21 - 01 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Essen,
Noortwyck en
Beaumont rapporteren dat de
Franse
ambassadeur het verzoek van HHM tot verlenging van het
traktaat van
Compiègne, voorzien van
zijn aanbeveling,
zal opsturen.
Languerack wordt hierover bericht en krijgt de opdracht eveneens
op
verlenging aan
te sturen.
2
De
vrouwe van Gijssenborch heeft in navolging van de resolutie van HHM d.d. 23 okt.
1626 opgave gedaan van de personen in haar gevolg voor wie zij
graag
paspoorten zou hebben.
Het rekest gaat naar de RvS voor advies.
3
Op verzoek van
Joris Florissen, burger van Utrecht, zal de
provincie
Utrecht
worden geschreven hem in dienst te willen
nemen voor iets waartoe hij geschikt is.
4
Scheepstimmerman
Willem Ockertsen en de Rotterdamse zeilmaker
Mattheus
van de
Velde hebben een rekest
ingediend. Zij menen een plek te weten in
Engeland waar nog nooit steenkolen vandaan
zijn
gehaald en
verzoeken octrooi voor enkele jaren om deze met uitsluiting van
anderen te mogen
halen.
HHM willen hierover geen besluit nemen.
5
Het rekest van
Ariaen Brants om opnieuw als klerk in de secretarie van de
Admiraliteit te Rotterdam
in
dienst te
mogen
treden is afgewezen.
6
Abram Matthyssen de Hont,
Adriaen Willemsen Labus
en
Gijsbrecht Janssen Brouwer,
luitenants op de pleitschepen in het leger, verzoeken continuering
van hun
traktement gedurende de winter.
De RvS wordt advies gevraagd.
7
Francois Daes, burger van Rotterdam, mag gedurende acht jaar
een speciale
kleisoort voor de
productie
van tabakspijpen genaamd "witte roos" exclusief invoeren,
verwerken en verkopen, op
voorwaarde dat die soort nog nooit door iemand anders hier is
ingevoerd.
8
Willem van Linschoten en
Mattheus van Linschoten
beweren dat zij in de productie van salpeter, hun bij
octrooi d.d. 9 sept. 1624 toegestaan, gehinderd worden door
Jacques de Cagnioncle en zijn
octrooi van 10
maart
1618.
Noortwyck en
Beaumont zullen de
partijen
horen en overeenstemming proberen te bereiken.
9
Ruisch en
Gans hebben ter
vergadering een bij
hun
Admiraliteit
door
Dordrecht ingediend plan voor beveiliging van de
Dordtse Waard
en omgeving afgegeven.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.
10
De gecommitteerden van HHM die in overleg zijn geweest met de aanwezige gedeputeerden van de Admiraliteiten brengen in aanwezigheid van
Z.Exc. verslag uit. Het overleg is voornamelijk over drie
punten gegaan: het onderzoek naar de redenen voor de achterstallen
van
de colleges, de verhouding tussen inkomsten en uitgaven en de
zeebewaking.
HHM stellen een besluit uit.
De heren van
Holland zijn van oordeel dat de zeeoorlog even belangrijk is
als de landoorlog. Zij willen weten welke subsidies van de
provincies te
verwachten zijn voor de zeezaken, zodat zij hun besluiten hierop
kunnen
afstemmen.
Het
is ondenkbaar dat de subsidies alleen voor de landoorlog worden
ingezet. De provincies hebben onder meer voorgesteld de
Admiraliteitscolleges in hun huidige
benarde toestand geld te laten lenen dat later met de subsidies
voor de zeezaken afgelost kan worden.
HHM stellen een besluit uit.