Ritsema, Jacoba Johanna (1876-1961)

 
English | Nederlands

RITSEMA, Jacoba Johanna (geb. Haarlem 26-6-1876 – gest. Amsterdam 13-12-1961), schilderes, pastelliste en tekenares. Dochter van Coenraad Ritsema (1834-1916), lithograaf en drukker, en Jannetje Moulijn (1847-1922). Coba Ritsema bleef ongehuwd.

Coba Ritsema werd in Haarlem geboren als jongste van vier kinderen in een kunstzinnige omgeving met zowel aan vaders- als moederszijde (amateur-) kunstenaars. Haar vader, lithograaf en eigenaar van de Haarlemse drukkerij Met en Meijlink, was bevriend met enkele schilders, onder wie Paul Gabriël. Coba en haar oudste broer Jacob kozen voor het schildersvak, broer Johannes werd lithograaf en volgde zijn vader op in de drukkerij. Haar zuster Catherine studeerde piano.

Coba deed de driejarige hbs en ging daarnaast vanaf haar dertiende naar tekenles op de Haarlemse School voor Kunstnijverheid. Van 1891 tot 1893 volgde zij daar de dagcursus. Ze kreeg er les van Frederik Grabijn. Aansluitend ging zij vier jaar lang vanuit Haarlem naar de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Haar directe leermeesters daar waren Nicolaas van der Waay en Carel Dake, maar Ritsema roemde later vooral de invloed die directeur August Allebé op haar had gehad.

Amsterdamse joffer

Na voltooiing van haar opleiding had Ritsema een paar jaar een atelier in een oude theekoepel aan de Brouwersvaart in Haarlem. Af en toe schilderde ze in de Haarlemse hofjes. In deze tijd zou ze bovendien – mogelijk met haar broer Jacob – 'primitieve interieurs' hebben geschilderd in Brabant (De Haas 1913, 89). Vanaf 1899 huurde Ritsema in Amsterdam een atelier aan het Singel, waar zij bijna zestig jaar zou werken. Ze nam les bij Thérèse Schwartze, maar die zei na een paar sessies dat Ritsema het wel alleen af kon. Ook Floris Verster en George Breitner vonden het desgevraagd overbodig haar les te geven. Niettemin zou Breitner grote invloed hebben op haar werk.

Coba Ritsema had al snel succes met haar impressionistische stillevens, portretten en figuurstukken in olieverf en ook wel in pastel. Al in 1900 kreeg zij haar eerste onderscheiding: de Willink van Collenprijs van kunstenaarsvereniging Arti et Amicitiae. Ze behoorde tot de vrouwelijke leden van Arti die in 1921 eindelijk stemrecht kregen. Ook was zij lid van kunstenaarsvereniging St. Lucas. Daar exposeerde zij regelmatig, evenals bij kunsthandel Buffa. Vaak deed zij dat in gezelschap van een aantal bevriende schilderessen, onder wie Nelly Bodenheim en Lizzy Ansingh. De meeste van deze 'Amsterdamse Joffers' kenden elkaar al vanaf hun academietijd. Zij brachten veel tijd met elkaar door en bezochten samen kunstsociëteiten en tentoonstellingen.

Hoewel Ritsema in Amsterdam werkte, bleef zij aanvankelijk in het ouderlijk huis aan de Lange Begijnestraat in Haarlem wonen. Wel stond zij in 1914-1915 een jaar lang in Amsterdam ingeschreven. Na de dood van haar moeder in 1922 vestigde zij zich voor drie jaar in Amsterdam, maar daarna woonde zij weer in Haarlem. Begin 1937, kort na het overlijden van haar vrijgezelle broer Johannes, verruilde zij Haarlem definitief voor Amsterdam. Van 1939 tot 1958 woonde zij in de Jan Luijkenstraat.

Behalve van de genoemde Amsterdamse kunstenaarsverenigingen was Ritsema eveneens lid van Pulchri Studio in Den Haag en Pictura in Dordrecht, maar haar leven speelde zich toch hoofdzakelijk af in de kring van haar Amsterdamse kunstenaarsvrienden en in haar atelier. Zij ging slechts enkele malen naar het buitenland. Afgezien van haar beginjaren in Haarlem en van de korte periode in Brabant, werkte zij vooral in haar eigen atelier. Zij kreeg opdrachten, maakte en verkocht vrij werk, en gaf les – ze had met name vrouwelijke leerlingen. Tijdens de oorlog ging Ritsema, zoals zoveel van haar collega’s, door met exposeren.

Ritsema bleef zo lang mogelijk schilderen, maar kampte in de laatste jaren van haar leven met hartproblemen. Ook ging zij steeds slechter zien. In 1958 verhuisde zij naar verzorgingstehuis Huize Bergshof aan de Vondelstraat, waar ze niet erg gelukkig schijnt te zijn geweest. Coba Ritsema stierf op 13 december 1961, in de leeftijd van 85 jaar, en werd in haar geboortestad Haarlem begraven.

Persoonlijkheid en waardering

Coba Ritsema was niet bepaald een zelfverzekerde kunstenaar. Aan het begin van haar carrière zocht ze regelmatig bevestiging en advies bij oudere schilders, zoals Schwartze en Breitner, maar vooral ook bij haar broer Jacob. Zelf zei ze hierover: 'je vond nooit goed wat je maakte… je tobde, omdat je bang was dat je geen talent had' (Bibeb 19). Interviewers noemden haar een bescheiden persoon die niet graag over zichzelf praatte. Na haar dood werd zij omschreven als 'een van de weinige Nederlandse bohémiennes. Eenzelvig, vaak afwezig, in gezelschap altijd stil en teruggetrokken, kon men rekenen op haar nonchalance als het op afspraken aankwam' (Haagse Post, 1961). Zij kon niet goed met geld omgaan en hield er een laag werktempo op na. Een en ander leverde haar de nodige financiële problemen op.

Ondanks haar eigen onzekerheid kreeg Coba Ritsema volop erkenning. Zij ontving diverse onderscheidingen en exposeerde in binnen- en buitenland. Ritsema had verschillende solotentoonstellingen en haar schilderijen werden al tijdens haar leven aangekocht door grote musea. Critici noemden haar een begenadigd impressioniste en prezen haar werk vooral om het coloriet, de picturale kwaliteiten en de vlotte penseelstreek. Dit laatste was volgens sommigen niet zonder risico: 'een zekere oppervlakkigheid is er wel in het resultaat van die snelle, beweeglijke en rake kwasten' (Engelman, 1935). Maar de meeste critici waren het er over eens dat Coba Ritsema de meest getalenteerde was van de Amsterdamse Joffers.

Na haar dood verdween Ritsema's werk uit de belangstelling en als het nog besproken of getoond werd, was dat meestal in combinatie met dat van de andere Joffers. In 2004 kregen Coba Ritsema en haar broer samen een tentoonstelling in Kortenhoef, het dorp waar Jacob een tijd lang woonde.

Naslagwerken

BWN; DWA; Jacobs; Persoonlijkheden; Petteys; Scheen; Thieme.

Archivalia

  • Amsterdams stadsarchief: archief- en gezinskaart Jacoba Johanna Ritsema.
  • Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, Den Haag: Archief en Collectie Coba Ritsema, arch.nr. NL-HaRKD.0752 (foto's, correspondentie, knipsels etc.); Tentoonstellingsdocumentatie ‘Levende Meesters’.

Werken

Werk van Coba Ritsema is o.a. te vinden in: Amsterdam, Stedelijk Museum; Den Haag, Gemeentemuseum; Eindhoven, Stedelijk Van Abbemuseum; Haarlem, Teylers Museum; Laren, Singer Museum; Utrecht, Centraal Museum.

Zie ook Den Haag, RKD en Webmuseum Mesdag van Calcar ('Coba Ritsemazaal') [URL: http://www.mesdagvancalcar.nl/, geraadpleegd 26/06/2015].

Literatuur

  • Albertine de Haas, 'Coba Ritsema', Onze Kunst 12 (1913) nr.2, 86-94.
  • J.H. Rössing, 'De Haarlemsche schilderes Coba Ritsema', Op de Hoogte 15 (1918) 310-312.
  • Jan Engelman, 'Coba Ritsema, een sterk coloriste', De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad, 15-5-1935.
  • M.F. Hennus, 'Over Coba Ritsema', Maandblad voor Beeldende Kunsten 18 (1941) 190-197.
  • Henri H. van Calker, In het atelier van den schilder (…): bezoeken bij Nederlandsche beeldende kunstenaars van dezen tijd (Amsterdam 1941) 270-275.
  • Bibeb, 'Coba Ritsema', Bibeb in Holland (Utrecht 1958) 159-163.
  • 'Coba Ritsema (). Een der laatste bohémiennes', Haagse Post, 23-12-1961.
  • Adriaan Venema, De Amsterdamse Joffers (Baarn 1977) 97-114, 153.
  • Bloemen uit de kelder. Negen kunstenaressen rond de eeuwwisseling, tentoonstellingscatalogus Gemeentemuseum Arnhem (Arnhem 1989) 72-79 [met overzicht tentoonstellingen en onderscheidingen].
  • Ingrid Glorie, Juffers & Joffers. Een eerbewijs aan vrouwen in de schilderkunst (Alkmaar 2000) 69-74.
  • T. Kamerling, Jacob en Coba Ritsema terug in Kortenhoef, tentoonstellingscatalogus Oude Kerkje Kortenhoef (Kortenhoef 2004).
  • Heleen de Jonge-de Leur, 'Jacob en Coba Ritsema', Kunstkatern. E-magazine van www.kunst.nl, november-december 2007, 21-62 [URL: http://www.gerardvanrooy.nl/kunstkatern-novdec7.pdf, geraadpleegd 26/06/2015].
  • 'Jacoba Johanna Ritsema' [URL: http://www.artindex.nl/noordholland/default.asp?id=6&num=0977900087011050193070117009850930501441, geraadpleegd 26/06/2015].

Illustratie

Auteur: Marloes Huiskamp

laatst gewijzigd: 26/06/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.