Schroeder, Marijke Geertruida (1934-2000)

 
English | Nederlands

SCHRÖDER, Marijke Geertruida, vooral bekend als Pijkel Schröder (geb. Haarlem 6-8-1934 – gest. Haarlem 7-2-2000), feministe, actief in Rooie Vrouwen. Dochter van Pieter Hendrik Schröder (1900-1983), leraar, en Maria Cornelia van Gogh (1905-1996), schrijfster en actrice. Pijkel Schröder trouwde op 19-12-1956 in Haarlem met Jacob Marinus van de Merwe (1924-1989), cabaretier en tekstschrijver. Uit dit huwelijk, op 22-3-1977 ontbonden, werden 2 zoons en 1 dochter geboren.

Marijke Schröder groeide op in Haarlem, als jongste van twee dochters in een kunstzinnig, sociaal-liberaal gezin – als kind gaf ze zichzelf de naam Pijkel. Vader Piet Schröder was een gepromoveerd leraar Nederlands en geschiedenis, moeder Miep van Gogh was schrijfster en actrice. De politiek geëngageerde schrijfster Anna van Gogh-Kaulbach was Pijkels grootmoeder. Naast een nichtje dat bij hen inwoonde, verbleven er in het gezin geregeld scholieren die extra onderwijs kregen van Pijkels vader. Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er onderduikers in huis. Haar vader moest zelf ook enige tijd onderduiken.

Pijkel zat op het Montessori Lyceum in Bloemendaal. Als tiener bezocht ze graag de kunstenaarssociëteit Teisterbant, die in 1949 mede door haar moeder was opgericht. Ze was vooral erg geïmponeerd door de voorzitter, familievriend Godfried Bomans. Na in 1952 haar diploma hbs-b te hebben gehaald werkte Pijkel een jaar als au pair bij familie in Boston. Hierna volgde ze een opleiding vormingswerk op de Sociale Academie.

Huwelijk en huishouden

Pijkel Schröder rondde in 1956 haar opleiding af en trouwde nog datzelfde jaar met de tien jaar oudere cabaretier Jaap van de Merwe. Ze kregen drie kinderen: Justus (1958), Arjen (1960) en Martine (1963). Schröder runde het huishouden en deed in de avonden vertaalwerk. Daarnaast deed ze de administratie van haar echtgenoot en was ze zijn klankbord als hij zijn liedjes schreef. Als huisvrouw was ze diep ongelukkig. In 1969 ging ze buitenshuis werken als begeleidster van gezinsvoogden bij Pro Juventute. Dit leidde tot spanningen met haar echtgenoot en zelf vond Schröder het ook moeilijk om werk en gezin te combineren.

In 1973 woonde Schröder, die lid was van de PvdA, een lezing bij over ‘werkende meisjes’, georganiseerd door Vrouwencontact in de Partij van de Arbeid. Toen ze na afloop meer aandacht vroeg voor de problemen van jonge vrouwen, werd ze uitgenodigd een keer te komen praten. Al snel werd ze zelf actief in Vrouwencontact en in 1974 werd ze verkozen tot – de eerste betaalde – voorzitster, ofwel landelijk contactvrouw. Als zodanig maakte ze deel uit van het partijbestuur van de PvdA.

In 1976 verliet Pijkel Schröder haar man. Het duurde ruim acht maanden voordat ze een vaste verblijfplaats vond, maar ze leefde naar eigen zeggen helemaal op. Haar dochter trok bij haar in – de oudste zoon woonde al op zichzelf, de jongste bleef bij zijn vader.

Rooie Vrouwen

Onder Schröders leiding streden de Rooie Vrouwen in de PvdA, zoals Vrouwencontact vanaf 1975 heette, voor meer politieke invloed en een betere (arbeids)positie voor vrouwen. Zo deden de Rooie Vrouwen in 1976 mee aan de acties om de sluiting van abortuskliniek Bloemenhove in Heemstede te voorkomen. Over de door Schröder geambieerde invoering van de vijfurige werkdag kwamen de Rooie Vrouwen niet tot een consensus. In 1977 bereikte de invloed van de Rooie Vrouwen op het partijprogramma een hoogtepunt, maar dat leverde uiteindelijk niet veel op omdat de PvdA niet ging meeregeren. Wel werden er in 1979 nieuwe afspraken gemaakt omtrent het percentage vrouwen in partijfuncties.

Als voorzitster van de Rooie Vrouwen probeerde Pijkel Schröder altijd een balans te vinden tussen het partijbelang en de vrouwenbeweging. Dit bracht haar in conflict met de ‘principiële’ stroming binnen de organisatie. Toen Schröder zich uit politieke overwegingen niet verzette tegen de nieuwe abortuswet, leidde dit in januari 1981 tijdens de landelijke vergadering van de Rooie Vrouwenraad te Utrecht tot een verhitte discussie. Niet lang daarna  besloot ze zich terug te trekken als voorzitster. Het nieuwe kabinet Van Agt-Den Uyl, dat een mannenkabinet dreigde te worden, kreeg in september van dat jaar door haar ingrijpen alsnog vier vrouwelijke staatssecretarissen.

Jeugdbeleid

In juli 1981 was Pijkel Schröder benoemd tot voorzitster van de Raad voor het Jeugdbeleid van het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (WVC). In deze hoedanigheid zette ze zich in voor de ontwikkeling van een landelijk jeugdbeleid en probeerde ze meer politieke aandacht te wekken voor de belangen van jongeren. Als bestuurslid (1982-1988) van de Stichting Informatie en Documentatiecentrum (IDC) bleef zij nog wel betrokken bij de vrouwenbeweging.

Toen ze in toenemende mate last kreeg van reuma, accepteerde Schröder in 1986 een ‘lichtere’ baan als directrice van de Volksuniversiteit Haarlem. Na vier jaar keerde ze echter terug naar WVC, waar ze eerst hoofd preventief jeugdbeleid en later hoofd algemeen jeugdbeleid werd. Als voorzitster van de Commissie Kwaliteit Kinderopvang (1992-1994) wist ze te bewerkstelligen dat er strengere kwaliteitseisen werden opgenomen in de Wet Basisvoorziening Kinderopvang. Vanaf 1994 was Schröder voorzitster van het opleidingsinstituut van de PvdA en lid van de onafhankelijke commissie kandidaatstelling Tweede Kamer. In de jaren negentig streed ze – tevergeefs – tegen de opheffing van de Rooie Vrouwen.

Op 7 februari 2000 stierf Pijkel Schröder, 65 jaar oud, onverwachts aan de gevolgen van een longontsteking.

Reputatie

In de vrouwenbeweging en binnen de PvdA en als ambtenaar van WVC maakte Pijkel Schröder zich sterk voor het verbeteren van de positie van vrouwen, jongeren en kinderen. Zij stond als Rooie Vrouw rigoureuze maatregelen voor en vond het als voorzitster van de Raad voor het Jeugdbeleid ‘leuk om een advies te geven waarvan iedereen op z’n kop’ stond (gecit. NRC Handelsblad, 9-2-2000). Volgens Stan Meuwese, voormalig algemeen secretaris van de Raad voor het Jeugdbeleid , was Schröder ‘geen manager, maar wel een bestuurder’ en deed zij haar werk op basis van kennis en met een ‘soort natuurlijk gezag’ (Meuwese, 2). Binnen de vrouwenbeweging kreeg ze ook kritiek omdat ze te politiek zou zijn en te zeer haar eigen plan trok.

Archivalia

  • Atria, Amsterdam: Collectie Internationaal Archief voor de Vrouwenbeweging (IAV), archief Marijke Geertruida Schröder, 1956-1994 (niet geïnventariseerd).
  • Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag: persoonskaart.

Publicaties

  • [met Jaap van de Merwe] De Rebelse meid. Vinnige vrouweversjes (Amsterdam 1975).
  • [met Annemiek Gerritsma] Het jaar van de rooie vrouwen (Amsterdam 1976).
  • Een vuist voor de vrouw. Met het oog op de aanstaande gemeenteraads- en provinciale-staten-verkiezingen (Amsterdam 1977).
  • [met Alie Slagt red.] Rooie vrouw in Europa (Amsterdam 1979).
  • ‘Voorzitter Commissie Kwaliteit wil uitwerking kernfunctie “opvang”: leidsters hebben behoefte aan originele pedagogische ideeën voor groepsopvoeding’, Kinderopvang 27 (1994) nr. 3, 18-23.

Literatuur

  • ‘Pijkel Schröder: We horen bij de partij’, Het Vrije Volk, 9-2-1979.
  • Gerard van den Boomen, ‘Ik heb het congres dus bestraffend toegesproken: Pijkel Schröder over socialistische emoties’, De Nieuwe Linie 36 (1981) nr. 10, 3 en 6.
  • ‘Rooie vrouwen leggen zich niet neer bij abortuswetgeving’, De Waarheid, 13-01-1981.
  • Bibeb, ‘Ik ben niet bang voor de vrouwenbeweging’, Opzij, 9-9-1981, 22-27.
  • [vraaggesprek] Een uur Ischa, 22-04-1986 [radio-uitzending].
  • Anke van Beckhoven en Boudewijn Chorus, ‘Commissie kwaliteit kinderopvang brengt vervroegd advies uit: Regeling kwaliteit moet voor alle dagopvang gelden’, Kinderopvang 26 (1993) nr. 11, 6-9, 38.
  • R. Beekveldt, 'Erica Terpstra wil kennelijk geen heldere keuzes maken: Pijkel Schröder van de Commissie Kwaliteit’, Kinderopvang 28, nr. 4 (1995), 33-34.
  • Ineke van Dijk en Thea van der Linden, Twintig jaar Rooie Vrouwen. Een beweging in beeld (Amsterdam 1995).
  • [vraaggesprek] Pijkel Schröder en Ien van den Heuvel n.a.v. het besluit de Rooie Vrouwen op te heffen, OVT 12-2-1995 [radio-uitzending].
  • ‘Pijkel Schröder 1934-2000. Altijd op de bres voor vrouwen en kinderen’, Leidsch Dagblad, 9-2-2000.
  • ‘Pijkel Schröder (1934-2000). Strijdster voor vrouw en kind’, NRC-Handelsblad, 9-2-2000.
  • ‘Pijkel Schröder overleden’, Trouw, 9-2-2000.
  • Stan Meuwese, Bij het afscheid van Pijkel Schröder (Amsterdam, 11-02-2000).

Illustratie

Pijkel Schröder, door Rob C. Croes, 1979 (Fotocollectie Anefo / Nationaal Archief).

Auteur: Fricke Oosten

laatst gewijzigd: 08/01/2018

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.