12 - 02 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Op nominatie van de heren van
Holland
is commissie gedepêcheerd voor
Abraham Jaspers
Verdoes,
oud-burgemeester
en raad van Alkmaar, als raad ter
Admiraliteit in het
Noorderkwartier
.
Hij heeft al eerder de eed afgelegd en toen beloofd de instructie na te komen.
2
De Haagse predikant
Lamotius heeft het boekje van
Franciscus
Lansbergius
getiteld Christelijcke
overdenckinge des doots
onderzocht. Hij verklaart het een zeer
stichtelijk werk te vinden, in overeenstemming met de leer der
gereformeerde kerk.
HHM verlenen voor vijf jaar octrooi om het te drukken.
3
Schagen rapporteert de
rekening van fiscaal
Slachmulder
en
Berckel ter somme van 10.289 gld.
4 st. conform de resolutie van 6 feb. te hebben gesloten. De
declaranten hebben hierop
4.000 gld. ontvangen van ontvanger-generaal
Doublet
en 6.262 gld. 13 st. van de
Admiraliteit in
het
Noorderkwartier
.
HHM besluiten twee ordonnanties te verstrekken, te weten een van 4.026 gld. 10 st. en een van 6.262 gld. 13 st., die aan de Admiraliteit van het Noorderkwartier vergoed zullen worden.
4
Kolonel
Haulterive verzoekt uitvoering
van de resolutie van de RvS d.d. 26 jan. te beletten. Het besluit
veroordeelt
Jean Huet tot betaling van de
rekening
van
Goswinus Meurskens voor
baron
Moutataire terwijl hij last
noch procuratie van de baron had.
De RvS zal de kwestie nader onderzoeken en, indien hij geen reden vindt uitvoering op te schorten, dit melden.
5
De weduwe van de oud-pensionaris van Middelburg
Johan Houck,
Josina Marinus, mag zich
samen met
haar zoon mr.
Johan
Houck in
Doel
[Beveren]
vestigen en de daar geldende neutraliteit genieten.
6
Mr.
Bartholomeus Segwaert verzoekt het huis te
Wulven te mogen
bewonen. In
de
winter wil hij in de stad
Utrecht verblijven.
HHM nemen geen besluit omdat de heren van Utrecht dit eerst aan hun
principalen
willen voorleggen.
7
Hans Georg Burchart uit Hattingen klaagt dat enkele
soldaten uit
Emmerik
[Emmerich] hem hebben beroofd van
enkele paarden die
hij in het graafschap
Oldenburg had gekocht en
meegenomen
naar
Hattingen. Hij had de
paarden te
Mettmann aan een
koopman uit
Metz willen leveren. De soldaten
beweren dat de
paarden
over vijandelijk gebied zijn gekomen omdat te
Hattingen troepen van de
vorst van
Neuburg in garnizoen liggen. Burchart verzoekt HHM om een
oordeel.
De RvS zal in de kwestie beslissen.
8
Op het herhaalde verzoek van de weduwe
Wiems is haar voor
de laatste
keer 100 gld. toegekend, op
voorwaarde dat zij HHM niet langer met haar aanspraken zal
lastigvallen.
Ook
Barbara Botler, dochter van wijlen luitenant-kolonel
Thomas
Botler, is voor
de laatste keer 100 gld. gegeven.
9
De RvS zal beslissen over de declaratie van geweldige
Van Stakenbeeck. Het betreft de reis- en overige kosten gemaakt in verband
met de gevangengezette
functionarissen van de [Rotterdamse]
Admiraliteit
en voor het brengen van fiscaal
Berck naar
Loevestein.
10
Naar aanleiding van de op 5 feb. ontvangen brief van de
Kleefse stadhouder en raden stelt de RvS dat het huis dat zij zich
voor de
kanselarij willen toeëigenen, altijd door de
garnizoenscommandanten is gebruikt. Daarom en mede omdat het huis
deel
vormt van en
gelegen
is boven een van de poorten van de stad, zou het voor de
commandant gereserveerd moeten
blijven.
De RvS zal dit terugschrijven.
11
Mr.
Josse van der Hoeffstadt verzoekt de
tussen hem
en zijn compagnons gerezen kwestie over het octrooi voor hun molen
af te doen.
Van der Hoeffstadt wordt, net als op 29 dec. 1626, naar de ordinaris justitie verwezen.
12
Barent Tapkens verzoekt te mogen worden benoemd tot
commies-generaal van de
konvooien en licenten voor het leger en van de Admiraliteiten.
HHM vragen advies aan de Admiraliteiten.
13
Salomon Michielsen verzoekt de
fiscaal,
secretaris en vendumeester
van de
Admiraliteit van Amsterdam
te
ontbieden om gehoord te worden
in de zaak van
Keert de
Koye.
HHM besluiten de Admiraliteit te autoriseren de partijen te horen.
14
In zijn reactie op het rekest van ritmeester
Du Metz stelt de RvS hem gedurende zijn absentie volgens de
bestaande regeling betaald te hebben. HHM moeten bepalen of zij hem
de
overige maanden willen uitkeren. Hij kon door zijn
indispositie niet eerder terugkeren.
HHM stellen een besluit uit.
15
Bericht wordt dat ontvanger
Van IJck niet aan de 11.000 gld. weet te komen om de gedelegeerde
rechters te betalen.
Hij zal naar 's-Gravenhage ontboden worden.
16
De
graaf van Oost-Friesland wil graag een akte van neutraliteit en Z.Exc. heeft
laten weten hierover wel met enkele gedeputeerden te willen
spreken.
Culenborch,
Noortwyck en
Hertevelt zijn daartoe
aangewezen.
17
Van de
koning van Marokko is diens reactie op de brief van
HHM d.d. 4 nov. 1624 ten faveure van de reders van het
Het Vliegent Hert gelezen. Hij schrijft
dat de
gouverneur van
Salé 20.000 gld. aan
kosten voor
het
schip heeft gemaakt en dat restitutie hiervan tot teruggave van
het
schip zal leiden. Tevens is het verzoek van de reders gelezen,
waarin
zij dit onbillijk achten en om represaillebrieven vragen.
HHM wijzen het verzoek af.
18
Noortwyck en
Beaumont doen rapport
van de punten
die op 2 feb. door de
Bewindhebbers van de
WIC
zijn ingebracht.
HHM houden de
verhoging van de door de
nalatige
participanten te betalen rente van vijf procent conform de besluiten van de
Heren Negentien nog in beraad. De uitspraak over de zoutvaart wordt goedgekeurd en hiervan zal akte worden gedepêcheerd. Het verzoek met betrekking tot de betaling van de restanten van gestorven of niet teruggekeerde soldaten wordt ingewilligd.