15 - 05 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Vosbergen brengt naar voren dat
Doublet van de 400
rijksdaalder door hem te
Stralsund op
Hendrick Baert getrokken, 16
rijksdaalder als
opgeld
heeft uitgekeerd. Dit is niet in de declaratie van de kosten van
Vosbergens reis opgenomen.
Van de 16 rijksdaalder zal apart ordonnantie worden gemaakt opdat de ontvanger die in in rekening kan brengen.
2
Anthonette Vogels, weduwe van
Cornelis
Snaters, verzoekt
hop van
Boxmeer naar
Emmerik
[Emmerich] of
Rees te mogen uitvoeren.
De RvS moet adviseren.
3
Naar aanleiding van de op 8 mei door HHM genomen resolutie schrijft de RvS d.d. 12 mei dat
Ludolph van Lintzenich aangesteld zou kunnen worden als adjunct of
controleur van degenen die zullen toezien op de in dienst van het
land te gebruiken schepen. In een
dergelijke functie zou hem voorlopig een traktement van 25 st. per
dag
toegewezen kunnen worden.
Zodra de verordening op de schepen is vastgesteld zal Lintzenich conform het advies in dienst worden genomen. De RvS zal hem
intussen eenmalig 100 gld. verstrekken.
4
De zaak van de muntslag te
Huissen is met het daarover gisteren verstrekte advies van de
generaalmeesters van
de Munt
opnieuw
besproken.
Van der Meiden zal naar
Deventer worden gestuurd met een
brief voor de plaatselijke magistraat. Daarin wordt verzocht de
gevangen
muntmeester
Claes Meinerts in
bijzijn van
Van der Meiden te ondervragen. Ook zal worden
gevraagd de informatie, geschriften, boeken en papieren in
origineel
of kopie aan Van der Meiden te overhandigen
zodat
HHM, die gezien hebbend, over de zaak kunnen beslissen.
Van
der Meiden moet ook onderzoeken of de magistraat bereid
is
de muntmeester op akte van non-prejuditie over te dragen.
5
Volgens
Boetzeler heeft
Spierinck toegezegd
schriftelijk
te vragen
Christoffel Wort in
hechtenis te
nemen en
hiernaartoe te zenden, maar lijkt het hem ook goed dat HHM
daarover
aan
stadhouder en raden van
Palts-Neuburg
schrijven.
Aldus wordt besloten.
6
Agent
Valckenborch heeft een declaratie van 40 gld. 18 st. ingediend over de
door hem gemaakte kosten voor het vervoer van de geschenken voor
onder
anderen de hertog van
Buckingham.
Dit bedrag en nog eens 200 gld. reiskosten zijn goedgekeurd en ter verrekening opgeschreven.
7
Schagen en
Rode zullen de door de
gedeputeerden
in
Oost-Friesland ingediende declaratie van voor
hun
reis gemaakte kosten vanaf oktober 1625 tot heden onderzoeken.
8
Schagen,
Rode en
thesaurier-generaal
De
Bie zullen de door agent
Brederode
ingediende declaratie voor zijn ordinaris residentie en bijkomende
kosten over eind maart 1624 tot eind maart 1625 onderzoeken.
9
Op nader aandringen van
Joost Willemsen, koopman te Amsterdam, wordt hem bij deze de uitvoer
toegestaan van tweehonderdduizend pond buskruit tegen betaling van
's
lands rechten en onder borgstelling dat het buskruit wordt geleverd
aan
geallieerden van de Republiek. Hij mag pas tot de uitvoer overgaan
als
hij vanuit
Danzig
[Gdansk] een gelijke
hoeveelheid salpeter heeft doen invoeren.
10
De vrienden van kapitein
Cornelis Jacobs Spanckert en wijlen zijn vrouw
Grietge
Jans,
verzoeken HHM kwijtschelding van de 4.200 gld. die
Spanckert het land nog schuldig is. Zij geven
HHM
in overweging mee dat de kapitein nog een aanzienlijk bedrag tegoed
heeft van zijn aanstelling in 1610 bij de
keurvorst van
Brandenburg. Hem is 5 juni 1610 een akte gegeven die
stelt
dat HHM voor de betaling van zijn dienst instaan.
HHM vragen advies aan de RvS.
11
Joachimi schrijft d.d. Londen 6 mei.
HHM stellen de besluitvorming vooralsnog uit.
12
Ter vergadering zijn twee gecommitteerden van de
Amsterdamse Admiraliteit
verschenen met het verzoek om ondersteuning voor de uitrusting van de schepen voor de tweede Engelse vloot. Overigens was de situatie de afgelopen week zo nijpend dat zij om de bootsgezellen tegemoet te komen 24.000 gld. hebben moeten lenen.
Zij verzoeken ook de Colleges in het
Noorderkwartier
en te
Harlingen
te houden aan de uitvoering van het plakkaat van 22 juli 1625.
Er valt nog geen besluit omdat
Holland de zaak in beraad houdt en heeft toegezegd met de
afgevaardigden te spreken.
13
De
hertog van Saksen-Weimar krijgt het gedurende zijn absentie vervallen traktement
vergoed.
14
De schippers die vorig jaar bij de kust van
Frankrijk zijn aangehouden en werden verplicht de ruiters voor de graaf
van
Mansfeld te vervoeren, hebben
daarvoor in
Frankrijk, ondanks bemiddeling van HHM, nog steeds
geen betaling ontvangen. Ondersteund met brieven van de
Amsterdamse magistraat verzoeken zij HHM andere
wegen
te bewandelen.
Besloten wordt dat
Noortwijck en
Vosbergen met de Franse
ambassadeur zullen spreken over
mogelijkheden
tot
tegemoetkoming van de schippers.
Beide heren zullen ook nog eens met de ambassadeur te spreken over de liquidatie van de schepen die onder
Haultain in dienst van de
Franse
koning zijn
geweest.
15
Graaf
Willem van Nassau heeft het verzoek opgestuurd van
Jan
van
Gronsfelt, burger uit Kalkar. Hij wil honderd mud zout
uit de
Republiek naar
Kalkar vervoeren.
HHM staan dit niet toe.
HHM committeren
Rantwyck,
Noortwyck,
Hindelopen,
Vosbergen,
Boetzeler,
Haersolte en
Schaffer om te
onderzoeken in
hoeverre
het toestaan van de uitvoer van allerlei goederen naar neutrale
gebieden en vice versa, waarbij de uitvoer met drie- of vierdubbel
licent zou moeten worden bezwaard, niet nuttiger zou zijn dan het
gesloten houden van de licenten.
16
De erfgenamen en
weduwe van Hilbrant Jacobs van Wouw is octrooi verleend om gedurende zes jaar exclusief
De practycke in civile saecken van
Joost de Damhouder1 te drukken.
17
Bonavontura en
Abraham Elzevier,
boekdrukkers van de
universiteit te Leiden, is octrooi verleend om gedurende tien jaar
exclusief te drukken Graciam veterem illustratam
studio et
opera Ubbonis Emmii.2 Dit octrooi krijgen zij ook voor
de uitgave van diverse
verhandelingen over de regeringen van
uiteenlopende koninkrijken en republieken zoals
Respublica et
status regni Galliae, Angliae et Schotiae, Poloniae, Hispaniae,
Helvertiae, Daniae, Norwegiae etc. Suetiae, Graeciae, Germaniae,
Turcici, Ungariae et Bohemiae, Romani Imperii
Venetiae.
3
18
HHM hebben de concepten van de brieven, die conform de resolutie van 12 mei aan
Friesland geschreven moesten worden, gelezen en besluiten die aldus te
verzenden.
19
HHM hebben de conceptakte voor het kwartileren van het wapen van de
Venetiaanse ambassadeur, conform de resolutie van 7 mei opgesteld, gelezen.
Vosbergen is gevraagd het ontwerp aan de ambassadeur mee te
delen.