Kuyper, Henriëtte Sophia Suzanna (1870-1933)

 
English | Nederlands

KUYPER, Henriëtte Sophia Suzanna (geb. Amsterdam 1-10-1870 – gest. St. Chrischona, Zwitserland 12-10-1933), publiciste, schrijfster van o.a. reisverslagen, actief in gereformeerd jeugdwerk en vrouwenorganisaties. Dochter van Abraham Kuyper (1837-1920), theoloog, predikant en politicus, en Johanna Hendrika Schaay (1842-1899). Henriëtte Kuyper bleef ongetrouwd.

Henriëtte (Jetta, later Harry) Kuyper was de oudste dochter en derde van de acht kinderen van Abraham Kuyper, op dat moment predikant in Amsterdam. In 1875 verhuisde het gezin naar Den Haag in verband met de politieke carrière van haar vader. Toen deze in 1876 wegens ziekte voor ruim een jaar naar Zuid-Frankrijk vertrok, ging een deel van het gezin mee. Henriëtte zat in Nice op school. Onderwijs volgde ze daarna in Den Haag en Amsterdam, en als zestienjarige zat ze in Brussel op kostschool. Zo genoot ze een chique opvoeding.

'Niet storen svp'

Henriëtte was een begaafde leerling, met name goed in talen en opstellen. Graag wilde ze verder studeren, maar daar kon in haar milieu geen sprake van zijn – op haar achttiende jaar keerde ze naar huis terug om haar moeder te helpen bij de huishouding en de zorg voor het gezin. Wel volgde ze als toehoorster colleges bij haar vader over letterkunde, esthetiek en linguïstiek en nam ze deel aan de literaire avonden die door VU-hoogleraar F.L. Rutgers werden georganiseerd.  Op diens instigatie schreef ze haar eerste korte verhaal, ‘Een reisontmoeting met gevolg’. Het verscheen anoniem in de Zuid-Hollandsche Kerkbode van 10 november 1894.

In 1898 behaalde Kuyper in Amsterdam de hulpakte lo. Een jaar later stierf haar moeder en nam ze de gehele huishouding op zich. Twee uur per dag reserveerde ze voor haar literaire werk met een briefje ‘niet storen s.v.p.’ op haar deur. ’s Avonds was zij gastvrouw in het huis aan de Prins Hendrikkade, ook voor ministers en katholieke geestelijken. Haar vader vroeg haar geregeld om namens hem correspondentie af te wikkelen, met name over zaken waarin hij niet te nauw betrokken wenste te worden, zoals de 'lintjesaffaire' rond Mathilde Westmeijer.

In 1903 werd Henriëtte Kuyper benoemd tot secretaresse van de regeringscommissaris voor de tentoonstelling De wereld van het kind in Petersburg. De Nederlandse inzending kreeg de tweede prijs en zelf ontving ze een hoge Russische onderscheiding. Over haar ervaringen schreef Kuyper reisbrieven in het christelijk gezinsblad Timotheus. Geïllustreerd Weekblad, in 1905 gebundeld tot Brieven uit Rusland, een jaar later gevolgd door Van het licht dat schijnt in het duister. Een bundel schetsen (Zwolle 1906).

Reisbrieven

Op uitnodiging van de schrijfster Carolina Atwater Mason, wier boek A lily of France (1901) ze had vertaalde, vertrok Kuyper in het najaar van 1905 naar de Verenigde Staten. Daar zag ze welke mogelijkheden Amerikaanse vrouwen hadden met hun studieclubs en ruime bewegingsvrijheid. Ze leerde spreken op vergaderingen en hield voordrachten over onderwerpen als Nederland, het Huis van Oranje en de zending. Teruggekeerd in Den Haag verwerkte ze haar ervaringen in Een half jaar in Amerika (1907). Kuyper wilde spreekbeurten geven over haar Amerikareis, maar pas na twee jaar pleiten kreeg ze daarvoor toestemming van haar vader. Haar zuster Johanna schreef dat ze een mooie klankrijke stem had, waarmee ze een grote zaal kon boeien (JMNL, 157).

In deze periode van haar leven was het reizen en het schrijven over de landen die ze had bezocht voor Henriëtte Kuyper een belangrijke bezigheid. Ze schreef over onder meer Engeland (1911), Zwitserland (1912), Italië (1912) en België, 'het land van Guido' (1913). Ook bleef ze vertaalwerk doen. Kuyper zag het als een erkenning van haar werk dat ze in 1913 werd benoemd tot lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. 

Jeugdwerk

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werkte Kuyper eerst in het noodziekenhuis van het Rode Kruis in Den Haag en vanaf 1916, samen met haar zuster, voor de Nederlandse ambulance in Gleiwitz en Boedapest. Haar bijdragen aan Timotheus hierover werden uitgegeven onder de titel Hongarije in oorlogstijd (1918). Na de oorlog speelde ze een grote rol in de hulpverlening aan Hongarije: ze regelde voedseltransporten, was betrokken bij acties om Hongaarse kinderen in Nederland te laten aansterken en zette zich in voor weeskinderen. In de jaren twintig bezocht ze Hongarije nog driemaal voor de Actie Kindertehuizen. Op haar initiatief werd in januari 1922 in Pestujhely bij Boedapest een tehuis geopend voor verwaarloosde kinderen, het Henriette-Kuyperhuis. In december van dat jaar volgde een tweede huis, dat later tot meisjeshuis werd bestemd – het huis in Pestujhely werd toen een jongenshuis.

Henriëtte Kuyper wijdde zich na de Eerste Wereldoorlog ook aan het gereformeerde jeugdwerk in eigen land. Ze werd lid van de adviescommissie en hoofdredactrice van het gereformeerde bondsorgaan Bouwen en Bewaren. In haar politiek en maatschappelijk engagement volgde Kuyper trouw de antitheseleer van haar vader: ze was maatschappelijk actief  en ze was lid van de Anti-Revolutionaire Partij. Kort na de oprichting van de Bond van Meisjesvereenigingen op Gereformeerden Grondslag (1918) werd Kuyper hiervan erepresidente. In lezingen en artikelen bracht ze de gereformeerde meisjes de beginselen van haar vader bij. In 1919 stond ze aan de wieg van de Nederlandse Christen Vrouwenbond en werd ze redactielid van het blad De Christenvrouw. Datzelfde jaar vaardigde de regering haar af als raadgeefster inzake het ‘Vrouwenvraagstuk’ naar de eerste Internationale Arbeidsconferentie in Washington. Een dag voor het einde van deze conferentie keerde ze naar huis terug omdat haar vader ernstig ziek was. Samen met haar zus Jo verzorgde ze hem tot zijn dood (8-11-1920).

Invloedrijk

Na de dood van haar vader zette Kuyper zich aan een nieuwe taak: het ordenen en catalogiseren van diens omvangrijke archief, dat ze later aan de Vrije Universiteit schonk. Daarnaast bleef ze bijdragen schrijven aan gereformeerde periodieken als Timotheus en Christelijk Vrouwenleven. In De Standaard had ze een vaste rubriek over vrouwenleven, ‘Brieven aan een verre Vriendin’, waarin ze onder andere ageerde tegen ‘vleeschkleurige kousen’ en te korte rokken. In gereformeerde kringen bleef Henriëtte Kuyper in de jaren twintig bijzonder invloedrijk, onder meer als lid van het Hoofdbestuur der Vereeniging Voor Volkenbond en Vrede, de Centrale Commissie voor de Filmkeuring en de Examen-Commissie der Chr. Meisjesschool Juliana van Stolberg te ’s-Gravenhage en verslaggeefster van het Comité van Bijstand der Christelijke Scholen voor meisjes uit den Javaanschen adelstand te Jogjakarta. Iedere winter hield ze in Nederland en België lezingen over Bijbelse onderwerpen, politiek, letterkunde, het vrouwenvraagstuk en de Gereformeerde Jeugdorganisatie.

In 1922 publiceerde Henriëtte Kuyper samen met haar zus Jo een bundel met herinneringen van anderen aan vader Kuyper. Vanaf 1923 vormde ze samen met Jo en Harriet Groos (1869-1933), haar ‘intieme vriendin en huisgenote’, met zijn drieën een huishouden (JMNL, 157). Het overlijden van Groos zorgde voor een zware depressie. Tijdens een herstelkuur in St. Chrischona, bij Bazel, bezweek Henriëtte Kuyper op 12 oktober 1933 aan een longontsteking, op 62-jarige leeftijd. Ze werd begraven in het familiegraf van de Kuypers op Oud Eik en Duinen in Den Haag.

Betekenis

Henriëtte Kuyper kende een grote arbeidslust en een enorm organisatorisch talent. Ze verkeerde graag in gezelschap, mits dit intellectueel op een hoog peil stond, en wisselde graag gedachten uit, ook met andersdenkenden, zoals met Johanna Naber. Na haar dood besteedden vooral de Hongaarse kranten aandacht aan Henriëtte Kuyper, vanwege haar werk voor de ambulance en de oprichting en leiding van de weeshuizen. In 1934 kreeg het Bondshuis in Wijk aan Zee van de Gereformeerde Meisjesvereeniging als eerbetoon de naam Henriëtte.

Naslagwerken

JMNL.

Archivalia

Gemeentearchief Den Haag: gezinskaart.

Publicaties

  • Brieven uit Rusland (Zwolle 1905).
  • Van het Licht, dat schijnt in de Duisternis (1906).
  • Een half jaar in Amerika, 2e druk (Den Haag 1907).
  • Vacantie in Engeland. Dagboek van een verpleegster (Kampen 1911).
  • In het Land van Guido Gezelle (Zwolle 1913).
  • Paulus. Loopbaan, levenswerk, lijdensweg (Zwolle z.j. [1919]).
  • Hongarije in oorlogstijd. In en om de Hollandsche ambulance te Boedapest (benevens een uitstapje naar Wenen (Baarn 1918).
  • [met J.H. Kuyper], De Levensavond van Dr. A. Kuyper (Kampen 1921).
  • Lentedagen in Italië (Kampen 1921).
  • Waar het om gaat. Proeve van politieke voorlichting der anti-revolutionaire vrouw (Kampen 1922).
  • [ed., met J.H. Kuyper], Herinneringen van de oude garde aan den persoon en den levensarbeid van Dr. A. Kuyper (Amsterdam 1922).
  • Van liefde’s leed (Kampen 1923).
  • Frankrijk voorheen en thans (Kampen 1929).

Literatuur

  • H. Bavinck, De vrouw in de hedendaagsche maatschappij (Kampen 1918) 275-293.
  • G. Veldhuijzen, Wat bezielde die vrouwen? Vijfenveertig jaar Centrale van CH-vrouwen (De Meern 1979).
  • Tineke de Bie en Wantje Fritschy, ‘De wereld van de Réveilvrouwen, hun liefdadige activiteiten en het ontstaan van het feminisme in Nederland’, Jaarboek voor Vrouwengeschiedenis 6 (1985).
  • Hilly J. van de Streek, ‘De Christenvrouwen (1880-1940). Liefdadigheid, vrouwenbeweging en politiek’, in: J. de Bruijn, Een land nog niet in kaart gebracht. Aspecten van het protestants-christelijk leven in de jaren 1880-1940 (Franeker 1987) 217-239.
  • Jacques Bosmans, ‘De politiek en de arbeid van de gehuwde vrouw in Nederland’, Spiegel Historiael 24 (1989) 468-474.
  • Hanneke Hoekstra, Het hart van de natie. Morele verontwaardiging en politieke verandering in Nederland 1870-1919 (Amsterdam 2005).
  • W.J. Hoekstra, ‘Verlangen naar macht. Henriëtte Kuyper en de opvolging van haar vader’, Tijdschrift voor Geschiedenis 119 (2006) 348-361.
  • Maarten J. Aalders, Henriëtte Kuyper en de Nederlandse Ambulance naar Boedapest [nog te verschijnen].

Illustratie

Henriëtte Kuyper (r) met haar vader en zus, door onbekende fotograaf, ca. 1900 (Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad).

Auteur: Agnes de Boer

laatst gewijzigd: 24/10/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.