30/09/1626

 
English | Nederlands

30 - 09 - 1626

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 De heer van Tienhoven krijgt een binnenlands paspoort om een bruine hengst als rijpaard naar Zeeland te brengen.

2 In plaats van de overleden raadsheer Helsdingen is raadsheer Sas gecommitteerd tot de revisie van het vonnis van de Zeeuwse Admiraliteit in de zaak tussen de WIC [ter Kamer Middelburg] en Anthonie de Backer.

3 De heer Manmaker compareert en dringt sterk aan op een resolutie over het door de Zeeuwse Admiraliteit verzochte subsidie.
Het nemen van een besluit is nog uitgesteld.

4 Colster en Gans compareren en melden dat zij conform de resolutie [ d.d. 24 sept.] de meeste schepen in zee hebben gekregen. Kapitein Tas en luitenant Van den Bul hebben zich echter onwillig betoond en het volk van Thomas Pieterssen wilde niet uitvaren zonder de stuurman die nog niet aan boord was. Zij hebben daarop de kwartiermeester laten vastzetten. De schepen van Meus den Bour, Allert Thomassen, Vinck en ook nog een jacht zijn bijna gereed om zee te kiezen.
HHM bedanken de heren en besluiten dat de bovengenoemde schepen niet naar de visserij, maar naar de kust zullen worden gezonden. Als zij al zijn uitgevaren, zal in elk geval een jacht naar de vissersvloot worden gestuurd en van de daar aanwezige schepen zullen dan vier naar de kust vertrekken. De Amsterdamse Admiraliteit zal zich laten informeren over de gerapporteerde ongehoorzaamheid. Zij moet ervoor zorgen dat die niet overslaat op de binnenkomende schepen. De kwartiermeester zal naar Amsterdam worden gestuurd.

5 De RvS dient te adviseren over het verzoek van kapitein Alexander Frisel. Hij wil een verklaring van geschiktheid om het land te dienen in dezelfde rang als van voor zijn ontslag.

6 Gabinus Hanckema, konvooimeester te Harlingen, verzoekt zijn functie te mogen overdragen op Laurens Willemsen, koopman en brouwer te Dokkum en zoon van Willem Laurens, burgemeester van Dokkum. Laatstgenoemde staat borg voor Hanckema en die borg wordt nu opgeëist.
Van het Admiraliteitscollege te Dokkum wordt een reactie gevraagd.

7 Jerosme de Buisson, voormalig schrijver in de compagnie van markies de Rouillac, heeft mandement van appèl verzocht tegen een in zijn nadeel gewezen vonnis van de RvS.
HHM wijzen het verzoek af.

8 Jan Willemsen van Sterrenborch, burger van Delft, verzoekt ongeveer zesduizend pond lonten naar Hamburg te mogen vervoeren.
De RvS wordt advies gevraagd.

9 De RvS dient uit te zoeken waar het geld voor de betaling van de kapiteins die in Deense dienst zijn geweest het best vandaan gehaald kan worden.

10 Horatius Calandrini verzoekt HHM acht te slaan op zijn reis- en verblijfskosten als zij hem opnieuw naar het leger willen sturen. Zij moeten hem tevens voorzien van een instructie en een lastgeving.
De RvS zal over dit verzoek beslissen, maar buiten kosten van het land.

11 Conform het advies van de RvS zal de Bewindhebbers van de WIC te Amsterdam worden geschreven kapitein Isenach uit medelijden 500 gld. toe te kennen. De kapiteins Vogelsanck en Helmont zal op scherpe toon worden geschreven dat zij op ongenade en zware straffen kunnen rekenen als zij de Bewindhebbers niet met rust laten. Als zij iets te eisen hebben, dienen zij zich te wenden tot de bevoegde rechters. Een open akte van die strekking gericht tot alle andere officieren gaat naar de Bewindhebbers. Alle magistraten krijgen het verzoek degenen die in strijd met de akte handelen naar eigen inzicht te straffen, ten voorbeeld aan anderen.

12 Herman Henrixen Blocq, hoofdreder van de schepen van kapitein Minne Lievens, verzoekt de secretaris van Languerack op te dragen ook zijn zaak in de liquidatie met de Franse koning op te nemen.
HHM blijven bij het eerder voor hem aan Languerack gerichte schrijven.

13 Sacharias de Wit, voormalig luitenant van kapitein Casenbroot, verzoekt een traktement.
Carel de Nielles verzoekt gedurende ongeveer tien dagen zijn vader te Loevestein te mogen bezoeken.
Louis de Geer verzoekt voorschrijven aan de koning van Denemarken ten behoeve van het transport van wapens uit Bremen naar Zweden.
Wouter Janssen, schout van Waspik, verzoekt twee paarden te mogen uitvoeren.
Niclaes van Borculo verzoekt zich in Doel [Beveren] te mogen vestigen.
HHM hebben al deze verzoeken afgewezen.

14 Van Berck is een brief d.d. Venetië 11 sept. ontvangen die geen resolutie vereist.

15 Judocus Hondius heeft een prent van de begrafenis van prins Maurits aangeboden.
Hem is 30 gld. toegekend.

16 Govert van Luchtenborch, plaatsvervanger van de schout te Geertruidenberg, mag een paard en vijf runderen naar Geertruidenberg brengen op een binnenlands paspoort.

17 Van Feith is een schrijven d.d. Elburg 27 sept. ontvangen waarin hij zegt de commissie voor de reis naar Oost-Friesland te aanvaarden.
HHM nemen geen nader besluit.

18 De ambassadeur van Denemarken heeft verzocht de Noordse Compagnie te laten dwingen om de veertien dagen haar stukken tegen Jan Braem in te leveren.
Het provinciale hof zal worden gemaand de partijen de rechtsgang per twee weken te doen vervolgen.

19 Haga verzoekt zijn traktement over het lopende jaar de mogen ontvangen.
Aan de Amsterdamse Admiraliteit zal worden geschreven hem dit te doen toekomen. Aan alle Admiraliteiten zal worden geschreven te reageren op Haga's brieven over de slaven en de uitrusting van de schepen die naar de Levant gaan. De VOC zal worden gemaand te antwoorden op de haar ter hand gestelde brief inzake het vijandig optreden op de Rode Zee. Haga zal op de hoogte worden gesteld van hetgeen hier wordt besproken aangaande de Grote Heer.

20 Op een met voorschrijven van de Rotterdamse magistraat ondersteund verzoek van de kooplieden Jan en Jacob Willem Donijs uit diezelfde stad, zal Joachimi worden geschreven te bevorderen dat deze heren hun door een Engelse kapitein afgenomen schip terugkrijgen, inclusief de goederen.

21 Ter vergadering verschijnen enkele extraordinaris gedeputeerden van Holland. Zij brengen naar voren dat in hun vergadering, net als op 12 sept. in die van HHM, ook klachten over het optreden van de Engelsen aan de orde zijn gekomen. Zij vragen om tegenmaatregelen.
Besloten wordt de geverifieerde klachten per expresse naar Joachimi op te sturen. De ambassadeur moet zijn beklag doen en verzoeken de schepen en goederen te restitueren en te regelen dat een dergelijk optreden niet meer voorkomt. De koning zal worden geschreven met het verzoek dit probleem op passende wijze te verhelpen.

22 De extraordinaris gedeputeerden [van Holland] melden dat de gedelegeerde rechters in de zaak van de Rotterdamse Admiraliteit niet al hun werkzaamheden hebben afgerond. Zij zouden moeten worden gemaand hun opdracht af te maken, daarbij gelijkheid betrachtend waar het dezelfde overtredingen betreft, zonder onderscheid des persoons.
HHM schikken zich hiernaar en besluiten griffier Rosa morgen ter vergadering te ontbieden om hem deze boodschap aan te zeggen.