01 - 10 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Griffier
Rosa is de resolutie1
aangezegd en hij zal die aan de gedelegeerde rechters overbrengen.
2
Jan Ariaenssen mag tegen Bosch' licent en onder waarborg dat die niet
elders belanden, twee ploegpaarden naar
Prinsenland
brengen.
Cornelis Marijnssen Vosbergen uit Steenbergen mag zijn op [het eiland]
Rozenburg - gelegen tussen
Zwartewaal en
Maassluis - weidend
vee
halen
op een binnenlands paspoort, afgetekend volgens de door hem
verstrekte
specificaties.
3
De RvS dient te adviseren over het verzoek van die van
Oud Gastel en
Nieuw Gastel hun lijst uit te
breiden.
4
Op verzoek van
Jan van Grol zal aan de
koning van
Perzië worden
geschreven hem 979 pond 8 sch. sterling te doen uitkeren. Dit
bedrag
heeft hij in 1612, toen hij namens de Perzische vorst gezant in
Engeland was, geleend aan
Robert
Charlei.
5
Schagen heeft bij terugkomst uit
Rotterdam bericht
dat de vier schepen van de
Rotterdamse
Admiraliteit
op 26 sept. het
Goereese
Gat
zijn uitgezeild en dat op de ochtend van 27 sept. drie schepen van
het
Amsterdamse College
zich ter
hoogte van
Goedereede bevonden. Verondersteld wordt dat
kapitein
Vinck op 28 sept. is uitgevaren en
dat
Ellert Thomassen tegen het eind van
de week wel
klaar voor vertrek zal zijn.
HHM bedanken Schagen voor zijn inspanningen en nemen geen nader besluit.
6
Het gerecht van
Capelle verzoekt volgens de lijst levensmiddelen te mogen
halen, zoals voorheen.
Eerst moet duidelijk worden wie de zeventig
zakken zout en de driehonderd kazen in Capelle heeft gelost of wie
deze
goederen van Capelle naar 's-
Hertogenbosch heeft
gebracht.
7
Bartholomeus Bartels, koopman te Amsterdam, verzoekt betaling van twee door dr.
Pynacker te
Toulon en
Marseille getrokken wissels van respectievelijk
3.000
gld. en 672 gld.
HHM willen eerst de terugkeer van Pynacker afwachten.
8
De schippers die de troepen van
Mansfeld uit
Frankrijk hebben overgebracht, hebben
nog steeds geen geld gezien. Met voorschrijven van de magistraat
van
Amsterdam vragen zij nu op gezag van HHM met
represailles te dreigen.
Het rekest zal
Languerack worden toegezonden met het verzoek zich voor een betaling in
te spannen.
9
De RvS adviseert d.d. 18 sept. het op 16 sept. ingediende verzoek van de ingezetenen van het ambt
Gennep af te wijzen.
Met een besluit wordt nog gewacht.
10
De RvS heeft geadviseerd de verzoeken van die van
Kalkar en
Xanten en ook die van de
heer
van Kerckendonck, de deken van
Kleef
en
Arnolt Hendrick van Nykercken af
te wijzen.
Daarentegen zou men het verzoek van de
rentmeester van
[huis] Boetzelaer en dat van
Adolph van
Reetraedt kunnen toestaan, tegen Bosch' licent en in
gereduceerde vorm. Ook zou men de
prins van
Polen
paspoort kunnen verlenen voor de doorvoer van wat tapijten uit
Antwerpen.
Er valt nog geen definitief besluit.
11
Dr.
Amama compareert en overhandigt zijn credentie d.d. 23 sept. Hij
dient namens de
graaf van
Oost-Friesland een
propositie 2 in
waarin wordt verzocht een tijdstip vast te stellen waarop de zaak
tussen de graaf en
zijn
onderdanen zal worden hervat. Hij zal persoonlijk aanwezig
zijn.
Amama brengt de vriendelijke groet en de welgemeende wens tot goede betrekkingen van zijn heer, de graaf van Oost-Friesland, over. Hij wil HHM duidelijk maken waarom de graaf de voor 1 juli in 's-
Gravenhage voorziene ontmoeting met de vertegenwoordigers van
Emden niet heeft kunnen nakomen. Onder meer het
verzoek van magistraat en Veertigraad de nog resterende geschillen
tussen graaf en stad onderling in het graafschap op te lossen,
heeft
daarbij een rol gespeeld. De graaf heeft hierin toegestemd omdat
dit
ook in overeenstemming was met de door HHM aan diens afgezant
meegegeven resolutie, ook al wist hij bij voorbaat dat het overleg
op
niets zou uitlopen. Amama zou, indien hij de vertegenwoordigers van
Emden hier had aangetroffen, uitvoerig hebben uitgelegd waarom de
besprekingen onvruchtbaar zijn gebleven om vervolgens de
beraadslagingen conform zijn last te hervatten. Nu zij zijn
vertrokken
zal hij dat uitstellen tot het volgende beraad en dan aantonen
hoezeer
de graaf zich ten behoeve van de vrede heeft willen schikken. Omdat
enkele lieden neigen tot een ongebonden vrijheid heeft diens
billijk
optreden evenwel geen resultaat gehad.
De graaf heeft inmiddels
vernomen dat de vertegenwoordigers van Emden, aangevuld met enkele leden van het College [van Administratoren], het hier te houden beraad
willen verplaatsen naar Oost-Friesland ten overstaan van de
gedeputeerden van HHM. Hij voelt daar niets voor en heeft Amama in
allerijl hiernaartoe gezonden om de besprekingen weer op te nemen.
Ondertussen bereidt hij zich voor op zijn persoonlijke deelname aan
de onderhandelingen, laat hij verzekeren op een bepaalde tijd HHM de
handen te komen kussen en zal hij hen met zijn optreden zonder twijfel
tevredenstellen. Helaas zijn er lieden die HHM proberen wijs te maken
dat de graaf in Emden onenigheid probeert te scheppen, tussen de
magistraat en anderen, om de stad zo aan een der partijen uit te
leveren. De graaf bezweert HHM niet naar zulke kwaadsprekerij, die
nooit bewezen zal worden, te luisteren. Hij wenst niets anders dan het
behoud van zijn privileges conform de akkoorden en wil Emden doen
toekomen waarop de stad volgens de verdragen recht heeft.
Nu de
vertegenwoordigers van Emden zijn vertrokken en de graaf de
besprekingen hier wil voortzetten en afhandelen, wordt HHM verzocht de
inmiddels verordende bezending op te schorten en te herroepen. Beter
zou het zijn die van Emden, voorzien van de nodige last, op te roepen
om alhier op een bepaalde dag te verschijnen. Ook de ridderschap, de
steden
Norden en
Aurich en de huismansstand zouden
opgeroepen moeten
worden als zij iets te klagen hebben, met dien verstande dat zij
hier
met de passende kwalificaties verschijnen. De graaf heeft
inzake het College [van Administratoren] uitsluitend
te maken met degenen die het beheer van de gemene gelden is
opgedragen. Als de graaf van de dag op de hoogte wordt gesteld zal
hij
zeker tegenwoordig zijn om te bewerken dat de zaak beëindigd
wordt.
Deze handelwijze zal al het ongenoegen dat door de bezending
veroorzaakt zou kunnen worden, voorkomen en tevens de onderlinge
betrekkingen bevorderen.
HHM nemen nog geen besluit.
12
Cracou mag komende winter naar de Republiek komen om zijn
particuliere zaken te behartigen.
13
De
Perzische ambassadeur heeft door zijn
tolk laten
weten dat, naar hem is bericht,
drie dagen geleden de voor
Oost-Indië bestemde
schepen zijn vertrokken.
HHM zullen doen antwoorden dat niet te kunnen geloven en adviseren de ambassadeur zich naar de schepen te begeven om de gelegenheid niet voorbij te laten gaan. HHM zijn anders genoodzaakt hun brieven van hem terug te vorderen, aangezien zij geen risico willen lopen via een andere route.
14
De
Rotterdamse Admiraliteit
stuurt een specificatie van zes stukken geschut die vorig jaar uit een te
Calais gestrand oorlogsschip zijn gehaald. De kanonnen wegen bij
elkaar 2.2140 pond en vertegenwoordigen een geldswaarde van 17.712
gld.
De specificatie gaat naar
Languerack die de betaling van dit bedrag gedaan moet krijgen.
15
Van de regering van
Münster is een brief d.d. Münster 29 aug. ontvangen waarin zij
antwoordt op het schrijven van HHM ten gunste van
Hendrick
Hendrixen van Meppen.
Hendrixen zal van de brief op de hoogte worden gesteld.
16
De
geweldige laat weten dat hij [in 's-
Gravenhage]
een jezuïet genaamd
Nicolaus
Borlinus heeft
opgepakt. Hij is naar de Voorpoort gebracht.
De geweldige dient zich, indien noodzakelijk, tot de RvS wenden.
17
Op verzoek van de
Venetiaanse ambassadeur wordt hem paspoort verstrekt waarop zowel zijn
koets en paarden als zijn bagage naar
Frankrijk
kunnen
gaan.
18
HHM hebben een door
Mibassen geschreven memorie gelezen, maar wachten nog met een
beslissing.
19
Rantwyck en de overigen hebben conform de resolutie van 7 juli de
declaratie van de
Generaliteitsmuntkamer
onderzocht. Zij zijn op het punt van de daggelden van
Nispen tot de conclusie gekomen
dat de
generaalmeester op zijn particuliere declaratie niet meer dan de
daggelden, zijnde de helft van zijn vacaties, is toegekend. Dat
is
gedaan met de bedoeling hem in de generale declaratie van de
Muntkamer
met de overige generaalmeesters de vacatiegelden te
verstrekken.
Besloten wordt Nispen en de overige generaalmeesters de in de generale declaratie vermelde daggelden te doen toekomen en ordonnantie te laten depêcheren.