Doffegnies, Henrica Judith (1898-1990)

 
English | Nederlands

DOFFEGNIES, Henrica Judith, vooral bekend als H.J. van Nijnatten-Doffegnies (geb. Diepenveen 16-2-1898 – gest. Doorn 30-4-1990), streekromanschrijfster. Dochter van Jan Willem Doffegnies (1865-1940), burgemeester, en Petronella Jacoba Margaretha van Marle (1869-1935). Riek Doffegnies trouwde op 10-8-1921 in Den Haag met Gerardus Johannes Maurits Cornelis van Nijnatten (1898–1970), militair. Uit dit huwelijk werden 2 dochters geboren.

De wieg van Henrica (Riek) Doffegnies stond op het buiten Oud Rande in Diepenveen. Ze groeide er in eenzaamheid op in de burgemeesterswoning ’t Clooster aan de Sallandsweg. Riek had drie oudere broers, maar ze vermaakte zich het liefst alleen in de tuin, met haar fiets, haar kano en haar huisdieren – ze had onder meer 42 konijnen. Zo ontwikkelde Riek zich tot een buitenmens en dat zou ze de rest van haar leven blijven. Ondanks het standsverschil met de andere leerlingen bezocht ze de lagere school in het dorp. Daarna ging ze naar de meisjes-hbs in Deventer; een auto met chauffeur bracht en haalde haar.

Huwelijk met militair

Rieks beste schoolvriendin was Madelon Lulofs, haar latere schoonzus. Beiden hadden plezier in het schrijven van opstellen. Rieks ouders kregen echter van de leraar Nederlands de waarschuwing dat er al genoeg ‘prulschrijvers’ waren. Thuis hoefde Riek nooit iets te doen – er was personeel – en op school gooide ze er met de pet naar zonder dat ze daarop werd aangesproken. Zo werd ze naar eigen zeggen gemakzuchtig en kon ze niet foutloos spellen. Ze deed geen eindexamen, omdat haar ouders naar Den Haag verhuisden toen ze zeventien jaar was en haar vader een diploma voor zijn dochter niet nodig vond.

Meisjes van stand gingen doorgaans naar een kostschool in Zwitserland voor de afronding van hun opvoeding, maar in het geval van Riek Doffegnies ging dit niet door vanwege de Eerste Wereldoorlog. Toen reizen weer mogelijk was, bezocht ze met een bevriende familie een jaar lang (1919-1920) Nederlands-Indië. Terug in Den Haag leerde ze paardrijden. Tijdens een van haar dagelijkse ritten ontmoette ze Gerard van Nijnatten, luitenant van het tweede regiment veldartillerie en een talentvol springruiter. Ze trouwden in 1921 en woonden achtereenvolgens in veertien verschillende garnizoensplaatsen. In Amersfoort en Arnhem werden respectievelijk hun dochters Cobie (1922-2010) en Tuut (1925) geboren.

Tot 1929 ontving Riek van Nijnatten-Doffegnies een maandelijkse toelage van haar vader. Als officier van het elitekorps De Gele Rijders moest haar man hun stand hoog houden, waardoor het gezin in diepe schulden raakte toen Rieks vader vanwege de crisis de toelage moest stopzetten. Haar man vond bij het paardendepot in Tilburg een baan zonder de financiële en sociale verplichtingen die zijn militaire rang met zich meebracht, maar Riek van Nijnatten-Doffegnies wilde ook bijdragen aan het gezinsinkomen. Haar vroegere plezier in het bedenken van verhalen bracht haar ertoe een roman te schrijven. Haar eerste manuscript, Een stip op de kaart (1931), raakte zoek, maar met Grond (latere titel: Duumkes Grond) had ze wel succes: in 1934 verscheen het als feuilleton in weekblad Salland (bij Kluwer in Deventer). Ze kreeg er vijftig gulden voor, gedeeltelijk in de vorm van boeken.

Hoge productie

Tot 1936 woonde het echtpaar Van Nijnatten-Doffegnies in Tilburg, daarna in Bilthoven (1937), Ermelo (1939) en Nunspeet (1940). Na de Duitse inval werd haar man afgevoerd naar een krijgsgevangenkamp. Zelf woonde Riek van Nijnatten-Doffegnies met haar dochters in een zomerhuisje langs het spoor in Nunspeet, waar ze onderdak bood aan onderduikers, onder wie een Engelse militair. In februari 1945 werd ze op verdenking van verzetsactiviteiten twee weken gevangen gehouden in Ermelo, en na de oorlog zou ze het verzetsherdenkingskruis krijgen. Van Nijnatten-Doffegnies voorzag in haar onderhoud door te schrijven. Tussen februari en mei 1942 verscheen in het Drentse Agrarisch Nieuwsblad haar verhaal ‘De Nijmershof’ uit 1937 als feuilleton. In 1941 verscheen Tolhuis het Zwarte Paard bij Van Dishoeck. In de oorlogsjaren schreef ze ook de later uitgebrachte boeken Henne (1946), Het geheime dorp (1947) en t Hemeltje (1943). Het geheime dorp is een van de weinige boeken die op werkelijke gebeurtenissen is gebaseerd: het gaat over het zogenoemde ‘verscholen dorp’, in 1943-1944 een schuilplaats voor onderduikers in de bossen tussen Nunspeet en Vierhouten.

Na de bevrijding keerde de man van Riek van Nijnatten-Doffegnies terug; hij werd majoor in Den Haag en Ede. Na zijn bevordering tot kolonel verhuisden ze in 1950 terug naar Den Haag en woonden ze korte tijd in Wassenaar. In 1955 vond het echtpaar een vaste woonplaats in het huis met de naam ‘De Oelenvloch’ (Onder de Bos 141 in Hulshorst). Waar ze ook woonde, haar productie bleef hoog. Ook toen de financiële noodzaak er niet meer was, schreef ze in vier maanden tijd een roman. Zelf las ze nooit boeken: ze was te druk met haar tuin en haar dieren. Na de dood van haar man (1970) kocht ze een appartement in Doorn omdat haar dochters het huis in Hulshorst te eenzaam vonden. Hiervandaan reisde ze regelmatig naar Hulshorst. De laatste jaren woonde Riek van Nijnatten-Doffegnies in Huize De Bunterhoek aan de Molenweg in Nunspeet. Ze overleed op 30 april 1990 in Doorn en werd in besloten kring gecremeerd.

Reputatie

Riek van Nijnatten-Doffegnies behoorde niet tot de literaire wereld en was onder intellectuelen onbekend. Haar tweede boek Wladimir Roesky (1935) werd positief noch negatief besproken door Menno ter Braak in Het vaderland. F. Bordewijk oordeelde in De Gids in 1939 vernietigend over Huis van licht en schaduw (1939). Op basis van haar vroegste werk werd ze gekwalificeerd als christelijke streekromanschrijfster uit de Achterhoek, terwijl haar boeken niet uitgesproken religieus zijn en op een uitzondering na zich niet in een bepaalde streek afspelen.

In totaal publiceerde ze 21 romans, waarvan de vierdelige omnibus Moeder Geerte haar bekendste werk is. In Nederland zijn er meer dan een miljoen exemplaren van haar werk verkocht via diverse uitgevers. Daarnaast behoorde ze tot de meest vertaalde Nederlandstalige auteurs van haar tijd. Met veertien vertaalde romans tussen 1940 en 1970 was ze mateloos populair in Scandinavië.

Zelf vond Riek van Nijnatten-Doffegnies haar verkoopcijfers niet in verhouding staan tot de literaire kwaliteit van haar werk. Met de nodige zelfspot noemde zij zich een amateur die schreef en toevallig werd gelezen. Ze was een vertelster die de ellende en de zielenroerselen achterwege liet. Ze beschreef romantisch en blijmoedig het leven van eenvoudige mensen. Alles wat ze schreef, ontsproot aan haar fantasie; aan research deed ze niet. Ze schreef voor doodgewone mensen die literair proza te moeilijk vonden. Daarmee was ze een typische bibliotheekschrijver: haar boeken werden uitgeleend tot ze uit elkaar vielen.

Naslagwerken

Ter Laan; Nederland’s patriciaat; Overijsselse biografieën.

Publicaties

Zie voor een overzicht: C. Venema-van Nijnatten en T. Moes-van Nijnatten, Bibliografie over H.J. van Nijnatten-Doffegnies. Haar romans en lezingen (ongepubliceerd Doorn 1999).

Literatuur

  • Menno ter Braak, ‘Nieuwe uitgave’, Het Vaderland, 24-2-1936.
  • F. Bordewijk , ‘Bibliographie’ [Huis van licht en schaduw], De Gids, 103 (1939) 3, 254-255.
  • W.E., ‘Het geheim van en succes. De menselijke factor’, Leeuwarder Courant, 15-5-1950.
  • ‘Schrijven is als dagdromen op papier voor mij’, De Telegraaf, 15-2-1968.
  • ‘Ik ben alleen maar een vertelster van verhalen’, Trouw, 16-2-1968.
  • Monique Floor, ‘Vervolgroman na 30 jaar’, Eindhovens Dagblad, 11-1-1969.
  • Paul Hellman, ‘H.J. Van Nijnatten-Doffegies is aan haar twintigste roman toe. “Oma is nog steeds modern”’, Algemeen Dagblad, 2-12-1972.
  • Fred Lammers, ‘Ik ben geen grootmoeder die zit te breien’, Trouw, 22-05-1978.
  • Joh. M. Pameijer, ‘Tachtig jaar en 21 jaar later wil mevrouw J. van Nijnatten-Doffegnies alleen nog maar een kinderboek schrijven’, Nieuwsblad van het Noorden, 19-8-1978.
  • Hanneke Pieters, ‘Tachtigjarige H.J. Van Nijnatten-Doffegnies denkt nuchter over haar succes romans’, De Telegraaf, 18-2-1978.
  • Lamberthe de Jong, ‘Henrica Judith van Nijnatten – Doffegnies (1898-1990). Streekromanschrijfster uit Diepenveen’, Nieuwsbrief van de Historische Vereniging dorp Diepeveen en omgeving, 31-10-2014.
  • Lamberthe de Jong, ‘Henrica Judith van Nijnatten-Doffegnies (1898-1990). Schrijfster van boeren- en burgerromans’, Deventer Jaarboek (2015) 78-90.

 

Illustratie

Riek Doffegnies, door onbekende fotograaf, ongedateerd (Literatuurmuseum, Den Haag).

Auteur: Arno van der Valk

laatst gewijzigd: 07/11/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.