Steur, Juliette Caroline van der (1920-2001)

 
English | Nederlands

STEUR, Juliette Caroline van der, ook bekend onder de artiestennaam Jill (of Mona) Banister (geb. Poerworedjo, Nederlands-Indië 10-12-1920 – gest. San Remo, Italië 5-6-2001), actief in het verzet in Nederlands-Indië en door de Japanse bezetter gedwongen tot spionage. Dochter van Ferdinand Pieter van der Steur (1900-1973), machinist, en Charlotte Henriette Deuning (1896-1979). Julie van der Steur trouwde (1) in april 1940 in Soerabaja met William Caistor Dobson (1915-1944), marineofficier; (2) op 8-12-1951 in Amsterdam met Anton Joseph Johannes Deymann (1912-1995), handelaar in schrijfmachines. Uit huwelijk (1) werden 2 zoons geboren; uit (2), dat in 1992 door echtscheiding eindigde, werden 12 kinderen geboren.

Julie (Jilly) was de oudste van twee kinderen in een Euraziatisch gezin: haar moeder was half-Duits/half-Indisch, haar vader was Nederlands. Vader Ferdinand van der Steur werkte als machinist bij de suikerfabriek in Poerworedjo (Purworejo) en was een achterneef van weeshuismoeder Marie van der Steur. In 1922 werd Julies broertje Gerard (Boy) geboren. Nadat de vader in 1931 vanwege de economische crisis was ontslagen, liep het huwelijk van haar ouders spaak – het werd in 1937 officieel ontbonden. Moeder Charlotte woonde toen al bij de wasserijdirecteur Frans de Block in Bandoeng (Bandung). Beiden waren lid van de Indische tak van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB). Julie volgde de hbs: het eerste jaar op een privéschool en daarna bij de zusters ursulinen in Bandoeng. Haar vader, inmiddels directeur van een suikerfabriek in Brits-Indië, betaalde haar opleiding.

Japanse bezetting

Na haar eindexamen woonde Julie van der Steur korte tijd bij haar moeder en De Block. Ze werd stenotelegrafiste op het postkantoor, eerst in Bandoeng en later in Batavia (Jakarta). Nadat ze daar in 1939 was aangerand door haar ‘Hollandse chef’, nam ze ontslag. Ze vond werk als zangeres – ‘lady-crooner’, onder de artiestennaam Mona Banister – in een dansgelegenheid; eerst in Batavia en vervolgens in de haven- en garnizoensstad Soerabaja. Daar leerde ze bij een optreden de half-Engelse, half-Nederlandse marineofficier Will Dobson kennen. In 1940 en 1941 kregen ze twee zoontjes. In de tussentijd trouwden ze. Dobson werd in 1941 opgeleid tot luitenant-vlieger en in februari 1942 gestationeerd in Australië. In februari 1944 kwam hij om bij een vliegtuigongeluk boven Engeland.

Kort nadat Indië in maart 1942 door Japan was bezet, werd het huis van Julie Dobson-van der Steur gevorderd. Ze trok in bij haar moeder in Bandoeng. De Block was toen als Nederlander al geïnterneerd, maar de Euraziatische Dobson-van der Steur en haar moeder en zoontjes bleven vrij. Zo kon Dobson-van der Steur koeriersdiensten voor het plaatselijke verzet verrichten. In april 1943 werd ze door de Japanse militaire politie (Kempeitai) opgepakt. Acht weken lang zat ze vast. Tijdens verhoren met veel geweld en verkrachtingen dreigden de Japanners haar moeder te onthoofden en haar kinderen weg te halen. Zo ging ze overstag: ze ging werken voor de inlichtingentak van de Kempeitai. Met haar talenkennis werd ze als animeermeisje in een Japanse bar in Batavia ingezet voor het uithoren en afluisteren van Duitse marineofficieren. Toen in juni bleek dat Dobson-van der Steur ongewild zwanger was geraakt, werd ze tewerkgesteld op een kantoor in Cheribon (Cirebon). Daar kreeg ze in maart 1944 een miskraam.

Toen Japan zich in augustus 1945 overgaf en de Republiek Indonesië zich onafhankelijk verklaarde, werd Dobson-van der Steur door de Indonesische nationalisten geïnterneerd. Ze zat van oktober 1945 tot april 1946 in de gevangenis van Cheribon, in een cel met twintig andere vrouwen. Op 25 april 1946 werden zij per trein naar Batavia overgebracht, waar op het station vrouwen van het Nederlandse Rode Kruis klaarstonden met voedselpakketten. In het kamp Tjideng (Cideng) werd Dobson-van der Steur behandeld voor de beriberi die ze in de gevangenis had opgelopen. Vervolgens werkte ze op het kantoor van de Allied Military Administration Civil Affairs Branch (AMACAB), dat belast was met het herstellen van de infrastructuur van Batavia.

De hereniging van Julie van der Steur met haar zoontjes verliep moeizaam. Haar moeder had voor de oudste gezorgd; de jongste verbleef bij een oud-collega van het postkantoor in Bandoeng, die echter weigerde het kind terug te geven omdat Van der Steur met de Japanners zou hebben gecollaboreerd. De kinderbeschermingsorganisatie Pro Juventute vond daarvoor geen bewijs en Van der Steur, die inmiddels weer in Batavia werkte als stenotypiste, kreeg haar zoontjes terug. Ze vroeg emigratie naar Nederland aan, samen met haar kinderen en moeder. Daarvoor moest ze een ‘debriefing’ ondergaan bij de in 1945 opgezette Netherlands Forces Intelligence Service (NEFIS). Op 7 augustus 1946 gaf ze toe dat de beschuldiging van collaboratie een kern van waarheid had bevat. Dit bracht ze echter nooit zelf naar buiten.

In Nederland

Met goedkeuring van de NEFIS voer Julie Dobson-van der Steur in oktober en november 1946 naar Rotterdam. Pas daar hoorde ze dat haar man al twee jaar dood was. Met haar gezin kreeg ze onderdak in een ‘contractpension’ in Markelo. Kort daarna vond ze werk op een notariskantoor in Amsterdam. Hier leerde ze de flamboyante katholiek Ton Deymann kennen, geschoold als tuinbouwkundige maar werkzaam als handelaar in schrijfmachines. Nadat diens (tweede) huwelijk was ontbonden, trouwde ze in 1951 met hem – uit zijn eerdere huwelijken nam hij vijf kinderen mee. Samen kregen ze twaalf kinderen. In 1955 ging Julie Deymann-van der Steur werken bij een drukkerij in Alkmaar, de stad waar haar man een bloemenkwekerij had overgenomen. Ze had talent voor grafisch werk en nam teken- en schilderles, deed een cursus marketing en klom op tot ontwerpster en reclamemaakster.

In 1959 werd de kwekerij beëindigd en verhuisde het gezin naar Aalsmeer. Vanaf 1961 werkte Julie Deymann-van der Steur daar thuis aan reclameopdrachten, aangevuld met een kantoorbaan. Samen met haar man kreeg ze een grote, langlopende opdracht: een verkoopcampagne voor turfstrooisel. In 1965 konden ze daarvan een ruime maar geheel uitgeleefde villa in Bussum kopen. Hier schreef Deymann-van der Steur het boek Turf heeft een nieuw gezicht (1966), waaraan haar man een bijdrage leverde op tuinbouwkundig gebied. Nadat hij in 1967 arbeidsongeschikt was verklaard, zette zij de reclamepraktijk zelfstandig voort.

Julie Deymann-van der Steur werd in juni 1969, tegen de zin van haar man, voor de veertiende keer moeder. In de daarop volgende jaren ging ze vanwege klachten van depressieve aard in psychoanalyse bij de psychiater Hans Keilson, die ze tijdens de behandeling van een van de zoons uit haar tweede huwelijk had ontmoet. De relatie met haar man was ontwricht, maar ter wille van de jonge kinderen bleef ze bij hem. In 1990, toen haar jongste zoon 21 was geworden, vroeg ze echtscheiding aan.

Laatste jaren en nalatenschap

Rond 1992 ging Julie van der Steur samenwonen met de twintig jaar jongere Italiaanse beeldhouwer Carlo Maglitto in San Remo. Hier overleed ze op 5 juni 2001, in de ouderdom van tachtig jaar. Ze is in San Remo gecremeerd. Aan William Deymann, haar vierde kind uit het tweede huwelijk, liet ze een map met persoonlijke papieren (‘bewijzen’) na, waaronder kopieën van brieven die ze in 1999 vanuit San Remo aan haar broer schreef. Na inzage in het NEFIS-archief onthulde hij het Indische oorlogsverleden van zijn moeder, waarover zij zelf niet had durven spreken en schrijven.W. Deymann werkt nu aan een biografie.

Archivalia

  • Nationaal Archief, Den Haag: Netherlands Forces Intelligence Service (NEFIS), 1945-1950.
  • Nagelaten privécorrespondentie Julie van der Steur [URL: www.julieallebewijzen.blogspot.nl, geraadpleegd 27-11-2015].

Publicaties

  • ‘Ode aan een onbekende grootmoeder’, Tong-Tong 10 (30-11-1963) 21.
  • Turf heeft een nieuw gezicht (Doetinchem 1966) [m.m.v. A.J.J. Deymann].

Literatuur

Ineke Jungschleger, ‘Daar was een soldaatje met een heel groot zwaard’, de Volkskrant 8-12-1986.

Illustratie

Julie van der Steur, door onbekende fotograaf, 1939 (familiearchief).

Auteur: Kees Kuiken

laatst gewijzigd: 25/01/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.