05 - 01 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Essen,
Duijck en
Beaumont
berichten dat de
Franse
ambassadeur heeft verklaard
nieuwe artikelen voor een traktaat uit
Frankrijk te
hebben ontvangen, die HHM meer genoegdoening zullen geven dan
de
voorgaande.
Z.M. wil intriges
voorkomen en gaat ermee akkoord in het geheim en zo spoedig
mogelijk te overleggen.
Vanwege het late tijdstip zal de ambassadeur
morgen opening van zaken geven. Verder is gesproken over de [gisteren]
in het ordinaris register beschreven kwestie
Villetard.
De bovengenoemde heren zullen morgen
opnieuw met de ambassadeur spreken.
2
Nu zij door betaling van 12.000 gld. aan ontvanger
Van IJl - conform de bijgevoegde kwitantie - de resolutie van HHM
d.d. 31 dec. 1626 is nagekomen, verzoekt
Catharina van der
Graeff haar man
Nicolaes van
der
Mast stilletjes mee te mogen nemen naar
Delft. Voor de overige betaling verbindt zij zich
met haar huis,
brouwerij en mouterij te Delft, een buiten de stad gelegen
tuin en 4.000 gld. die vrienden
op het kantoor van Van IJl hebben uitstaan.
HHM gaan akkoord en
staan
toe dat zij haar echtgenoot bij avond meeneemt naar Delft en hem
daar,
conform de vermelde resolutie, in huis opsluit.
3
Feith,
Beaumont en
thesaurier-generaal
De Bie bevestigen het op 2 jan.
besproken advies van de RvS inzake
Candale.
HHM
stellen vast dat de hertog geen aanspraak kan maken op de uitbetaling van zijn traktement over het tijdvak van zijn absentie en wijzen diens verzoek daarom af.
4
Dibbit van Uchelen, commies van de schepen te Arnhem, geeft te
kennen dat hij meer dan 15.000 gld. achterstallig is inzake de door
hem in dienst van het land
gebruikte schippers, loodsen en trekpaarden en dat de
Admiraliteit
van Amsterdam
dit keer niet wil betalen. Hij verzoekt
HHM daarom
dit
te regelen of de
Staten van
Gelderland
te
machtigen het bedrag
te lenen.
De RvS zal adviseren.
5
Essen,
Duick en
Beaumont
melden dat de
Franse ambassadeur hun
heeft verteld
dat de brief die gisteren is ontvangen van de
Franse
koning ten gunste
van
Desloges op slinkse wijze is
verkregen.
Desloges
behoort tot degenen die de koetsier van de ambassadeur hebben
beledigd en D'Espesses verzoekt dan ook de toewijzing van de
compagnie
aan
Desloges uit te stellen totdat er nader bericht
van de koning is. Bij weigering zal hij over alles in scherpe
bewoordingen moeten berichten en de zaak op
de
spits drijven.
Het past HHM niet de brieven van Z.M. in twijfel te trekken en bovendien is uitstel onmogelijk omdat de commissie al aan Desloges is
verleend. De ambassadeur zal in die zin worden geantwoord1. De RvS
wordt gemaand nu snel de kwestie van de koetsier af te handelen.
Languerack zal door opsturing van
kopieën van
alles
op de hoogte worden gesteld.
6
De heren van
Zeeland wijzen op de slechte financiële toestand van de
Admiraliteit te Middelburg
.
HHM stellen een besluit over subsidiëring uit totdat het beraad met de aanwezige gedeputeerden van de Admiraliteiten over de zeebewaking is afgehandeld.
7
Feith doet verslag van de in
Emden gehouden beraadslagingen.
HHM bedanken hem en besluiten de zaak nader te bezien als de
gedeputeerden die met de
graaf
van
Oost-Friesland in bespreking zijn hun rapport doen.
8
Feith,
Schagen en
Lyclema
hebben 74 gld. 5 st. gedeclareerd voor hun reis naar
Rotterdam in verband met de door bootsvolk
aldaar gepleegde excessen.
Van dit bedrag wordt ordonnantie gedepêcheerd.
9
Joachimi schrijft d.d. Londen 25 dec. 1626.
Behoeft geen resolutie.
10
Admiraal
Reael schrijft d.d. Londen 17 dec. 1626 over aanvullende
levensmiddelen voor zijn schepen.
HHM nemen dit voor kennisgeving aan omdat de
admiraal over dit onderwerp al eerder orders heeft ontvangen.