20 - 03 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De heren van
Holland melden dat hun
principalen
toestemmen in de 600.000 gld. die HHM 19 dec. 1625 ten bate van de
tweede Engelse vloot hebben gevraagd. Ook consenteren zij de snelle
levering van de eerste termijn van 200.000 gld. extra subsidie van
de
Admiraliteiten. Zij achten het raadzaam de Admiraliteiten te
schrijven
van de terugkerende schepen uit
Frankrijk en
Engeland er vijftien te uit te rusten voor de
nieuwe
vloot.
In de alliantie zal worden nagezien tot hoeveel schepen HHM zich verplicht hebben.
2
De Admiraliteitscolleges zal worden geschreven de uit
Engeland teruggekeerde schepen onder
Reael direct
af te danken.
3
De vier Engelse regimenten blijken niet te worden betaald.
De RvS zal van
Calandrini het verschil opeisen tussen de volgens de monsterrollen
gedane uitkeringen en het bedrag voor de voltallige compagnieën.
Daarvan kan dan een betaling worden gedaan.
4
Thomas de Wit c.s. krijgen voorschrijven aan de Raad van de
koning in
Schotland opdat zij hun
door de
Duinkerkers veroverd schip, dat zich nu in het Schotse
Leith bevindt, terugkrijgen.
5
De Turkse officieren zal op hun gisteren ingediende verzoek worden meegedeeld dat zij de Castiliaanse slaven mogen laten vrijkopen door de hier woonachtige Portugezen om zo hun vertrek te financieren.
6
De
landgraaf van Hessen schrijft d.d. Kassel 15 feb. met credentie op zijn raad dr.
jur.
Herman Wolffen.
Als hij daarom verzoekt, krijgt hij audiëntie.
7
Rantwijck,
Cats,
Antwerpen,
Beaumont,
Hertevelt,
Oosterzee en
Schaffer zullen op suggestie van
de heren van
Holland onderzoeken hoe het is gesteld met en wat
de grondslag is van de
zitting der Engelse ambassadeurs in de
RvS
.
8
Gans van de Rotterdamse Admiraliteit heeft aangevoerd dat de
officier te
Delfshaven het verzoek van de
gedeputeerden van de
Admiraliteit
en van
de
pachters van de konvooien en licenten om te assisteren bij het
lichten
van zijde en andere onvrije waren uit de net aangekomen Engelse
lakenschepen.
De officier zal worden geschreven dat hij de plakkaten moet uitvoeren en de assistentie verlenen. De heren van
Holland wordt verzocht hetzelfde te schrijven.
9
Arnt de Groot wordt ten behoeve van de
koning van
Zweden tegen cautie de vrije uitvoer toegestaan van
honderdtachtig schippond touwwerk, tien balen canvas,
honderdvijftig
stuks haardoek, voor 6.000 gld. aan kromhout, 1.000 gld. aan
kompassen
en nachtglazen, 1.000 gld. aan spijkers en ander ijzerwerk,
1.000
gld. aan verf, dertig stuks laken voor schanskleden. Binnen drie
maanden na de uitvoer moet de borg door de koning zijn gezuiverd.
Ook mag worden uitgevoerd wat nog resteert van hetgeen in het paspoort
voor de koning van Zweden d.d. 13 sept. 1625 is genoemd.
10
Z.Exc. geeft HHM ter overweging de door het overlijden van
Marquette vrijgekomen plaats van luitenant-generaal van de cavalerie
te bezetten met een gekwalificeerd persoon. Hij stelt daartoe voor
ritmeester
Stakenbroeck,
commissaris-generaal
van de
cavalerie.
HHM schorten het besluit op tot morgen.
11
Rantwyck,
Brouchoven en
Van der
Lingen zijn teruggekeerd uit
Friesland
en
doen verslag van de redenen waarom
Oostergo,
Zevenwouden en de steden zich hebben onttrokken
aan de
uitspraak van HHM over het vinden van hun bijdrage. Zij zijn er
niet in
geslaagd de provincie te brengen tot het voorlopig verpachten van
de
middelen.
HHM zullen dit nader bespreken en danken de heren niettemin voor hun moeite.
12
Isaac Janssen Canin krijgt een verlenging van drie jaar van zijn octrooi d.d. 14
mei 1619 op het
drukken van de synodale acta.