31 - 01 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Van het overleg met Z.Exc. over de verschillende voorstellen voor het secours naar
Puerto Rico wordt opnieuw verslag gedaan.
HHM machtigen Z.Exc. twee Nederlandse compagnieën van elk honderdvijftig
koppen aan te wijzen om de voorgaande resolutie uit te voeren. De
compagnieën worden versterkt tot elk driehonderd koppen, gedurende een half
jaar door het land te onderhouden uit de buitenlandse subsidies.
Indien
Puerto Rico gehandhaafd blijft, zullen de provincies proberen hun
principalen ertoe te brengen de bekostiging van de soldaten door het
land voort te zetten.
2
HHM verzoeken en machtigen Z.Exc. in overleg met en met toestemming
van
Ernst Casimir, de plaats van luitenant-kolonel
die
Pithaen bekleedde, te bezetten
met een ander
bekwaam persoon. Z.Exc. dient ook het fort te
's-
Gravenwaard te voorzien van een
Nederlandse commandant. Dat mag degene zijn die op dit moment voor
deze
taak wordt benut, maar ook een ander bekwaam persoon. De compagnie
van
Pithaen zal voortaan door haar luitenant worden geleid en hijzelf zal
van nu af aan de gage van kapitein genieten en zich niet met de
compagnie bemoeien.
De heren van
Utrecht verzoeken dit punt enige
dagen
aan te houden voor overleg met de
Staten van
Utrecht
, die deze compagnie ter repartitie hebben.
3
De RvS adviseert d.d. 30 jan. de
Zeeuwse Admiraliteit
te machtigen om met de ingelanden van
Ossenisse,
Hontenisse en de polder van
Namen te onderhandelen over de uitvoer van een deel
van hun gewas naar vijandelijke steden, erop toeziend dat er geen
bedrog wordt gepleegd.
HHM sturen advies en rekest naar de Admiraliteit die een ter arrestatie
aan HHM te zenden reglement moet maken inzake de uit te voeren
goederen.
4
De Schotse predikant
Andreas Honterus krijgt de helft van zijn extraordinaris traktement van 200
gld. per jaar vooruitbetaald.
5
De volmachten van
Ameland verzoeken expeditie van hun proces tegen de
heer van
Ameland.
De Bye,
Essen,
Noortwijck,
Beaumont en
Schaffer zijn gecommitteerd tot het
afdoen van
deze
zaak.
Op verzoek van de heer van Ameland staan HHM hem toe, net als de volmachten, de lijst van stukken uit te breiden. Hij heeft daarvoor drie weken de tijd.
6
De
Rotterdamse Admiraliteit
schrijft dat de Portugese schipper
Salvador Piedes enig volk uit
Bahia de Todos os Santos hier
heeft gebracht.
Hij wil weer naar
Oporto gaan en verzoekt vijf of
zes
van de gevangengenomen Portugezen als bootsvolk te mogen gebruiken.
HHM wijzen dit verzoek af omdat men doende is een generale
uitwisseling van gevangenen te regelen.
7
Het advies van de RvS van 27 jan. over de op 26 jan. ontvangen brief van
Halcket wordt gelezen.
Stakenbroeck
had een
dergelijke akte niet gegeven mogen worden. Het is vreemd dat de
grenscommandanten zichzelf gemachtigd achten dergelijke permissies te
verstrekken. Dagelijks wordt er geklaagd over hun sinistere en op
eigen
voordeel gerichte duiding van het plakkaat van HHM. De autoriteit die
zij zich toemeten doet ze dreigementen uiten en heffingen opleggen
bij
particuliere schikkingen. Zij bezorgen arme en onschuldige
plattelanders op allerlei manieren overlast en persen hen af.
De brief van Halcket gaat opnieuw naar de RvS die gemachtigd wordt over
deze aangelegenheden te disponeren in het belang van het land.
8
Het garnizoen van
Coevorden heeft
Adriaen Pinninck uit
Oldenzaal, die op paspoort van HHM naar het platteland was gereisd,
gevangengenomen en van zijn geld beroofd onder het voorwendsel dat de
paspoorten waren ingetrokken.
Quirijn de
Blauw
weigert met hetzelfde argument de ontsnapte Pinninck het geld te
restitueren.
HHM gelasten hem de plakkaten uit te voeren, conform de resolutie van 8
dec. 1625 te handelen en het geld te restitueren.
9
Namens het bestuur van het Land van
Luik dringt
Van der Veecken aan op
brieven aan
de commandanten van de grenssteden om een eind te maken aan de
excessen
die door de soldaten aldaar worden gepleegd met het plakkaat van
retorsie als dekmantel. Ook vraagt hij de gevangenen op borg vrij te
laten.
HHM laten de RvS hierover beslissen.
10
Halewijn,
Schagen en
Oosterzee
rapporteren dat
Van Gelder de
declaratie wil afmaken op 4.700 gld.
HHM gaan met dit bedrag akkoord en laten ordonnantie depêcheren.
11
HHM bespreken het advies van de RvS d.d. 31 dec. 1625 over het korten van de ruiters die in de
Betuwe verblijf hielden. Ofschoon Z.Exc. meent
dat men de ruiters niet moet korten, vinden de raden dat de plakkaten
en
bepalingen van het land die in gelijke zaken zijn gehanteerd tot een
korting nopen.
Rantwyck,
Matelieff,
Oosterzee,
Haersolte en
Schaffer en twee of drie leden van
de
RvS zullen met Z.Exc. de zaak nader
onderzoeken en bezien of een korting toegepast moet
worden.
Ze moeten dan ook de hoogte van die korting en haar grondslag
bepalen.
12
De gedeputeerden van HHM doen verslag van hetgeen zij tot nog toe met de aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteiten hebben besproken inzake de kustbewaking.
Zij zullen Z.Exc. van het besprokene in kennis stellen.
Matelieff zal zich bij het besogne voegen.
13
De heren van
Holland hebben uit
Amsterdam vernomen dat
Pieter van Beeck voor 8 feb.
aanstaande geen geld kan verstrekken op de Franse wisselbrieven.
HHM zullen die datum afwachten en ondertussen de compagnieën met
beloften trachten tevreden te stellen.
Sommelsdyck
en
Langerack zal geschreven worden
te bevorderen
dat
de betalingen beter verlopen.
14
Fennetje Arens, weduwe van
Frans Laurens van
Woerden,
krijgt uit medelijden 5 gld.
15
Ordonnantie wordt gedepêcheerd van 119 gld. 1 st. voor de door
Halewijn en
Matelieff gedeclareerde
kosten van hun
reis naar en verblijf in
Amsterdam van 15 tot 17
januari.