HOOP van SLOCHTEREN, Geertruida Hermanna Louisa Christina THOMASSEN à THUESSINK van der (geb. Slochteren 19-10-1915 –  gest. Slochteren 9-7-2008), Groningse kasteelvrouwe. Dochter van Evert Jan Thomassen à Thuessink van der Hoop van Slochteren (1875-1952), advocaat, later burgemeester, en Catharina Cornelia Star Numan (1879-1965). Louise van der Hoop van Slochteren trouwde (1) op 26-8-1948 in Slochteren met François Willem Peter Marie van Panhuys (1914-1969), econoom; (2) op 4-8-1977 in Zeist met Jan Leendert Groenveld (1914-2009), schapenfokker. Uit huwelijk (1) werden 3 dochters geboren.

Louise van der Hoop van Slochteren werd geboren op de Fraeylemaborg, een kasteeltje in Slochteren dat reeds in 1786 door een van haar voorouders werd bewoond en sinds 1847 eigendom was van de familie van haar vader. Van haar tweede tot haar tiende woonde ze op het landhuis Welgelegen in het nabije Sappemeer, waar haar vader in 1917 burgemeester werd. Deze zeventiende-eeuwse ‘veenborg’ was van haar moeders familie. In 1925 verruilde haar vader Sappemeer weer voor Slochteren en werd de Fraeylemaborg haar vaste thuis.

De (Nederlands-hervormde) families Van der Hoop en Star Numan behoorden tot het patriciaat, maar Louise en haar vijf jaar oudere zuster Jeanne werden opgevoed als adellijke freules. De zusjes gingen naar de lagere school in Sappemeer maar thuis was er een Franse kinderjuffrouw, aan tafel werd Frans gesproken en Louise ging na enkele jaren (christelijk) gymnasium in de stad Groningen naar een Engelse kostschool. Er was veel huispersoneel, maar het gezin leefde in andere opzichten nogal spartaans. Als burgemeester liet Louises vader Slochteren aansluiten op de provinciale waterleiding, maar zijn eigen borg bleef verstoken van waterleiding en elektriciteit.

Louise van der Hoop van Slochteren bleef in de oorlogsjaren bij haar ouders wonen (haar vader was in 1940 gepensioneerd) en werkte na de Bevrijding op het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag. Daar leerde ze jonkheer Frans van Panhuys kennen. Hij was toen hoofdcommies op het ministerie van Economische Zaken. Ze trouwden in 1948 en kregen in 1949 een dochter: Catharina. Van 1950 tot zijn overlijden in 1969 was Van Panhuys burgemeester van Hummelo en Keppel. Daar werden nog twee dochters geboren: Mieke (1952) en Ulrica (1956). Hun moeder had inmiddels haar rijbewijs en chauffeerde de auto met de caravan van het gezin ’s zomers naar verre vakantiebestemmingen.

Borgvrouwe

Na de dood van Van Panhuys trok Louise van der Hoop van Slochteren met haar dochters in bij haar gescheiden zuster Jeanne, die inmiddels weer op de Fraeylemaborg woonde. Al snel bleek het onderhoud van de borg en het omringende landgoed hun draagkracht te boven te gaan. Daarom droegen zij het in 1972 over aan de in 1945 opgerichte Gerrit van Houtenstichting. De borg werd een museum waarin onder meer schilderijen en antiek  porselein werden getoond. Louise van der Hoop van Slochteren ging met haar drie dochters wonen in het nabijgelegen voormalige Regthuis.

Niet lang daarna kreeg Louise van der Hoop van Slochteren post uit Nieuw-Zeeland van Jan Leen Groenveld, een oude Groninger schoolvriend die zijn vrouw had verloren. Het klikte tussen hen en in 1977 trouwden ze met elkaar. Het echtpaar Groenveld-van der Hoop van Slochteren vestigde zich in het voormalig gerechtshuis op drie minuten lopen van de borg, waar vooral mevrouw Groenveld nog vaak kwam. Ze diende de museumleiding van advies over de oude staat van de borg en het vlagprotocol. In 2002 overleed Louises zuster Jeanne. Ook haar eigen gezondheid ging geleidelijk achteruit. In februari 2008 bezocht ze, vergezeld van haar dochter Mieke, de Fraeylemaborg voor het laatst. Voor de regionale omroep gaf ze (met dochter Mieke) een interview over het leven op de borg in haar kinderjaren.  

Louise Thomassen à Thuessink van der Hoop van Slochteren overleed op 9 juli 2008 op 92-jarige leeftijd thuis in Slochteren, in het bijzijn van haar dochters Catharina en Mieke. De rouwannonce citeerde psalm 23: ‘Ik zal in het huis des Heren verblijven tot in lengte van dagen’. Het tekende de rol die het protestants-christelijke geloof in haar hele leven had gespeeld. Ze werd opgebaard in de Fraeylemaborg en van daaruit begraven in Slochteren. De beelden van het uitdragen door haar vier kleinzoons en van de rouwstoet met koetsen en paarden haalden de landelijke televisie.

Reputatie

In het televisie-interview wordt Louise van der Hoop van Slochteren herinnerd als ‘de laatste echte borgvrouwe van Groningen’. Dat een 92-jarige ‘freule’ in 2008 op haar oude kasteel, dat al ruim twee eeuwen door de familie werd bewoond, een interview gaf en kort daarna van daaruit in grootse stijl werd begraven, is in het collectieve Groninger geheugen gegrift – vooral omdat bezoekers van de Fraylemaborg haar nog altijd kunnen zien en horen op de videofilm die van het interview en haar uitvaart is gemaakt.


Naslagwerken

Nederland’s Adelsboek; Nederland’s Patriciaat.

Archivalia

Groninger Archieven, archief Dagblad van het Noorden [URL: www.dekrantvantoen.nl; geraadpleegd 22/09/2015].

Literatuur

Illustratie

Louise Thomassen à Thuessink van der Hoop van Slochteren (tweede van links) in 1956 met haar eerste echtgenoot, haar kinderen en haar moeder. Foto uit Borgbrief 10.


Auteur: Kees Kuiken