27 - 10 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Opnieuw compareren de gedeputeerden van het
College van de Grote Visserij
. Zij adviseren de reders van de teruggekeerde buizen en haringschepen de proviand van de op die vaartuigen gevangengenomen stuurlieden en bootsgezellen te laten bekostigen. Voor de gevangenen van de in de grond geboorde en verbrande schepen zouden de steden in de eerste plaats de vrienden van de gevangenen moeten aanspreken. Het restant zou door de stadskantoren moeten worden opgebracht, in aftrek van de consenten. Van de Grote Visserij kan geen bijdrage aan de kosten worden verwacht, het zou haar ondergang betekenen.
HHM stellen de besluitvorming uit.
2
Van het stadsbestuur van
Nijmegen is een brief d.d. 11/21 okt. ontvangen waarin wordt gevraagd
om betaling van de eerste twee termijnen van de 16.000 gld. die HHM
hebben toegestaan voor de opbouw van de stadsmuur.
Doublet zal worden aangespoord deze termijnen te betalen uit het
eerste geld dat hij binnenkrijgt en de RvS zal, als dat nog niet is
gebeurd, de ordonnanties verstrekken.
In een andere brief d.d. 14/24 okt. schrijft dit stadsbestuur dat
Disdorp en
Rougemont zich onwillig
opstellen in
de betaling van hun crediteuren. Die hebben daarop deze personen
laten gijzelen. De magistraat verzoekt HHM te gedogen dat de
twee
kolonels in Nijmegen vastgehouden worden totdat zij hun schulden
hebben
voldaan.
Kapitein
Sint Hillaire, gouverneur van Nijmegen, schrijft d.d. 25 okt. dat hij
bevel had gegeven Disdorp en Rougemont naar
's-
Gravenhage te
sturen,
maar dat dit door de gijzeling van de kolonels is verhinderd.
De beide gevangenen dienen zich te houden aan het akkoord inzake de uitwisseling van gevangenen of afdoende cautie te stellen. Dit zal Nijmegen en de gouverneur worden geantwoord.
3
Adriaen van Rijswijck, als soldaat onder
kapitein
Vries op de
vloot van
L'Eremite verminkt
geraakt, verzoekt
conform de artikelbrief te worden behandeld.
De RvS zal aldus beslissen.
4
Kapitein
Mangelman houdt aan om de betaling van hetgeen hij nog tegoed heeft.
De RvS zal nader advies verstrekken.
5
Boekdrukker
Jan van Waesbergen uit Rotterdam krijgt octrooi gedurende zes jaar de met
nieuwe afbeeldingen verfraaide Criminele
practique van
Damhouderus te
drukken.
1
6
De Rotterdamse raden ter Admiraliteit
Heeckeren,
Ruisch en
Colster en
de fiscaal van dat College,
Van den
Broeck,
compareren. Zij overhandigen een schrijven van hun
Admiraliteit
d.d. 24 okt. waarin
Arent Bischop, burger van
Rotterdam, en
Jan Arents van IJck, burger van
Rotterdam en ook raad en schepen van Schieland,
worden genomineerd voor het vacerende ontvangerschap. Zij
verzoeken de
functies van ontvanger-generaal en konvooimeester te scheiden
aangezien de
ontvanger meer dan twintig kantoren onder zich heeft. Zijn
dagelijkse
werk aan betalingen en ontvangsten is zo veelomvattend dat ook
nu
de functies gecombineerd zijn de taken van de konvooimeester
al door
een commies worden uitgevoerd. Een scheiding van functies vereist
bovendien geen nieuwe traktementen omdat die altijd al per
functie
waren vastgesteld. Een aparte konvooimeester zal ook veel beter in
staat zijn de maandelijkse staten op te stellen. Een verhoging van
het
traktement behoeft niet te worden toegestaan aangezien de functie
grote
emolumenten met zich meebrengt. Tot slot vragen de heren, onder
uitvoerige toelichting, een verhoging van hun eigen traktement en
huishuur.
HHM hebben de comparanten de redenen tegen de gevraagde verhoging voorgelegd. Echter, om een passend besluit te kunnen nemen, willen HHM zowel het punt van de scheiding van functies als dat van de verhoging door hen op schrift gesteld hebben. Zij kiezen Jan Arents van IJck tot ontvanger-generaal en houden de beslissing over het konvooimeesterschap in beraad.
7
Gemeld wordt dat
Georgi van plan is vanmiddag af te reizen.
Culenborch en
Noortwyck zullen hem
uitgeleide doen
tot aan de Hoornbrug.
8
Van
Aissema is een brief ontvangen die na voorlezing is doorgestuurd
naar
Z.Exc.
9
Van de
koning van Marokko is een brief ontvangen. In de bijgevoegde Spaanse vertaling
wordt gesproken over het terugzenden van
Biscaino [naar
Marokko] en
gevraagd de uitvoer
van wat pieken aan
Pallache toe te staan.
De vertaling dateert het origineel op 4 juni en men heeft
inmiddels
van Pallache vernomen dat Biscaino al is aangekomen. Pallache zal
daarover worden gehoord en hem zal het schrijven van de koning ter
hand worden gesteld voor een vertaling.
10
In hun reactie op het verzoek om jaarlijksrekening te mogen doen, stellen de beëdigde hoofdparticipanten dat dit ook al in de vergadering van de
Heren Zeventien
aan de orde is geweest. Daar kon men het echter niet eens worden over de grondslag van de rekening en vormt het onderwerp van de volgende bijeenkomst. De hoofdparticipanten zijn bereid desgevraagd de onmogelijkheid van een jaarlijkse rekening uiteen te zetten.
De hoofdparticipanten verzoeken voorts in de uitbreiding van het octrooi de volgende punten te betrekken: ten eerste, dat conform artikel 26 van het octrooi de plaatsen van overleden bewindhebbers binnen drie maanden dienen te worden opgevuld; ten tweede, dat het te nomineren drietal uitsluitend personen bevat die twee tot drie jaar hoofdparticipant zijn geweest in de Kamer waar de verkiezing plaatsvindt en, ten derde, dat het bevel inzake het lossen van de uit
Oost-Indië gekomen schepen, per brief d.d. 28 sept. 1624 door HHM aan
de Heren Zeventien gegeven, wordt uitgevoerd.
De Heren Zeventien zullen schriftelijk op de hoogte worden gesteld ten behoeve van een reactie.
11
Voor
Adriaen Cornelissen Jonge Jager zal ordonnantie van 80 gld. worden gedepêcheerd omdat hij
bode
Claes Hendrixen, voorzien van
brieven voor
Joachimi, heeft overgevaren.