Curiel, Augusta Cornelia Paulina (1873-1937)

 
English | Nederlands

CURIEL, Augusta Cornelia Paulina (geb. Paramaribo 13-12-1873 – gest. Paramaribo 22-11-1937), fotografe. Dochter van een onbekende vader en Henriëtte Paulina Curiel (1841-1901). Augusta Curiel bleef ongehuwd.

Augusta Curiel groeide op in Paramaribo als een van de vier kinderen – drie dochters en een zoon – van Henriëtte Paulina Curiel. De naam van de vader is onbekend. Augusta’s moeder was geboren in slavernij; ze was een van de zeven kinderen van de Amsterdams-joodse immigrant Mozes Mozes Curiel (1801-1871), die kinderen had verwekt bij de slavin Elisabeth Nar (c. 1808-1881). Toen Curiel en Nar in 1864 trouwden, kregen hun kinderen, onder wie Augustas moeder, alsnog de naam Curiel. Augusta kreeg niet een joodse, maar een lutherse opvoeding: zij en haar zusters en broer waren lid van de evangelisch-lutherse kerk. Het gezin behoorde tot de Surinaamse elite.

Fotohandel

In 1904 begon Augusta Curiel met haar zus Anna Jacoba (1875-1958) een fotohandel aan huis: ‘Augusta Curiel photograaf’. Via een deur in de schutting naast het voorhuis bereikte men het achtererf, waar een houten gebouwtje stond – daar deden de zussen hun werk. Augusta was de fotografe, Anna hielp met het dragen en klaarmaken van de apparatuur en zus Elisabeth (1869-1937) zorgde voor het huishouden. Vanaf 1904 gold Augusta Curiel als de beste fotograaf van Suriname. Iedereen die iets wilde laten fotograferen, kwam naar hun huis in de Domineestraat (nr. 28) in Paramaribo: particulieren, organisaties en instellingen. Hun foto’s verschenen, vaak anoniem, in talloze publicaties. Hoe de gezusters Curiel ertoe zijn gekomen te gaan fotograferen, is onduidelijk. Mogelijk heeft een vriend van de familie, de predikant en enthousiaste amateurfotograaf C. Hoekstra, een rol bij de keuze gespeeld. Ze waren erg op zichzelf en trouwden niet. Broer Adolf (1867-1934), zakenman en politicus, heeft waarschijnlijk voor goede contacten en opdrachten gezorgd.

Augusta Curiel maakte foto-opnamen van Suriname in een tijd waarin nauwelijks beelden werden gemaakt en haar foto’s zijn van uitzonderlijke kwaliteit. Niet alleen technisch maar ook compositorisch zijn ze opmerkelijk. Ze gebruikte altijd een houten statief, fotografeerde nooit uit de hand en werkte altijd met het beschikbare licht en zonder belichtingsmeter; zus Anna hielp met het bepalen van de belichtingstijd. Ondanks die beperkingen maakte ze fraaie opnamen in schemerige overheidsgebouwen, kerken en fabrieken. Portretfoto’s maakten ze bij voorkeur op locatie of in de tuin achter hun huis, want een studio hadden de gezusters Curiel niet. Thuis, als het donker was, ontwikkelden ze de negatieven en drukten ze af door de glasplaten van onderaf te belichten. Enkele keren per week werd een partij ijs afgeleverd bij de donkere kamer, benodigd om de baden chemicaliën op de juiste temperatuur te houden. Hun inkomsten haalden zij grotendeels uit het maken van portretten.

Augusta Curiel fotografeerde voor een groot aantal opdrachtgevers. Deze opdrachten geven een beeld van het dagelijks leven in Paramaribo, Moengo en Coronie, zoals de onthulling van het standbeeld voor koningin Wilhelmina op het Gouvernementsplein op 31 augustus 1923, maar ook de kermis, de markt aan de Waterkant, het werk op de plantages en in fabrieken en goudmijnen, de aankomst van nieuwe Javaanse contractarbeiders en de katoenpluk. In de jaren twintig nam de botanicus Gerold Stahel de dames Curiel geregeld mee op zijn onderzoeksreizen – zij maakten de foto’s voor bij zijn wetenschappelijke publicaties. Stahel verleende hun ook de opdracht een album bij elkaar te fotograferen ter gelegenheid van het afscheid van gouverneur Van Heemstra in 1928. Van de Curiel-foto’s werden prentbriefkaarten gedrukt en ook werden ze gepubliceerd in dagblad De West en het tijdschrift Tropisch Nederland.

Hofleverancier

Ook in Nederland bestond er belangstelling voor de foto’s van Augusta Curiel. Op de koloniale landbouwtentoonstelling in Deventer waren bijvoorbeeld foto’s van haar te zien – de Amigoe di Curacao (17-8-1912) noemde ze ‘zeer verdienstelijk’. In 1912 werden de zussen Curiel gevraagd om een fotografische bijdrage te leveren aan de tentoonstelling De Vrouw 1813-1913 die in Amsterdam zou plaatsvinden.

Zonder dat Augusta Curiel het wist, diende gouverneur A.A.L. Rutgers in juli 1929 bij koningin Wilhelmina een verzoekschrift in om Augusta Curiel de status van hofleverancier te verlenen. Het hof reageerde vlot en positief, en op 31 augustus (Wilhelmina’s verjaardag) werd haar besluit openbaar gemaakt. Augusta Curiel en de goudsmid M.A. Abrams waren de eerste Surinamers aan wie het koninklijk predicaat werd verleend. Ze was bijzonder trots om de eerste hofleverancier in Suriname te zijn.

Op 22 november 1937 overleed Augusta Curiel in Paramaribo, op de leeftijd van 63 jaar. Het koninklijk wapen siert nog altijd haar grafsteen op de begraafplaats Oud Lina’s Rust in Paramaribo.

Betekenis

Augusta Curiel was als fotografe toonaangevend in het Suriname van de eerste decennia van de twintigste eeuw. Haar werk vormt een unieke registratie van een periode in de geschiedenis van haar land waarover weinig beeldmateriaal bestaat. Bovendien zijn haar foto’s zowel technisch als compositorisch van buitengewone kwaliteit. Na haar dood probeerde zus Anna de zaak voort te zetten, maar haar gezondheid verslechterde; ze raakte in financiële problemen en in de jaren vijftig verkocht ze de zaak. Bij de ontruiming is veel van het fotografische werk en de administraties vernietigd. Tussen de bewaard gebleven beelden zijn groepsportretten, gemaakt van en voor (missie)scholen, internaten en weeshuizen. De overgebleven circa vierhonderd glasnegatieven heeft ze geschonken aan de Stichting Surinaams Museum. Waarschijnlijk is dit een fractie van wat Augusta Curiel heeft vastgelegd. Ondanks de klimatologische omstandigheden zijn de foto's van Curiel goed bewaard gebleven. De collectie werd gedigitaliseerd en in 2007 verscheen de publicatie Augusta Curiel, Fotografe in Suriname 1904-1937, een gezamenlijke uitgave van het Tropenmuseum en het Surinaams Museum.

Literatuur

  • P.B.M. Bolwerk, Paramaribo in oude ansichten (Zaltbommel 1990).
  • Anneke Groeneveld en Steven Wachlin e.a., Fotografie in Suriname 1839-1939 (Amsterdam 1990).
  • Okke ten Hove en Frank Dragtenstein, Manumissies in Suriname, 1832-1863 (Utrecht 1997) 150, 162, 218 en 230.
  • Marleen Knops, Suriname door het oog van Augusta Curiël. Antropologische analyse van Suriname en ‘Surinamers’ op fotomateriaal van Fotostudio Augusta Curiel, 1904-1952, Paramaribo, Suriname (Amsterdam 2005).
  • Janneke van Dijk, Hanna van Petten-van Charante en Laddy van Putten, Augusta Curiel. Fotografe in Suriname 1904-1937 (Amsterdam 2007).
  • M. de Heer, ‘Fotografe van Suriname’, Trouw, 24 -1-2008.
  • Harrie Curiel, Wie is Hendrik Jacob Curiel? Een bijzondere afkomst en een mooi liefdesverhaal [ongepubliceerd].

  • Illustratie

  • Augusta Curiel. W. Amo, ca. 1900 (particuliere collectie).
  • Augusta Curiel, Vrouwen in kotomisidracht uit Paramaribo met huwelijksgeschenken, 1910-1920 (Tropenmuseum, Amsterdam).

    Auteur: Agnes de Boer

     

laatst gewijzigd: 01/06/2018

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.