© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Eva Moraal, Simons, Branca, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/SimonsBranca [14/01/2016]
SIMONS, Branca (geb. Amsterdam 28-4-1918 – gest. Amsterdam 21-12-1979), verraadster. Dochter van Eliazar Simons Mendels (1885-1942), bakker, en Sara van Beem (1890-1942). Branca Simons trouwde op 25-5-1938 in Amsterdam met Wilhelmus Johannes Hendricus Houthuys (1902-1985), glasblazer en matroos. Dit huwelijk, dat op 14-4-1965 werd ontbonden, bleef kinderloos.
Branca Simons werd geboren als middelste van drie kinderen – ze had twee broers – in een arm joods bakkersgezin in Amsterdam. Op haar dertiende begon Branca als regenkledingplakster op een confectieatelier. Het werk beviel haar niet, maar zoals zij later zou zeggen: ‘Ik was toch te dom voor iets anders’ (NA, CABR, 75639, pleitnota). Ook werkte ze een tijdje als dienstbode, totdat ze werd veroordeeld omdat ze op haar werk een gouden ring had gestolen. Simons trouwde met de gescheiden niet-joodse man Willem Houthuys, ook al wist ze dat hij een strafblad had. Ze had genoeg van haar werk en wilde graag een eigen gezin stichten. Houthuys bracht echter weinig geld binnen en het huwelijk bleef kinderloos, zodat ze moest blijven werken.
V-vrouw
In de eerste oorlogsjaren was de joodse Branca Simons als ‘gemengd gehuwde’ nog redelijk veilig. Wel verloor ze in 1941 haar baan en begin oktober 1942 werden haar ouders en jongste broer (1929) op transport gezet naar Auschwitz – ze werden vermoord. Vanwege dit verlies kwam Simons enige tijd onder psychiatrische behandeling. Op 18 oktober 1942 werd haar man opgepakt voor diefstal uit huizen van opgepakte joden, en naar concentratiekamp Vught gestuurd. Omdat haar bescherming als gemengd gehuwde hiermee wegviel, dook Simons onder, maar op 9 juni 1943 werd ze gearresteerd. SD-rechercheurs stelden haar voor de keus: adressen van ondergedoken joden opsporen of als strafgeval naar het oosten gestuurd worden. Zo ging Simons werken als vertrouwensvrouw voor het Bureau Joodsche Zaken in Amsterdam. Ze werkte er samen met Ans van Dijk. De etage onder haar huis aan de Kerkstraat (nr. 225 II) gebruikten zij als lokadres.
Branca Simons en Ans van Dijk deden zich bij opgepakte onderduikers in de cel voor als mede-slachtoffer en ontfutselden hun zo informatie waarmee ze anderen konden verraden. Hiervoor kregen ze geld en bonkaarten. Toen Houthuys in april 1944 vrijkwam, ging hij ook meedoen. Op Dolle Dinsdag (5-9-1944) vluchtte Simons met haar man naar Duitsland, waarschijnlijk via Westerbork. Daarna verbleven ze, aldus Houthuys, korte tijd in Wenen. In de loop van de herfst keerden ze terug, maar begin mei 1945 vluchtten ze naar België, waar zij op 1 december werden opgepakt.
Voor het Bijzonder Gerechtshof eiste de aanklager de doodstraf tegen Branca Simons en haar man. Simons’ advocaat had gewezen op de grote invloed die Ans van Dijk zou hebben gehad op ‘deze domme, onontwikkelde, doodsbange vrouw’ (NA, CABR, 75639, pleitnota), maar daar had het Hof geen boodschap aan, zo bleek op 24 mei 1947: gezien de ernst van de misdaden diende de hoogste straf te worden opgelegd, ook al betrof het hier een vrouw, ‘die elk gevoel schijnt te missen’. Als verzwarende omstandigheid gold dat Simons ‘welbewust, met verfijnd overleg tewerk gaande en gewetenloos’ had deelgenomen aan de deportatie van haar landgenoten en dat velen mede door haar optreden de dood hadden gevonden (NA, CABR, 75639, sententie). ‘Uiterlijk onberoerd’ hoorde Simons het vonnis aan, meldde de verslaggever van het Algemeen Handelsblad die dag. Toch ontsprong ze de doodstraf. Het Hof verwierp op 11 februari 1948 de beroepen van Simons en Houthuys, maar op 15 juni kreeg het echtpaar alsnog gratie en werd het vonnis omgezet in levenslange gevangenisstraf.
Branca Simons zat haar straf uit in Rotterdam. In 1958 kreeg zij strafvermindering tot twintig jaar. De straf zou haar morele ontwikkeling en verdieping hebben bevorderd, aldus het gratieadvies (NA, CABR, 75639). Simons kwam uiteindelijk vrij in april 1959 en keerde na een kort verblijf in Breda en Hoorn in 1960 terug naar Amsterdam; Houthuys werd een jaar later vrijgelaten. In 1965 scheidde het echtpaar. Haar laatste levensjaren woonde Simons in de Amsterdamse Legmeerstraat (nr. 8-I) en werkte ze als filiaalhoudster van een winkel. Op 21 december 1979 overleed Branca Simons thuis, op 61-jarige leeftijd.
Beeld
Jodenverraadster Branca Simons is vooral bekend geworden als de rechterhand van Ans van Dijk. ‘De vrouwen wedijverden met elkaar wie de meeste joden kon aanbrengen,’ aldus een verslaggever in De Vrije Stem (19-4-1947). Berichten dat zij samen naar schatting negenhonderd joden zouden hebben verraden, zijn overdreven, maar het waren er zeker tientallen (Groen, 125). Hoe Branca Simons na de oorlog met deze feiten heeft kunnen leven, is onbekend.
Archivalia
- NIOD, Amsterdam: Knipselarchief, KB I, inv. nr. 6302 [krantenartikelen over de rechtszaak Houthuys/Simons].
- Nationaal archief, Den Haag: Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging, inv. nr. 75639, W.J.H. Houthuys/B. Simons [sententie, 22 maart 1947; pleitnota 13-1-1948 van mr. N.J. Nanning-Groenemeijer; brief W.J.H. Houthuys, d.d. 2-12-1954; brief Branca Simons, d.d. 19-10-1954; gratieadvies aan de koningin, 10-2-1958].
Literatuur
- Verslagen van de rechtszaak Houthuys/Simons, Parool en Trouw, 14-4-1947. Volkskrant, 15-4-1947. Het vrije volk, 18-4-1946. De Vrije Stem, 19-4-1947. Algemeen Handelsblad, 24-5-1947.
- Loe de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 6, Juli '42 – mei '43, band 1 (Den Haag 1975).
- Koos Groen, Als slachtoffers daders worden. De zaak van de joodse verraadster Ans van Dijk (Amsterdam 1994).
- Sytze van der Zee, Vogelvrij. De jacht op de Joodse onderduiker (Amsterdam 2010).
- Ad van Liempt en J.H. Kompagnie red., Jodenjacht. De onthutsende rol van de Nederlandse politie in de Tweede wereldoorlog (Amsterdam 2011).
- Eva Schloss, After Auschwitz. A Story of Heartbreak and Survival by the Stepsister of Anne Frank (London 2013).
Auteur: Eva Moraal
laatst gewijzigd: 14/01/2016
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.