06 - 07 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Op certificaat van schout, burgemeesters en heemraden van de vrije boerderijen onder
Capelle in de
Langstraat is
Anneken
Adriaensdr., weduwe van
Pieter Gerrit Andriessen, en
Jochim
Cornelis toegestaan elk twee landbouwpaarden te halen,
tegen Bosch' licent en onder waarborg
dat
zij in Capelle blijven.
2
Op attestatie van de richter te 's-
Grevelduin-Capelle wordt
Adriaen
Jochims,
Anthonis Govers, de jonge
Jan Janssen en
Dirxken,
weduwe van
Pieter Govertsen, toegestaan
gezamenlijk zeven
paarden te halen, tegen Bosch' licent en onder waarborg dat zij
niet
naar elders worden vervoerd.
3
De
weduwe van kapitein Tubbe heeft te kennen gegeven dat de
Staten
van
Groningen en Ommelanden
bezwaar maken tegen het
onderbrengen van haar eerste zoontje bij de compagnie van haar man.
Zij
vreest dat dit ook zal gebeuren met haar tweede zoontje.
Het rekest gaat naar de RvS om te regelen dat de twee jongens worden ondergebracht bij een Engelse compagnie totdat zij oud genoeg zijn om feitelijk dienst te doen.
4
Franck van der Burcht uit Delft verzoekt
Stoffel
Leenerts,
door hem gehuurd om op zijn kavel in
Prinsenland
te
gaan wonen, toe te staan zijn paarden, koeien en meubelen uit
Heijningen naar Prinsenland te brengen, volgens
de
gerechtelijke specificatie d.d. Heijningen 2 juli.
Dit wordt toegestaan mits Bosch' licent wordt betaald voor de paarden en de koeien en onder waarborg dat zij niet in handen van de vijand geraken.
5
Schout, schepenen en regeerders van
Prinsenland verzoeken met enige ponten uit het veen turf te mogen halen
volgens de door HHM in februari toegestane
lijst.
De
Admiraliteit te Rotterdam
wordt om advies gevraagd.
6
Hendrick Hulshout uit Prinsenland mag voor het bouwen van een schuur circa
honderd daksparren en sparren, vijf à zes balken van vurenhout en
wat
riet naar
Leur
[Etten-Leur] brengen, tegen
Bosch'
licent
en onder waarborg dat zij niet elders terechtkomen.
7
Catarina van Gent krijgt paspoort om met haar kamenierster naar vijandelijk
gebied te reizen en weer terug te keren, met haar bagage.
8
In een brief van de
keurvorst van Keulen d.d. Bonn 22 juni en in een schrijven van deken, kapittel en
stadsbestuur van
Münster d.d. Münster 27 juni
worden ernstige klachten geuit over de enorme afpersingen door
ruiters van HHM tijdens hun laatste tocht in het bisdom. Zo
zouden zij het stadje
Schöppingen hebben
ingenomen,
geplunderd en er 57 burgers hebben gedood. Men wil een passende
bestraffing en teruggave van de geroofde goederen.
De brieven en bijbehorende stukken gaan naar de RvS die, na inlichtingen te hebben ingewonnen, een passende beslissing moet nemen.
9
Op verzoek van
Robert van Reidt, sluiter te Sonsbeck, is commandant
Moulert opgedragen hem vrij te
laten tegen hier
te
stellen cautie.
10
Op verzoek van
Jan Andries Moorbeeck zal aan de
Kleefse raden worden
geschreven hem te helpen bij het verkrijgen van snel recht en
justitie
tegen
baron van Gent.
11
Blase Pieters, burger te Vlissingen, verzoekt vergoeding van de door hem
geleden schade. Zijn schip is door het schip van
Moij
Lambert zodanig beschadigd dat hij het moest opgeven en
door
een Rotterdams oorlogsschip tegen bergloon moest laten bergen.
De
Admiraliteit te Rotterdam
wordt om advies gevraagd.
12
Op verzoek van
Paul de Wilm zal aan de provincies worden geschreven te regelen dat hij
precies volgens de afgesproken termijn wordt betaald, zodat hij
daar
zeker van kan zijn. Dit is hem al door
Holland
gegarandeerd.
13
Op bevel van de RvS heeft secretaris
Huigen HHM verzocht een besluit te nemen over zowel de wijziging
van het plakkaat van retorsie als het voornemen van de
Staten van Holland
voortaan zelf
de
monsterrollen te sluiten.
De gecommitteerden tot de behandeling van het plakkaat is verzocht een advies te formuleren en de gedeputeerden van
Holland is verzocht hun resolutie inzake de monsterrollen in te
brengen.
14
Kelffken brengt naar voren dat in
Nijmegen een
bijeenkomst van arminianen, waaraan werd deelgenomen door de
plaatselijke chercher
Hendrick Jurien, is
opgebroken. De
magistraat
heeft de chercher gedagvaard, maar hij is per schip vertrokken.
Men
verzoekt hem conform het plakkaat te bestraffen.
De
Rotterdamse Admiraliteit
zal worden geschreven hem conform het plakkaat van zijn ambt vervallen te verklaren.
15
Uit een aan
Z.Exc. geschreven brief van de
Gecommitteerde
Raden van
Zeeland
d.d. 3 juli blijkt dat de vijand gereed ligt
om
met negen koningsschepen en een groot aantal particuliere schepen
uit
Duinkerke uit te varen. In
Oostende
liggen zeven [konings]schepen en enkele particuliere schepen. Ook
is
bijna al het bootsvolk vanuit
Antwerpen naar
Duinkerke en andere Vlaamse havens gestuurd.
Met advies van Z.Exc. is besloten naar de kust van
Vlaanderen niet alleen de tot haar bewaking bestemde schepen te sturen,
maar ook de schepen die al zijn uitgerust ten behoeve van de tweede
Engelse vloot. Twee van de door de
Admiraliteit te
Amsterdam
geëquipeerde schepen zullen, tot nader
bericht,
naar de
Bocht
[Golf van Biskaje] worden
gestuurd tegen de rovers
die
zich daar ophouden. Twee schepen van het
Admiraliteitscollege in het
Noorderkwartier
zullen eerst naar
Plymouth gaan om twee
Oost-Indiëvaarders van konvooi te voorzien en vervolgens naar de
kust
varen.
Om dit alles te effectueren zijn
Abraham Boom, oud-burgemeester van Amsterdam,
Willem Sibrantsen
Groes, oud-burgemeester van Enkhuizen en
Vosbergen aangewezen om bij
respectievelijk
de
Admiraliteit te Amsterdam, die
in het
Noorderkwartier en die te
Rotterdam
te bevorderen dat de
schepen
voor de
kustbewaking en de tweede Engelse vloot zo snel mogelijk naar de
kust
worden gestuurd. Boom en
Groes
zullen bovendien naar
Texel reizen om te
bevorderen
dat de schepen daarvandaan vertrekken. In het geval door
geldgebrek
vertraging dreigt te ontstaan, dienen Boom en
Groes bij de betreffende magistraten aan te
dringen op een met spoed te verlenen voorschot. Zij mogen dat
bedrag
korten op hun aandeel in de door de Admiraliteiten gevraagde
subsidie
en het zal gelden als betaling van hun extraordinaris consenten.
Aan de
Zeeuwse Admiraliteit
zal worden geschreven er alles aan te doen haar schepen zo spoedig mogelijk naar de kust te doen varen opdat met Gods hulp de kwade plannen van de vijand worden verhinderd.
16
Opnieuw wordt aangevoerd dat Z.Exc. aanbeveelt de schorsing van
Villetart op te heffen. Ook de
Franse
ambassadeur
dringt hier sterk op aan en heeft verklaard na afloop van deze zaak
af
te zullen zien van nieuwe interventies.
Met een beslissing wordt desalniettemin gewacht.
17
Schagen en
Boetzeler hebben verslag
gedaan van
enkele punten met betrekking tot de door
Sommelsdijck ingediende declaratie
over zijn
gezantschap in
Frankrijk van 28 okt. 1625 tot 9
mei
van dit jaar. In zijn memorie meldt
Sommelsdijck
dat hij in
Parijs 15 gld. en in
Fontainebleau 25 gld. dagelijks aan huishuur moest
betalen in plaats van de bij reglement toegestane 12 gld. HHM
passeren hem de meerkosten die in totaal 687 gld. bedragen. HHM
houden
vast aan het reglement waar het de enkele of dubbele equipage
betreft
en laten het bij de enkele. Inzake het traktement van de
hofmeester, de
secretaris en de vier ordinaris en twee extraordinaris dienaars
staan
HHM 400 gld. voor de hofmeester, 300 gld. voor de secretaris en 25
gld.
voor elke dienaar toe.
De schipper die de bagage van
Sommelsdijck van
Rouen naar
Rotterdam
heeft vervoerd wordt 250 gld. aan averijkosten toegekend.
Gelezen is de declaratie van
Arent Quarteler, voormalig secretaris van
Sommelsdijck.
Het betreft de door hem gemaakte kosten over een dienstreis van
Parijs naar 's-
Gravenhage en
retour
ten bedrage van 253 gld. 18 st.
18
Johan ter Poorten, richter in het ambt
Uedem, verzoekt
Moulert te gelasten de 20
rijksdaalder die hij
ten
onrechte heeft afgeperst van
Sweer Opgen
Houve aan hem te restitueren.
Het rekest gaat naar de RvS voor advies.