14 - 05 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De magistraat van
Oosterhout verzoekt om verdubbeling van hetgeen aan levensbenodigdheden
bij akte van 29 nov. 1625 is toegestaan.
De RvS dient te adviseren.
2
Op attestatie van het bestuur van de ambachtsheerlijkheid
Besoijen mogen, tegen Bosch' licent en onder borgstelling dat zij niet
elders belanden,
Anthonis van
den
Andel
en
Jan Matthyssen elk twee paarden
invoeren voor
de
landbouw. Eerstgenoemde mag ook uit
Almkerk riet
halen voor het herstel van zijn huis.
3
De RvS moet adviseren over het verzoek van de ingezetenen van
Bokhoven. Zij vragen uitbreiding van de 28 nov. 1625 verleende en 5
maart jl. ingeperkte akte op de aanvoer van levensmiddelen.
4
Tegen Bosch' licent mag
Jan van Delff, kastelein te Bokhoven, voor zichzelf een rijpaard uit de
Republiek naar
Bokhoven brengen.
5
De Admiraliteit te
Rotterdam
heeft haar advies inzake de roei-jachten opgestuurd.
Een afschrift gaat naar het
Noorderkwartier
.
6
HHM hebben een brief ontvangen van de
Amsterdamse Admiraliteit
, vergezeld van een aan haar gericht origineel schrijven d.d. 7 mei van de Admiraliteit in het
Noorderkwartier
. Daarin wordt bericht dat enkele zeesteden de uitvoering van het 22 juli 1625 uitgebrachte plakkaat op bewapening, bemanning en admiraalschappen van de koopvaardijschepen verhinderen. Amsterdam zal daardoor ook niet in staat zijn het plakkaat uit te voeren.
Besloten wordt de retroacta na te gaan.
7
Theophile Thibaut heeft opnieuw aangedrongen op de vrijlating van zijn in
West-Indië gevangengehouden broer in ruil voor de
door hem vrijgelaten twee Spanjaarden.
Thibaut moet de plek waar zijn broer vastzit specificeren zodat hij
opgenomen kan worden in de lijst ten behoeve van de ophanden zijnde
uitwisseling van gevangenen.
8
Overeenkomstig de gisteren genomen resolutie hebben de generaalmeesters van
de Munt
geadviseerd de magistraat van
Deventer te verzoeken alle documentatie en tekeningen aangaande de
munt te
Huissen naar
's-
Gravenhage op
te sturen. Op grond daarvan kan dan nader beslist worden over
de
persoon van de muntmeester en zijn aanhangers. Ook zou het goed
zijn
Christoffel Wort te pakken te
krijgen.
Een beslissing is uitgesteld.
9
De Bie en overige gecommitteerden hebben verslag uitgebracht over
de door de generaalmeesters van
de
Munt
ingediende declaratie van circa 25.000 gld. over een periode van
drie
jaar en vijf maanden.
Dit zal punt voor punt worden onderzocht.
10
De RvS adviseert d.d. 7 mei de executie van
Gulik
[Jülich],
Berg etcetera vanwege de gunstige
gelegenheid
nu ter hand te nemen. Maar omdat
Spierinck
hiernaartoe is gekomen om de executie tegen te houden en ook al in
deze
zaak audiëntie is verleend, kan er eigenlijk geen vervolg zijn
voordat hij is afgezonden.
HHM besluiten conform dit advies dat
Rantwijck,
Boetzeler en
Schaffer
met Spierinck diens propositie bespreken en hem
duidelijk maken dat alles wat daarin wordt aangevoerd HHM niet
aangaat,
aangezien zij de
keurvorst van
Brandenburg bij
traktaat toegezegd hebben bij deze executie te assisteren. Woorden
voldoen niet meer, het geld moet spreken.
11
In aanwezigheid van
Z.Exc. en de
RvS
doen de
gecommitteerden
van HHM verslag van hun beraad met de afgevaardigden van
respectievelijk de
graaf en de
stenden van
Oost-Friesland en die van de stad
Emden. De afgevaardigden van de graaf hebben op
zeven
of acht minder belangrijke punten bezwaren geuit tegen de uitspraak
van
de gedeputeerden in Oost-Friesland en hebben nieuwe artikelen
overhandigd. Die van Emden hebben geantwoord dat zij daartoe geen
lastgeving hebben en uitsluitend hier zijn in verband met die
uitspraak, aangezien de graaf, teneinde gehoord te worden, uitstel
van
haar uitvoering had verzocht. De afgevaardigden van de graaf
houden
vol dat deze met de ridderschap, de steden
Norden
en
Aurich en de huismansstand tot een akkoord is
gekomen
en dat hun afgevaardigde
Ciriacus
Hisken dit met
het
besluit van de Landdag bewijst. De stenden hebben zich niettemin
gehouden aan de uitspraak en zullen zich houden aan hetgeen HHM
daarop
vastleggen.
De gecommitteerden zullen nogmaals met de diverse afgevaardigden in bespreking treden over de artikelen waarop een akkoord mogelijk is en vooral letten op de punten van de heffingen en de bezetting van het gebied, aangezien daarop zeer wordt aangedrongen door Emden. Voorts zouden ook de overige door de grafelijke afgevaardigden ingeleverde punten zo goed mogelijk geschikt dienen te worden.
12
Schout en dijkgraaf van de
Hooge Zwaluwe en de
Lage Zwaluwe verzoeken vier paarden en
36 stuks vee voor de landbouw en beweiding te mogen halen.
De RvS wordt advies gevraagd.
13
Willem de Loekere uit Zevenbergen verzoekt twaalf stuks jongvee van twee jaar
oud van
Klundert naar gorsland genaamd
"Paardenhil"
te mogen brengen. Dit valt onder de jurisdictie van Klundert, maar
ligt
aan de overzijde van de rivier.
HHM staan dit toe tegen betaling van tienvoudig Bosch' licent voor elk beest dat tegen de winter niet wordt teruggebracht, ook in het geval de vijand zich er meester van mocht maken.