Hoomans, Elise Olga Beatrice (1914-1991)

 
English | Nederlands

HOOMANS, Elise Olga Beatrice (geb. Haarlem 24-11-1914 – gest. Amsterdam 1-9-1991), actrice, regisseuse en artistiek leidster. Dochter van Hermanus Hoomans (1882-?), hoofdcommies, stationschef, en Elizabeth Cornelia van Steenwijk (1888-?). Elise Hoomans trouwde (1) op 24-7-1946 in Amsterdam met Lodewijk Gerard van Hensbergen (1917-1987), acteur; (2) na echtscheiding (3-10-1947) op 5-3-1951 in Amsterdam met Paul Kijzer (1922), directeur van (film)theater Kriterion (echtscheiding op 19-3-1957). Uit huwelijk (1) werd 1 dochter geboren.

Elise (Liesje) Hoomans werd geboren in Haarlem, maar groeide op in Medan (Sumatra, Nederlands-Indië), waar haar ouders naar terugkeerden toen ze drie maanden oud was. Haar vader was daar stationschef. Met haar moeder, die schilderde en veel las, voerde Liesje uitgebreide gesprekken, ook over onderwerpen als reïncarnatie en mystiek. Naar eigen zeggen is haar latere persoonlijkheid sterk gekleurd door die Indische jeugd: het was een geïsoleerd bestaan, zeker vanaf haar zevende, toen haar vijf jaar oudere broer was gerepatrieerd. Wel maakte ze er kennis met andere culturen en gewoonten. Zo leerde haar baboe haar wajang-dansen.

Opleiding en debuut

In 1927 kwam Liesje Hoomans terug naar Nederland. Met haar moeder ging ze wonen aan de Emmalaan (nr. 12) in Haarlem. Vijf jaar later rondde ze de mms af, waarna ze de nutskweekschool doorliep en haar hoofdakte voor het onderwijs haalde. Ook volgde ze een dansopleiding en trad ze op met de dansgroep van het Amsterdamse Muzieklyceum, onder leiding van Ankie Heukers. In het ballet van de Snip & Snap Revue verdiende Hoomans wat geld bij. Op aanraden van de beroemde Zwitserse danseres Trudi Schoop, die ze na een optreden in Amsterdam opzocht, meldde ze zich in 1938 aan bij de toneelschool. Hoomans was ‘Schauspielerisch begabt’, vond Schoop. Haar ouders, die daar altijd tegen waren geweest, gaven nu toe. Hoomans werd toegelaten en kwam in een klas met onder anderen Fons Rademakers en Guus Hermus.

Onmiddellijk na haar eindexamen aan de toneelschool, in 1941, werd Elise Hoomans geëngageerd bij het Gemeentelijk Theaterbedrijf. Haar debuut was de rol van Martha de Moisand in Muisje (1941) van Édouard Pailleron. De kritieken waren lovend. Zoals bijna alle leden van het Amsterdamse gezelschap werd Hoomans in 1942 lid van de Kultuurkamer. Doordat zij zo kon blijven doorspelen, was ze ook in de gelegenheid om de student economie en psychologie en latere acteur Lo van Hensbergen te onderhouden. Hij had geweigerd de loyaliteitsverklaring te ondertekenen en zat bij haar ondergedoken. Na de oorlog trouwden ze, en in 1947 werd hun dochtertje Bronwyn geboren. Kort daarna zou het huwelijk met Van Hensbergen ontbonden worden. Van 1951 tot 1957 was Hoomans getrouwd met de (film)theaterdirecteur en filmproducent Paul Kijzer.

Artistiek leidster

Vanaf 1947 maakte Elise Hoomans deel uit van het pas opgerichte Amsterdams Toneelgezelschap. Haar rol van Badeloch in de Gijsbreght van Aemstel in 1950 bevestigde dat ze tot ‘eerste actrice’ was uitgegroeid. Drie jaar later maakte ze haar regiedebuut met Pirandello’s Zes personen op zoek naar een schrijver (1953). Helemaal onervaren was ze niet: ze had verschillende producties in het studententoneel geregisseerd en als actrice dacht ze altijd graag verder dan haar eigen rol. Recensenten prezen haar intelligente regie van dit niet eenvoudige stuk, waarin de grenzen van verbeelding en werkelijkheid worden onderzocht. Voor Rob de Vries, artistiek directeur bij de net opgerichte Toneelgroep Theater in Arnhem, was het de aanleiding om haar uit te nodigen voor een gastregie (Een zomer smelt tot as van Tennessee Williams, 1954). Na opnieuw lovende recensies trad Hoomans in het voorjaar van 1955 toe tot de artistieke leiding van dit gezelschap. Daarmee was ze de eerste, en lange tijd ook de enige vrouw in de leiding van een groot, landelijk gezelschap. Later zei ze dat het niet meeviel om zich als vrouw staande te houden tussen Rob de Vries en Richard Flink. Op een kort uitstapje naar Rotterdam na zou ze Toneelgroep Theater trouw blijven tot aan haar afscheid, in 1979. Tussen haar aantreden en vertrek wisselde het gezelschap twee keer van artistieke leiding, maar met haar eruditie en bezieling bleef Hoomans de continue factor. In die 24 jaar bij Theater verzorgde ze meer dan vijftig regies en speelde ze tientallen, meestal kleinere rollen.

Na Toneelgroep Theater

In 1979 nam Elise Hoomans afscheid van Toneelgroep Theater. Ze werd bij die gelegenheid de moeder van het gezelschap genoemd. Haar eigen toespraak eindigde ze als volgt: ‘Bij mij geen valse trucs, geen misleidend mechaniek, geen onwaarachtige spiegelingen, geen dubieuze nabootsingen, maar levende, natuurgetrouwe weergaven van het summa summarum van onze wereld […] dat heerlijke, verrukkelijke, uitzonderlijke, wonderbaarlijke overrompelende wezen: de mens en zijn rolfiguur’. Dat Hoomans echt met pensioen zou gaan, geloofde niemand. Ze bleef dan ook regisseren en acteren en lesgeven. Een hoogtepunt in die laatste fase van haar carrière was de rol van mevrouw Quint in het stuk Een sneeuw (1983) van Willem Jan Otten. In de jaren 1986-1988 was Hoomans als mevrouw Hamer in een aantal afleveringen te zien van de populaire televisieserie Zeg ‘ns AAA. In 1987 speelde ze de rol van moeder in de door Ine Schenkkan geregisseerde speelfilm Vroeger is dood.

Elise Hoomans overleed na een kort ziekbed op 1 september 1991 in Amsterdam. Ze werd in kleine kring gecremeerd.

Reputatie

Elise Hoomans regisseerde veel twintigste-eeuwse ‘klassiekers’, maar ook nieuw repertoire. Ze had een voorkeur voor surreële stukken die ook ‘achter, naast, of boven de werkelijkheid keken’; volgens haarzelf was dat een erfenis uit haar Indische jeugd. Haar werkwijze was associatief, verkennend en tastend, iets waarmee sommige acteurs moeite hadden. Ze vroeg hen om in zichzelf naar de te spelen personages op zoek te gaan en beelden te vinden die groter waren dan de direct herkenbare werkelijkheid. Aanvankelijk regisseerde ze tamelijk dwingend. In de jaren zeventig werd ze – ook onder invloed van de democratiseringsgolf – wat losser. Toch bleef ze haar regies minutieus op papier voorbereiden. Hoogtepunten waren Dürrenmatts Het bezoek van de oude dame (1956) en Brechts De Kaukasische krijtkring (1970). Spraakmakend was haar regie van Dieter Fortes stuk Luther, Münzer of de dubbele boekhouding (1973), rond het thema christendom, corruptie en kapitalisme. Op verzoek van koningin Juliana werd het culturele streekcentrum de Oranjerie in Roermond met een opvoering van dit stuk geopend, in het bijzijn van plaatselijke bestuurders en de bisschop van Roermond. Mede dankzij dit soort voorstellingen werd Toneelgroep Theater in seizoen 1975/1976 voorgedragen voor de Prijs van de Kritiek.

Wat Elise Hoomans’ eigen rollen betreft springt Mary Tyrone in O’Neills Tocht naar het duister (1957) eruit. Het leverde haar de zilveren Bouwmeesterpenning en de publieksprijs ‘actrice van het jaar’ op. In datzelfde jaar vertolkte ze op televisie op huiveringwekkende wijze de krankzinnige mevrouw Rochester in Jane Eyre. Zelf noemde ze als haar lievelingsrollen: Lucie in De mooiste ogen van de wereld van Jean Sarment (1943), Badeloch, en haar rollen in stukken van Garcia Lorca. In 1965 ontving Hoomans de erepenning van de Arnhemse schouwburg en in 1969 werd ze Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.

Naslagwerken

Honig; Coffeng.

Archivalia

Collectie TIN / BC UvA, Amsterdam: nr. 877, Personaliamap Elise Hoomans.

Publicatie

‘Regie’, in: Ben Albach, Elise Hoomans en Manuel van Loggem, Regie. Handboek voor het amateurtoneel 2 (Amsterdam 1956) 48-91.

Rollen/Regie

Zie Honig en de catalogus van het TIN.

Literatuur

  • Hans van den Bergh, ‘Toneelgroep Theater 1953-1969’, Facetten van vijftig jaar Nederlands toneel 1920-1970 (Amsterdam 1970) 175-184.
  • Wouter van Heusden, Hein Cannegieter en Frank Raven, 25 jaar spelen met Theater (Arnhem z.j. [1978]).
  • Mieke Kolk, Andre Rutten, ‘Elise Hoomans: ik heb het mogen laten zien’, Toneel Teatraal 101 (1980) nr. 1, 27-36.
  • Ischa Meijer, ‘Elise Hoomans. Als ik speel ben ik niet eenzaam’, Haagse Post, 22-8-1981, 40-43.
  • Hilde Smit, Een leven lang. Vraaggesprek met de actrice en regisseuse Elise Hoomans, radiouitzending 12-4-1985 [URL: http://www.npo.nl/een-leven-lang/12-04-1985/IMX_NOS_722464; geraadpleegd 28-10-2015].
  • Ton Verbeeten en Marcel Otten, Toneelgroep Theater 1953-1988: 35 jaar Wachten op Godot (Arnhem 1988).
  • Peter J. Ferguson, ‘Elise Hoomans. Zoek de mensen op in jezelf’, Kijken achter maskers (Baarn 1992) 17-32.

Illustratie

Elise Hoomans, door Studio Merkelbach, 1948 (Collectie Theater in

Nederland).

Auteur: Rob van der Zalm

laatst gewijzigd: 10/04/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.