15 - 07 - 1626
1Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Essen en de andere gecommitteerden doen verslag van hun
bevindingen inzake de memorie van
Alewijn en het
advies van de RvS d.d. 29 juni.
De commissaris-generaal zal kunnen beschikken over tien door hem zelf aan te stellen conducteurs, waaronder één schrijver. Het vacatiegeld bedraagt 25 st. per dag gedurende hun tijd in het leger, maar de schrijver ontvangt dat bedrag ook nog twee à drie maanden daarna teneinde alle attestaties en wat daarmee samenhangt te kunnen verzenden. Indien het leger opgesplitst raakt, zal de commissaris-generaal gebruik maken van een bekwaam conducteur die hem waarneemt tegen 30 st. per dag.
Kapitein
Adriaen zal worden meegedeeld dat HHM op goede
gronden voor het toezicht op de legerschepen een andere regeling
hebben
getroffen. Zij zullen hem voor zijn dienst bedanken en hem
aanbevolen houden.
2
De kapitein van de garde van Z.Exc. mag voor driekwart vrij van konvooi voor twaalfhonderd man aan wapens uitvoeren ten behoeve van de keurvorst van
Brandenburg. Voortaan zullen dergelijke zaken op dezelfde voet worden
afgehandeld.
3
Opnieuw besproken is de kwestie van de traktementen tijdens absentie van de officieren die waren toegevoegd aan de eerste Engelse vloot.
Conform de resolutie van 9 juni is besloten de RvS hierover te laten beslissen.
4
Wilhelmina van Wachtendonck, vrouwe van Oijen en Dieden, krijgt toestemming voor de
verkoop van de haar en haar
dochters toekomende oogst van de landerijen in de heerlijkheid
Oijen in de omringende dorpen van de heerlijkheid
Ravenstein, in
Oss en
Berghem.
5
Johan Wilhelm van Wachtendonck, heer van Hulhuijsen en Germerzeel, mag naast hetgeen hem
bij paspoort d.d. 8 april is
toegestaan, tegen betaling van 's lands rechten gedurende een jaar
tot
zijn voorziening nog acht zakken zout en vier kinnetjes zeep
halen.
6
De Venetiaanse ambassadeur
Georgio Georgi mag vrij van rechten een aantal kisten en een mand, in
Amsterdam aangekomen met het schip
Sint
Pieter en voorzien van het merkteken van
Daniel
Nijs, invoeren.
7
In een uitvoerige remonstrantie verhaalt baron
Ketelaer hoe hij door de keurvorst van
Brandenburg na langdurige dienst
is beloond met
de
baronie van
Monschau, de moeilijkheden daarover
ontstaan met de graaf van
Schwarzenberg heeft
geschikt, hoe de baronie door Spaanse soldaten ten behoeve van de
paltsgraaf van
Neuburg is bezet en
hij
uiteindelijk met lege handen is komen te staan en zelfs in ongenade
is
gevallen bij de keurvorst. Hij is voorts ernstig benadeeld omdat
hij
met kennis en op verlangen van HHM en de prins van
Oranje een regiment voetvolk
heeft gelicht en
onderhouden. Niettegenstaande het bevel tot afdanking van de
keurvorst
heeft hij dat regiment aangehouden, met goedvinden van HHM en de
prins. Op
grond van de belofte hem bij de keurvorst te zullen
vertegenwoordigen verzoekt hij dan ook tussenkomst bij de
keurvorst om zijn rechtmatige vorderingen gedaan te krijgen.
Aissema zal worden gelast zich bij de eerste gunstige gelegenheid te
vervoegen bij de keurvorst van Brandenburg om
namens HHM de zaak van baron Monschau serieus
aan te
bevelen. Het land mag er echter financieel en anderszins niet
onder
lijden.
8
Op nader verzoek van de pachters van de konvooien en licenten zal nogmaals aan de Admiraliteiten (met uitzondering van die te
Dokkum
) worden geschreven de uitkering van het deel in de 40.000 gld., bestemd tot betaling van hun ambtenaren en dienaren, niet langer uit te stellen.
9
De Bewindhebbers van de
VOC
zijn gemachtigd tot het betalen van de leveranciers van de
Perzische ambassadeur voor zover het diens tafel en onderhoud betreft. Het
bedrag zal met de Compagnie worden verrekend.
10
In een schrijven van de
Amsterdamse Admiraliteit
d.d. 10 juli wordt bericht dat
Barent Tapkens heeft geklaagd over het feit dat hij in opdracht van de
burgemeesters van
Amsterdam van zijn bed is
gelicht,
op het stadhuis in verzekerde bewaring is gesteld en gelast de
stad
binnen 24 uur te verlaten. Daardoor zal ter plaatse, mede vanwege
de
verplaatsing van
Abbas en de
absentie van
Force, geen goed toezicht op de
konvooien en
licenten uitgeoefend kunnen worden. HHM zouden ter voorkoming van
erger
een voorziening moeten treffen.
Alvorens zich over een besluit te beraden, zullen HHM de Amsterdamse burgemeesters schrijven te melden welke redenen zij voor deze behandeling van Tapkens hebben gehad.
11
In een schrijven van de
Generaliteitsrekenkamer
d.d. 11 juli over de rekening van
Adriaen van Beaumont, commies van het halve konvooi en licent te Arnemuiden van
januari 1620 tot en met december 1625, wordt in beraad gegeven of
men
dit soort ambten, ook in andere steden van
Walcheren,
niet beter enige tijd vacant kan laten gezien de geringe
ontvangsten.
De inkomsten van Beaumont bedroegen in totaal
821
pond 10 sch. en 3 p. tot 40 groten tegenover een traktement
van
in totaal 2.728 pond 13 schellingen.
Het
Admiraliteitscollege te Middelburg
krijgt dit schrijven om daarover te adviseren.
12
Hendrick van de Put, brouwer te Hasselt in het land van Luik, krijgt
voorschrijven aan de magistraat van
Luik vanwege
de
geloofsvervolging die de pastoor van
Hasselt en de
officiaal
te Luik uitoefenen tegen hem en zijn
broer,
voorheen predikant in
West-Indië.
13
Gerard van Schoonhoven en
Joost Brasser willen
overleg met de
gecommitteerden tot de herziening van hun contract d.d. 16 juli
1625
inzake het subsidie van
Venetië. Ook vragen zij
verrekening van schade en renten ten gevolge van de trage
uitkering
van dat subsidie. Ook willen zij spreken over de restitutie van de
150.000 gld. met de rente die per 16 juli komt te vervallen.
De gecommitteerden zullen deze zaken ter hand nemen waarbij
Alewijn wordt vervangen door
Rantwijck.
14
Spirinck mag, naast hetgeen hem eerder is toegestaan, ook een
papagaai, een aap, wat bloemen en enkele ponden suiker
vrij en ongehinderd uitvoeren.
15
Aangezien het besluit van 8 juli over het hooi voor de dorpen in het Land van
Altena enige onrust heeft veroorzaakt, is besloten morgen de in
's-
Gravenhage aanwezige drost van
Heusden te
horen.
16
Raden van State
Huijgens en
Sloot hebben uiteengezet
dat conform
de resolutie van 17 juni voor de RvS verschenen zijn aan de ene
kant,
namens de dijkgraaf en heemraden van de
Tielerwaard,
de heren van
Hemert en
Balgoijn
tezamen met de heer van
Loenen als
belanghebbende
en, aan de andere kant, de afvaardiging van de stad
Zaltbommel. De RvS heeft beide partijen niet tot
een
akkoord kunnen brengen over de aanleg van de schaardijk aangezien
die
van de Tielerwaard zich blijven beroepen op het dijkrecht. Z.Exc.
en
graaf
Ernst waren van mening dat
men hen dan
maar
moest
laten
begaan, op voorwaarde dat de oude dijk intact zou blijven.
Nader beraad is uitgesteld tot morgen.
17
De
Admiraliteit te Middelburg
schrijft d.d. 11 juli met het verzoek om inlichtingen over de voortgang in de uitwisseling van de gevangenen. Bij het College wordt dagelijks aangedrongen op de vrijlating van degenen die gevangen zitten in diverse steden van
Vlaanderen.
Morgen zijn de retroacta over deze zaak opgezocht en zal een nader besluit worden genomen.
18
Helena Hendricx, de arme vrouw van de blinde en kreupele soldaat
Dirck Hendricxz. van Dorsten,
krijgt
een aalmoes van 6 gld.