.
- Universiteitsbibliotheek Amsterdam (UvA), Handschriftencollectie: II-A-18, Catalogus Valerius Röver, Ao. 1730 (delen betreffende Agnes Block getranscribeerd in Van der Graft 1943, 135-152).
Literatuur
- G. Brandt, Leven van Vondel (Amsterdam 1682; herdr. 1986) 72, 73, 85.
- G. Blok, Vyver-hof van Agneta Blok (Amsterdam 1702) [opgenomen in Van der Graft 1943, 113-115, met afbeelding].
- L. Smids, Rouwklachte over het schielyk afsterven van Juffr. Agnes Block (Amsterdam 1704) (opgenomen als afbeelding in Van der Graft 1943).
- J. Oudaen, ‘De huwelyksband van Sijbrand de Flines met Agnes Block’, in: idem, Poëzij, deel 2 (Amsterdam 1712) 352.
- Z.C. von Uffenbach, Merkwürdige Reisen durch Niedersachsen, Holland und Engelland, deel 3 (Ulm 1754) 612.
- Oorkonden over Vondel en zijn kring, J.F.M. Sterck ed. (Bussum 1918) 74, 135-137, 139, 341-343.
- De werken van Vondel: volledige en geïllustreerde tekstuitgave, J.F.M. Sterck e.a. ed., deel 5 (Amsterdam 1931) 25, 63, 458-461; deel 10 (Amsterdam 1937) 18-20, 199, 224-225, 307, 608-609, 666-667 [alle aan Agnes Block gewijde gedichten van Vondel].
- C. van der Graft, Agnes Block. Vondels nicht en vriendin (Utrecht 1943).
- C. van der Graft, ‘Agnes Block en haar liefde voor tropische gewassen’, Jaarboekje van Oud-Utrecht (1962) 117-124.
- J.J. Poelhekke en A.J.C. Oomen, ‘Elf brieven van Agnes Block in de Universiteitsbibliotheek te Bologna’, Mededelingen van het Nederlands Instituut te Rome 32 (1963-2) 2-28.
- W. Schulz, ‘Blumenzeichnungen von Herman Saftleven d.J.’, Zeitschrift für Kunstgeschichte 40 (1977) 135-153.
- P. Smit (red.), Engel’s Alphabetical list of Dutch zoological cabinets and menageries (Amsterdam 1986, 2e ed.), 32-33, nr. 155
- E. Bergvelt en R. Kistemaker red., De wereld binnen handbereik. Nederlandse kunst- en rariteitenverzamelingen, 1585-1735 (Zwolle/Amsterdam 1992), 21, 217, 315.
- E. Bergvelt en R. Kistemaker red., De wereld binnen handbereik. Nederlandse kunst- en rariteitenverzamelingen, 1585-1735. Tentoonstellingscatalogus Amsterdams Historisch Museum (Zwolle/Amsterdam 1992), 134-135.
- Rudolf Brandts, Inventar der Urkunden des Archivs der Pfarrkirche St. Aldegundis zu Emmerich (Keulen 1993) 134.
- T. Coppens, ‘Agnes Block, vriendin van Vondel, op de Vijverhof aan de Vecht’, in: idem, Petite Histoire (Baarn 1997) 19-23, 70.
- E. Reitsma, Maria Sibylla Merian & dochters: vrouwenlevens tussen kunst en wetenschap, (Zwolle 2008) 125-126, 228-231 en passim.
- J. Verhave en J. Verhave, Geknipt! Geschiedenis van de papierkunst in Nederland (Zutphen 2008) 174.
- L. Missel, ‘Agnes Blok en Vijverhof’, in: Vrouwen in de botanie en kunst (http://library.wur.nl/alida/Alida_Frameset/alidaframeset_h3_1.htm) [geraadpleegd 20-11-2008].
- Agnes Block (1629-1704), Sybrand de Flines (1623-1697) en twee kinderen op de buitenplaats Vijverhof, Online catalogus Amsterdams Historisch Museum (http://www.ahm.nl/schilderijen/) [geraadpleegd 20-11-2008].
- Annie Mieke Backer, Er stond een vrouw in de tuin. Over de rol van vrouwen in het Nederlandse landschap (Rotterdam 2016) [verschenen na publicatie van dit lemma].
Auteur: Marloes Huiskamp
Biografienummer in 1001 Vrouwen: 296
laatst gewijzigd: 09/11/2017
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.