15 - 01 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De RvS heeft 13 jan. advies uitgebracht over de remonstrantie van
drost en gedeputeerden van Drenthe
d.d. 8 januari.
HHM besluiten conform dit advies dat de Raad de officieren van de
vijand alom zal waarschuwen zowel de bewuste bepaling in de
sauvegarde
van Drenthe te veranderen als af te zien van de clausules die zij in
de sauvegardes van
Twente over de dorpsrechters
aldaar
hebben aangebracht. Zo niet, dan zullen gelijke bepalingen in de
eerste
te verstrekken sauvegarde van deze zijde voor het
kwartier van
Roermond,
Brabant,
Vlaanderen en elders worden opgenomen. Bij weigering
zal de RvS die doen uitvoeren.
2
Aan het verzoek van de Rotterdamse magistraat om kopie van de genomen informatie inzake de
Admiraliteit te Rotterdam
wordt alsnog niet voldaan.
3
Carel van Gelder heeft een declaratie ingeleverd voor de verteringen van
de Deense gezanten van 4.632 gld. boven de kosten
van de huisvesting, terwijl het gebruik van linnen- en beddengoed op
ten minste 20 gld. per dag gerekend moet worden.
Gedeputeerden uit de RvS zullen met de
thesaurier-generaal de declaratie
onderzoeken en
erover beslissen.
4
HHM blijven bij hun resolutie d.d. 16 dec. 1625 inzake de akte expectatief voor
Buccleugh. Het rekest van diens last- en procuratiehouder
Jean Clarke is daarmee afgewezen.
5
Halewyn en
Matelief gaan op verzoek
van de
afgezanten van de
Engelse koning
naar
Amsterdam om magistraat en particulieren aan te
zetten
tot de realisatie van de lening op de Engelse juwelen.
6
Languerack heeft 333 1/3 kroon tegen 128 groten de kroon getrokken; de
wissel van 1.000 gld. is door
Latfeur,
Calandrini en
Van der Meulen
ter
betaling door de ontvanger
Reael te
Amsterdam aangeboden.
De heren van
Holland wordt gevraagd de wissel te betalen in aftrek van
hun consenten.
7
Naar aanleiding van haar advies d.d. 14 jan. is goedgevonden dat de
Rotterdamse Admiraliteit
recht en justitie pleegt in de zaak van
Richart Giffart.
8
De
Amsterdamse Admiraliteit
vraagt per brief d.d. 14 jan. of op grond van het plakkaat van 22 juli 1625 een premie mag worden genomen van een Engels schip dat door een van de oorlogsschepen is bevrijd van de Duinkerkers.
HHM zullen antwoorden dat, aangezien dit schip langer dan twee maal 24 uur in handen van de vijand is geweest, de kapitein van het oorlogsschip blij mag zijn [conform het plakkaat] te worden behandeld als ingezetene van de Republiek. De Admiraliteit moet de zaak naar recht en billijkheid afhandelen.
9
De
Bewindhebbers van de VOC
zenden d.d. Amsterdam 8 jan. hun antwoord op de klachten die de Engelsen 8 dec. 1625 aan HHM hebben overgebracht. De Heren Zeventien verzoeken een kopie te zenden aan
Joachimi opdat hij hun belangen behoorlijk kan behartigen.
Noortwyck,
Beaumont en
Schaffer zullen het antwoord
bestuderen en verslag
doen.
10
Commies
Van der Haer zet uiteen waarom de RvS nog niet definitief heeft beslist
over de door de
heren van Zeeland
ter liquidatie
aangebrachte kosten
die
Mansfeld weigert voor zijn rekening
te nemen.
De Raad zal de liquidatie met Zeeland afronden en de provincie de gedocumenteerde buitengewone kosten voor het hoge aantal zieke en
arme soldaten van Mansfeld doen passeren. Van deze gedocumenteerde posten zal een staat gemaakt
worden waarmee het bedrag teruggevorderd kan worden van
D'Espesses.
11
Van der Haer rapporteert voorts dat, hoewel zij daartoe ernstig zijn
verzocht, de
Kleefse raden weigeren de vorige winter
naar
Lünen gestuurde timmerlieden en soortgelijke
officieren te betalen.
Deze officieren zal alsnog de dienst worden opgezegd en zullen door het
land worden betaald tot op dit moment.
12
Commies
Schade rapporteert dat de compagnie van kapitein
Villetard d.d.
Zaltbommel 21 aug.
1625
gemonsterd op 78 koppen, op 11 november 1625 bij inspectie was
gereduceerd tot 62 en nu, 8 jan. gemonsterd te
Klundert, niet meer dan 43 koppen telt.
De RvS zal de redenen van deze verzwakking doen achterhalen om naar
bevind van zaken en in landsbelang te handelen.
13
Rantwyck,
Antwerpen,
Beaumont
en
Haersolte zullen een mondeling
onderhoud hebben
met de pachters van het vierde part van de konvooien en licenten over
de [eer]gisteren verzochte punten.
14
Halewyn en
Van der Meer doen
verslag van hun
gesprek met
Brasser over de betaling
van het
regiment voor de
Deense koning. Hij
wil het geld
naar
Hamburg overmaken mits op elke rijksdaalder een
oord genietend.
HHM keuren goed dat beide gedeputeerden en thesaurier-generaal
De Bije dit met Brasser overeenkomen voor de
periode
die nog rest van de drie maanden dat het regiment naar Denemarken is
gezonden.
15
Willem Muilman c.s. verzoeken steun voor de restitutie van hun door de
Engelsen genomen schip en goederen.
HHM zullen
Joachimi schrijven zich
hiervoor in te
spannen.
16
Van de
Zeeuwse Admiraliteit
is een brief d.d. 10 jan. ontvangen waarin haar argumenten tegen de generale uitwisseling van gevangenen zijn vermeld.
Z.Exc. zal hiervan op de hoogte worden gesteld.
17
De RvS adviseert voor het onderhouden van een wagen voor elk van de compagnieën in dienst van de
Deense koning 45 gld. per 32 dagen door het land te laten
betalen.
HHM staan toe dat de kapiteins op deze voet een wagen gepasseerd
wordt.
18
De gedelegeerde rechters en fiscaals in de zaak van de
Rotterdamse Admiraliteit
verzoeken kopieën van respectievelijk de instructie waarop raden, fiscaals en secretarissen van de Admiraliteit vanouds hebben gediend, het daaropvolgende reglement van 19 april 1624 met de aan het College gezonden brieven, de oude en de nieuwe commissies alsmede de namen van de raden ter Rotterdamse Admiraliteit van de afgelopen zes jaar. Ook verzoeken zij de
Generaliteitsrekenkamer
inzage mogelijk te maken in de twee of drie laatste rekeningen met bijbehorende documenten van de comptabele officieren van de Admiraliteit. Bovendien willen zij generale toegang tot alle voor de zaak van belang zijnde boeken, registers, stukken en papieren die zich bevinden in de colleges of onder de suppoosten van de Generaliteit.
HHM zullen daartoe de vereiste akte verstrekken.
19
Het advies van de
Rotterdamse Admiraliteit
d.d. Rotterdam 8 jan. inzake het rekest van
Oudenbosch en
Standdaarbuiten d.d. 18 en 21 okt. 1625
luidt dat men de ingezetenen van beide plaatsen
mag toestaan enige
van hun schepen te gebruiken achtereenvolgend van de ene naar de
andere
partij. Als het ene schip is gearriveerd aan deze zijde van schans
Blaak, mag het andere
schip weer richting
Oudenbosch en Standdaarbuiten varen. Tegen mogelijk misbruik van hun
schepen door soldaten of matrozen moet opgetreden worden.
Z.Exc. heeft kennis genomen van het advies en ziet geen bezwaren, HHM
sluiten zich daarbij aan.