7
De raden van State
De Rover,
Stavenisse,
Veltriel
en
Gruijs verschijnen ter
vergadering. Zij verklaren dat de fortificaties tegen minder geld
kunnen worden aanbesteed als de aannemers contant geld
gegeven wordt. Zij vragen of een dergelijke belofte mag worden
gedaan.
HHM besluiten de besteding op de gebruikelijke manier te continueren. Aangezien het aandeel van
Zeeland,
Friesland en
Groningen
in het geld voor de fortificaties binnen die provincies
wordt gebruikt, komen dus alleen
Gelderland,
Holland,
Utrecht en
Overijssel voor een
bijdrage in aanmerking. De RvS zal
bij
deze provincies dan ook aandringen op het opbrengen van hun quote
om
daaruit prompte betaling te kunnen doen.
De raden van State melden tevens dat de hoogbaljuw van de
Meierij van 's-Hertogenbosch is begonnen in
Heusden jurisdictie uit te oefenen en nu een
instructie
verzoekt.
HHM laten de RvS een dergelijke instructie opstellen en de nodige beslissingen nemen.
De vijand haalt uit de dorpen in de
Langstraat alle Hollandse levensmiddelen en andere waren onder het mom
dat deze daar
in strijd met het handelsverbod zijn gebracht.
Er valt nog geen beslissing.
Z.Exc. geeft op het verzoek van
Willem de Rovre en
Maria de Rovre in
overweging dat inwilliging kan leiden tot tegenmaatregelen van de
vijand
ten aanzien van goederen in de
Republiek.
HHM verlenen de gevraagde autorisatie op de
Raad van Vlaanderen
niet.