06/03/1627, 7

 
English | Nederlands

06/03/1627, 7

7 De raden van State De Rover, Stavenisse, Veltriel en Gruijs verschijnen ter vergadering. Zij verklaren dat de fortificaties tegen minder geld kunnen worden aanbesteed als de aannemers contant geld gegeven wordt. Zij vragen of een dergelijke belofte mag worden gedaan.
HHM besluiten de besteding op de gebruikelijke manier te continueren. Aangezien het aandeel van Zeeland, Friesland en Groningen in het geld voor de fortificaties binnen die provincies wordt gebruikt, komen dus alleen Gelderland, Holland, Utrecht en Overijssel voor een bijdrage in aanmerking. De RvS zal bij deze provincies dan ook aandringen op het opbrengen van hun quote om daaruit prompte betaling te kunnen doen.
De raden van State melden tevens dat de hoogbaljuw van de Meierij van 's-Hertogenbosch is begonnen in Heusden jurisdictie uit te oefenen en nu een instructie verzoekt.
HHM laten de RvS een dergelijke instructie opstellen en de nodige beslissingen nemen.
De vijand haalt uit de dorpen in de Langstraat alle Hollandse levensmiddelen en andere waren onder het mom dat deze daar in strijd met het handelsverbod zijn gebracht.
Er valt nog geen beslissing.
Z.Exc. geeft op het verzoek van Willem de Rovre en Maria de Rovre in overweging dat inwilliging kan leiden tot tegenmaatregelen van de vijand ten aanzien van goederen in de Republiek.
HHM verlenen de gevraagde autorisatie op de Raad van Vlaanderen niet.