13 - 08 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De magistraat van
Emmerik
[Emmerich] wordt toegestaan een schip met kalk voor de bouw van de
stadsmuur voor driekwart vrij uit de Republiek te laten komen.
2
Naar aanleiding van de memories over de klachten die door
Essen en
Elberfeld
[Wuppertal] zijn geuit,
adviseert de RvS
alvorens te beslissen eerst de
gouverneur
van
Emmerik daarover te horen.
De RvS zal conform zijn advies de gouverneur doen horen.
3
Rondal Tomson, konstabel op het schip van kapitein
Leuw
jr., verzoekt in verband met
het
overlijden van zijn vader paspoort en restcedel om naar
Engeland te kunnen gaan. Zijn broers menen
namelijk dat
hij
niet meer in leven is en zullen hem anders van de erfenis
uitsluiten.
De Admiraliteit zal hem paspoort en restcedel verstrekken, nisi causam.
4
Joost Minne dringt nogmaals aan op de toekenning van een ambt vanwege
het verlies van al zijn goederen ten gevolge van het doorsteken van
de
dijken in
Vlaanderen.
De RvS wordt advies gevraagd.
5
Het verzoek van
Matthys Treck om met zijn met ijzer, aluin en kolen geladen schip de
Maas of de Republiek te mogen bevaren, is
afgewezen.
6
Robert Meesterton, kwartiermeester van het regiment van kolonel
Brock, beklaagt zich over de
resolutie van 18
juli
waarin HHM de helft van zijn traktement toewijzen aan
Walter
Ogelbie. Omdat hij op leeftijd is, kan hij geen dienst te
velde meer doen.
De RvS zal over de zaak beslissen.
7
Conform de resolutie van 11 aug. zal
Doublet de assignatie van 100.000 gld. op
Pieter van
Beeck geven. Ook zal hij met
Schoonhoven
en
Brasser in liquidatie treden
over de geëiste
renten opdat passende ordonnantie kan worden gedepêcheerd.
8
Conform de resolutie van 8 aug. is onderzocht welke wissels door dr.
Pynacker zijn getrokken. Hij heeft eerst 1.000 realen van achten met
1.600 realen getrokken, een tweede wissel beliep 1.800 realen en de
laatste 3.300 realen.
Met een besluit over de acceptatie van de laatste wisselbrief wordt nog gewacht.
9
Het advies van de RvS d.d. 31 juli inzake de verkoop van het eigen gewas van de dorpen in
Brabant is opnieuw besproken, maar met een besluit wordt nog
gewacht.
10
Nispen schrijft d.d. Emmerik 11 aug. over hetgeen hem en
Brienen te
Emmerik
[Emmerich] en
Huissen in de uitvoering van hun commissie inzake
de
Huissense munt is overkomen. Zij hebben niemand kunnen ondervragen
omdat de raden van de
keurvorst
dat niet
toestaan
zolang HHM geen lijst met aanklachten sturen. Zij mogen ook de
boeken
van
Bierman niet inspecteren, geen
stempels bezien noch
munten laten slaan.
Verder beraad over deze zaak wordt uitgesteld totdat Nispen is teruggekeerd, maar hem en Brienen zal wel worden geantwoord geen tijd te verdoen om het land niet nodeloos op kosten te jagen. Zij moeten conform hun instructie verzoeken om een ondervraging door de magistraten in hun bijzijn.
De
ontvanger-generaal zal Nispen nog 300 gld. voorschieten, maar de
muntmeester-generaal zal wel geschreven worden dat hij volgens zijn
instructie een traktement heeft voor zichzelf en een dienaar,
echter
niet
voor een bode.
Het door Nispen opgestuurde ontwerp van een plakkaat tegen de te Huissen geslagen valse munten zal worden bestudeerd.
11
Hendrick van Nassau heeft verzocht om een uitbreiding van de resolutie die hem
naar de justitie heeft verwezen.
Het verzoek gaat naar de
fiscaal van de Generaliteit voor onderzoek en advies.
12
Alvorens hem de verzochte audiëntie te verlenen, is van de heer
Camerarius de credentiebrief gevorderd om te zien in welke hoedanigheid
hij compareert. In die brief d.d. 20 juni schrijft de
koning
van Zweden dat hij Camerarius stuurt om de plaats in te
nemen van wijlen de resident
Rutgertsius.
Camerarius is vervolgens door twee gedeputeerden onthaald en
binnengeleid. De nieuwe resident heeft de grote achting die Z.M.
deze staat toedraagt overgebracht en eveneneens diens verzekering
dat
hij de alliantie wil onderhouden. Hij zet voorts uiteen hoe de
oorlog
tussen Z.M. en de
koning van Polen
verloopt en
vraagt de Republiek de laatste geen aanvoer meer te doen.
Gustaaf
Adolf is nu in
Pruisen om eventueel
Duitsland
hulp te
bieden. Hij eindigt met diverse complimenten en biedt zijn diensten
aan.
HHM bedanken Z.M. voor diens genegenheid tot de Republiek en de alliantie en verklaren de persoon van Camerarius aangenaam.
13
Hugens en
Stavenisse compareren en
overhandigen
namens de
RvS
de gesloten
monsterrollen
van de
compagnieën die op de repartitie van
Holland
staan,
met toebehoren. HHM kunnen er mee doen wat zij
willen,
maar de raden stellen wel dat men de Raad inzake de sluiting had
behoren te vertrouwen en dat de heren van
Holland
op deze wijze de
RvS
en de Unie lijken te willen verzwakken. De Hollandse gedeputeerden
verklaren dat dit geenszins hun opzet was. Men heeft echter bepaald
compagnieën pas te betalen als de bewijsstukken zijn
gezien.
De monsterrollen en toebehoren gaan voor inspectie naar die van Holland en zullen daarna worden geretourneerd.
14
Op verzoek van de pachters van het kwart der konvooien en licenten zal aan de
Admiraliteit te Dokkum
worden geschreven ervoor te zorgen dat uitsluitend die personen geld ontvangen die door het College zijn gecommitteerd.
15
De gedeputeerden van
Holland brengen naar voren dat
Dordrecht klaagt over
de op 28 juli genomen resolutie waarin
Brabantse
dorpen is opgelegd hun benodigdheden uitsluitend uit
Bergen
op
Zoom te halen zolang zij hun lijsten nog niet hebben
ingeleverd.
De
Rotterdamse Admiraliteit
zal worden geschreven de dorpen hun lijsten te doen overdragen zodat er een passende beslissing genomen kan worden.
16
A Costa verzoekt voorschrijven aan
Kampen om recht
te verkrijgen.
HHM laten apostilleren dat zij de zaak aanbevelen.
17
Naar aanleiding van de gisteren ontvangen brief van
Haga zal aan de Admiraliteitscolleges worden geschreven aan te
geven hoe de kosten voor het vrijlaten, kleden en vervoeren van
gevangenen betaald kunnen worden. Ook dienen zij te adviseren over
Haga's mededeling dat de rovers van
Algiers
schepen veroveren, terwijl
zij vrede voorwenden; over zijn suggestie de
schepen
beter te bewapenen en in compagnie te laten varen en, tot slot,
over
de vraag of er iets bepaald is inzake wel of niet vechten als
rovers
aanklampen.
18
Naar aanleiding van de op 7 aug. door de
Venetiaanse ambassadeur achtergelaten brief waarin
Venetië de
voortzetting van het secours opschort, is besloten
Berck een kopie te sturen met de
opdracht om op
de
verstrekking van het subsidie te blijven aandringen. Ook aan de
republiek zelf zal worden geschreven met het verzoek de financiële
steun te verlengen onder verwijzing naar de in de brief van 20 juni
gegeven pregnante redenen en het feit dat HHM nu twee legers te
velde
heeft.
19
In overeenstemming met het advies van de RvS is de ingezetenen van het dorp
Veen toegestaan maandelijks op plaatsen naar keuze, tegen
aftekening op de achterzijde van de akte, te halen: zeventien
zakken koren,
een en een derde zak zout, driehonderd pond kaas, een ton haring,
een
ton azijn, honderdtwaalf pond zeep, een kwart olie, kaarsen,
kruiden,
suiker,
pruimen en dergelijke naar behoefte.
20
De ingezetenen van
Andel mogen als voorheen per maand halen: anderhalve zak koren,
eenzesde zak zout, twintig pond kaas, een half kinnetje haring,
kruiden, suiker, zeep, kaarsen, pruimen, rozijnen, olie en
dergelijke
naar behoefte.