15
Uit een aan
Z.Exc. geschreven brief van de
Gecommitteerde
Raden van
Zeeland
d.d. 3 juli blijkt dat de vijand gereed ligt
om
met negen koningsschepen en een groot aantal particuliere schepen
uit
Duinkerke uit te varen. In
Oostende
liggen zeven [konings]schepen en enkele particuliere schepen. Ook
is
bijna al het bootsvolk vanuit
Antwerpen naar
Duinkerke en andere Vlaamse havens gestuurd.
Met advies van Z.Exc. is besloten naar de kust van
Vlaanderen niet alleen de tot haar bewaking bestemde schepen te sturen,
maar ook de schepen die al zijn uitgerust ten behoeve van de tweede
Engelse vloot. Twee van de door de
Admiraliteit te
Amsterdam
geƫquipeerde schepen zullen, tot nader
bericht,
naar de
Bocht
[Golf van Biskaje] worden
gestuurd tegen de rovers
die
zich daar ophouden. Twee schepen van het
Admiraliteitscollege in het
Noorderkwartier
zullen eerst naar
Plymouth gaan om twee
Oost-Indiƫvaarders van konvooi te voorzien en vervolgens naar de
kust
varen.
Om dit alles te effectueren zijn
Abraham Boom, oud-burgemeester van Amsterdam,
Willem Sibrantsen
Groes, oud-burgemeester van Enkhuizen en
Vosbergen aangewezen om bij
respectievelijk
de
Admiraliteit te Amsterdam, die
in het
Noorderkwartier en die te
Rotterdam
te bevorderen dat de
schepen
voor de
kustbewaking en de tweede Engelse vloot zo snel mogelijk naar de
kust
worden gestuurd. Boom en
Groes
zullen bovendien naar
Texel reizen om te
bevorderen
dat de schepen daarvandaan vertrekken. In het geval door
geldgebrek
vertraging dreigt te ontstaan, dienen Boom en
Groes bij de betreffende magistraten aan te
dringen op een met spoed te verlenen voorschot. Zij mogen dat
bedrag
korten op hun aandeel in de door de Admiraliteiten gevraagde
subsidie
en het zal gelden als betaling van hun extraordinaris consenten.
Aan de
Zeeuwse Admiraliteit
zal worden geschreven er alles aan te doen haar schepen zo spoedig mogelijk naar de kust te doen varen opdat met Gods hulp de kwade plannen van de vijand worden verhinderd.