Sijtsema, Sijtske (1909-1994)

 
English | Nederlands

SIJTSEMA, Sijtske, vooral bekend als S. den Hoed-Sijtsema (geb. Enschede 7-8-1909 – gest. Rotterdam 17-5-1994), radiologe/radiotherapeute, directrice van de Daniel den Hoedkliniek. Dochter van Hendrik Sijtsema (1869-1945), apotheker, en Cornelia Johanna Vane (1874-1957). Sijtsema trouwde op 13-5-1945 in Enschede met Daniel den Hoed (1897-1950), radioloog. Uit het huwelijk werden 2 dochters en 1 zoon geboren.

Sijtske Sijtsema werd in Enschede geboren als jongste in een apothekersgezin met een zoon en drie dochters. Haar sociaal bewogen ouders waren van huis uit Nederlands-hervormd, maar niet praktiserend. Zij moedigden hun kinderen aan te studeren. Na de hbs ging Sijtske al op haar zestiende medicijnen studeren in Utrecht. Zij deed in 1933 haar artsexamen en was daarna vier jaar huisarts in Almelo.

Radiologie

De huisartsenpraktijk van Sijtske Sijtsema was geen groot succes. Als jonge vrouwelijke huisarts werd ze niet door iedereen serieus genomen en eigenlijk ging haar interesse uit naar natuurkundig medisch onderzoek, vooral naar de röntgentechnologie. De ontwikkelingen in de toepassing van röntgenbestraling bij de behandeling van kanker gingen in de jaren dertig razendsnel en op aanraden van haar vader schreef Sijtsema zich in voor een vervolgstudie in de radiologie bij het Antoni van Leeuwenhoek-huis in Amsterdam. Van 1937 tot 1939 volgde ze de opleidingen radiodiagnostiek bij prof.dr. J. van Ebbenhorst Tengbergen aan de Universiteit van Amsterdam en radiotherapie bij dr. Daniel den Hoed in het Antoni van Leeuwenhoek-huis, toen nog gevestigd aan de Sarphatistraat.

Na in 1939 te zijn ingeschreven in het specialistenregister werkte Sijtsema enkele jaren in Limburg. Ze introduceerde en verbeterde de radiologie in een aantal ziekenhuizen, In deze Limburgse periode vond ze onderdak in een klooster in Sittard, waar ze een kamer huurde. Ze werkte onder anderen samen met de mathematicus J.G.A.H. Kaalen; zijn statistische invalshoek inspireerde haar bij het zoeken naar nieuwe behandelingsmogelijkheden van kwaadaardige tumoren door radiologie.

Rotterdam

Sijtske Sijtsema ontmoette Daniel den Hoed opnieuw toen zij onderzoek deed in het Philips Natuurkundig Laboratorium (Natlab) in Eindhoven. Hij was in 1940 geneesheer-directeur geworden van het Rotterdamsch Radiotherapeutisch Instituut, gevestigd in een oud pand aan de Bergweg (nr. 323a). Den Hoed vroeg haar in 1944 om daar als staflid te komen werken om de radiotherapie verder te ontwikkelen. Ze trouwden in 1945. Het echtpaar woonde aanvankelijk aan de Statenweg (nr. 150b), waar twee kinderen werden geboren. Daarna verhuisde het gezin naar de Walenburgerweg (nr. 67).

Toen Sijtske den Hoed-Sijtsema in 1950 in verwachting was van haar derde kind, stierf haar echtgenoot. Het was haar drijfveer om hun beider levenswerk voort te zetten, en zo nam ze met collega Klaas Breur – ze waren de enige twee stafleden – de directie van het Radiotherapeutisch Instituut over. In de jaren die volgden, vormden zij het instituut verder om tot een centrum voor kankerbehandeling. Zolang ze borstvoeding gaf, kwam ze tussen het werk door naar huis om de baby te voeden. De Twentse Jo Lansink, die 23 jaar lang bij het gezin inwoonde, zorgde voor het huishouden en de kinderen.

In 1952 begon Den Hoed-Sijtsema met het geven van cursussen over kankerbestrijding aan wijkverpleegsters van het Groene Kruis. Ook hield zij maandelijkse spreekuren in Rozendaal en Dirksland, en nam zij in 1953 zitting in het nieuw geformeerde bestuur van de Rotterdamse afdeling van de vereniging tot Steun aan het Koningin Wilhelmina Fonds voor de Kankerbestrijding.

Daniel den Hoedkliniek

Het Radiotherapeutisch Instituut groeide door en fuseerde in 1960 met de Rotterdamse Stichting voor Reumabestrijding. In 1964 verrees aan de Groene Hilledijk in Rotterdam-Zuid het resultaat van de fusie: de Daniel den Hoedkliniek. Datzelfde jaar nam Geert Schalij de leiding van Sijtske den Hoed-Sijtsema en Klaas Breur over, maar Den Hoed-Sijtsema bleef nog tot 1971 als staflid-radioloog werkzaam bij de kliniek. Zij richtte de mammapolikliniek op, waar in de jaren zeventig een toenemend aantal mensen met borstkanker werd behandeld.

In 1971 werd Sijtske den Hoed-Sijtsema erelid van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie en bij haar pensionering in 1974 werd zij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Ook nadien werkte zij nog twee tot drie dagen in de week bij de kliniek – ze deed onder meer onderzoek naar de diagnostiek met ultrageluid. In de jaren tachtig richtte zij haar aandacht volledig op toepassing van moderne technieken om tot betere vroegdiagnostiek van borstkanker te komen. Zolang het mogelijk was, bleef Sijtske den Hoed aan het werk. Na een hartoperatie moest zij haar werkzaamheden echter neerleggen. Op 17 mei 1994 overleed zij, 84 jaar oud, in Rotterdam.

Betekenis

Als radiologe en radiotherapeute heeft Sijtske den Hoed-Sijtsema een belangrijke bijdrage geleverd aan het onderzoek naar en de behandeling van kanker. Ze geldt als een van de pioniers in het poliklinisch borstklieronderzoek. De Daniel den Hoedkliniek fuseerde in 1995 met het Academisch Ziekenhuis Rotterdam en werd vanaf 2002 onderdeel van het Erasmus MC, sinds 2013 onder de naam Erasmus MC Kanker Instituut. De naam Den Hoed leeft voort in de Stichting Daniel den Hoed, die het wetenschappelijk onderzoek financieel ondersteunt.

Publicaties

(Selectie)

  • [met J.G.A.H. Kaalen], ‘Therapeutic scope in irradiation’, Journal Belge de Radiologie 48 (1965) 477-488.
  • [met J.G.A.H. Kaalen], ‘Optimale dosering bij bestraling van het larynxcarcinoom in verband met fractiegrootte’, Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 114 (1970) 762-765.
  • [met J.G.A.H. Kaalen en P. Crezée], ‘The influence of the dose per fraction on radiation damage to the myelum’, Radiologia Clinica Et Biologica 40, nr. 2 (1971) 89-99.
  • [met R.Ch. Ledeboer, J. Karpiak-van Driel en W. Fokkens], ‘Vroege en tijdige diagnose van het carcinoma mammae’, Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 115 (1971) 1742-1754.
  • [met A.D. Treurniet-Donker en W.C. Hop], ‘Radiation treatment of stage III mammary carcinoma: a review of 129 patients’, International Journal of Radiation Oncology – Biology – Fysics 6 (1980) 1477-1482.
  • [met M.L. Meischke-de Jong, D.I. Blonk, I.N. Gan-Siauw en M. ter Laag], ‘Borstklachten en hun betekenis voor de diagnostiek van het mammacarcinoom’, Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 127 (1983) 2361-2367.
  • [met M.L. Meischke-de Jong, I.N. Gan-Siauw, D.I. Blonk, E.H.C.M. Fitskie-de Ronde en M. Terlaag], ‘De waarde van echografie bij het mamma-onderzoek’, Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 129 (1985) 1339-1342.

Literatuur

  • A. de Knecht-van Eekelen, J.F.M. Panhuysen en G. Rosenbusch red., Door het menschelijke vleesch heen. 100 Jaar radiodiagnostiek in Nederland, 1895-1995 (Rotterdam 1995).
  • Peter Verhoef red., Zoo zende dan dit instituut zijn stralen uit. 100 Jaar Erasmus MC Kanker Instituut, 1914-2014 (Rotterdam 2014).

Illustratie

Sijtske den Hoed-Sijtsema, door onbekende fotograaf, ongedateerd (particuliere collectie).

Auteur: Ingrid van der Vlis

laatst gewijzigd: 01/10/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.