10 - 03 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Het [op 12 feb. ingediende] verzoek van
Segwaert tot matiging van zijn vonnis wordt ter
discretie
van de
Staten van Utrecht
gelaten.
2
De ingezetenen van
Brecht hebben een lijst met uit de Republiek te halen levensmiddelen
ingeleverd.
De RvS zal de lijst onderzoeken en
advies uitbrengen.
3
Inzake
De Poter is besloten de
Admiraliteit te
Rotterdam
te schrijven hem te vragen zowel de
personen
als de aard van aan hen geleverde en voor hen naar
Oostende
vervoerde goederen bekend te maken. Op dergelijke wijze kan de
Admiraliteit eventuele lorrendraaierij vaststellen en bepalen
welke
goedgunstigheid hem moet worden betoond.
4
Noortwyck en
Beaumont rapporteren dat
zij in de
zaak van de parels met de betrokken partijen geen overeenstemming
hebben kunnen bereiken.
HHM besluiten de partijen te renvoyeren aan de RvS voor een gerechtelijk besluit.
5
Schagen en
Ter Cuylen zullen de
door
Jan Janssen
Coonen ingeleverde declaratie
wegens
zijn werk voor de vrijlating van gevangenen onderzoeken.
6
Een schrijven van
Gerart van Berckel wordt meegedeeld.
Kesselaer
heeft hem bericht dat de
vier
gevangenen
in 's-
Hertogenbosch en
Breda
zijn vrijgelaten.
HHM laten kapitein
Saint Hilaire in
Nijmegen opdragen de gevangene
Tavignij vrij te laten. De
besprekingen over de vrijlating van Spaanse gevangenen en de
afhandeling van nog openstaande kwesties
uit het verdrag van
Middelburg in Vlaanderen
zullen
in
Roosendaal worden hervat. In plaats van de
overleden
fiscaal
Slachmulder zal
Theilingen,
ontvanger-generaal
van Zeeland, worden gecommitteerd, tenzij
hij door de
Staten van Zeeland
niet kan
worden gemist. In dat geval dienen zij
iemand
anders voor te stellen.
De Bie,
Antwerpen,
Vosbergen,
Rode,
Walta,
Almelo en
Schaffer zullen, samen met degene die Zeeland
zal afvaardigen,
de
instructie voor Van Berckel
opstellen. Ook moeten zij adviseren over hoe te handelen ten
aanzien van degenen die sinds de sluiting van het vorige traktaat
gevangen zijn genomen.
7
De RvS stelt op de staat van oorlog geen traktement voor het bevel over
Nijmegen te hebben kunnen vinden. Daarom is het ook niet mogelijk
een provincie voor de betaling van het traktement van kapitein
Saint
Hilaire aan te wijzen.
HHM stellen een besluit uit.
8
De heren van
Holland delen een brief van hun
Staten
mee
die 27 jan. aan de
Staten van
Overijssel
is
geschreven vanwege klachten van de burgers en schippers van
Meppel,
Dinxterveen en
Wanneperveen over onder meer de
drost
van
Salland. Die heeft met anderen op grond van een
op
3 sept. 1621 door de Staten van Overijssel en op 12 feb. 1622
door
die van
Drenthe afgegeven octrooi, een
nieuwe sluis laten maken in
Hasselerambt. Daar
wordt nu op elke last turf die binnen de provincie
blijft 6 st., en op uit te voeren turf 11 st. per last geheven.
Ook vragen zij in strijd met het octrooi sluisgeld voor waren die
uit
Holland komen: voor een last rogge 4 st., een last bier 4 st., een
halve last zeep, zout, kaas en dergelijke 3 st. enzovoort. Deze
heffing
is niet alleen in strijd met het octrooi, maar gaat ook in tegen
de
Unie die verbiedt dat men andere provincies zwaarder belast dan
het
eigen gewest. Daarom vragen zij hun brief te ondersteunen en een
gelijkluidend schrijven aan Overijssel te richten.
De heren van
Overijssel verklaren dat de klachten van Meppel niet in de
Staten-Generaal, maar in de eigen provincie dienen te worden
behandeld. HHM besluiten zich niet met de kwestie te bemoeien.
9
Dirck Heijnck1 en de compagnie
kooplieden uit Amsterdam krijgen voorschrijven aan de
koning van Polen en de magistraat
van
Danzig
[Gdansk] opdat hun
schip met bestemming
Elbing
[Elblag], maar in Danzig
vastgehouden, wordt vrijgegeven.
Hendrick
Hooftman en
Arnout Ernst
krijgen voorschrijven aan de
koning van
Zweden opdat zij met hun goederen uit
Elbing mogen vertrekken
om
deze te
verhandelen en daarna terug te keren.
10
Johan de Pottre ontvangt een open akte waarin ritmeesters of
kapiteins wordt gelast hem in dienst te nemen. Na afhandeling van
de
zaken die hij tegen zijn broer
Godschalck
de
Pottre,
burgemeester van Goch, en anderen heeft lopen, zal men
hem weer van zijn functie ontheffen. Ook krijgt hij een open akte
aan de Kleefse regering en de steden in het Land van
Kleef
om hem in alle opzichten behulpzaam te zijn in het verkrijgen van
zijn recht.
11
Conform het advies van de RvS d.d. 9 maart inzake de resolutie van 8 maart over de jonkers van de
Tielerwaard is besloten de brieven aan het
Hof van
Gelderland
en de ambtlieden te herhalen. Het
Hof
wordt verzocht de
momber naar de
Tielerwaard te
sturen om
informatie in te winnen over degenen die zich niet houden aan de
bepalingen. Zij moeten worden vastgezet en bestraft, om anderen
aldaar
af te schrikken. De ambtlieden zal schriftelijk worden meegedeeld
dat
HHM het redelijk vinden dat de gebieden die ter beveiliging nog
sloepen, redoutes en dergelijke nodig hebben, daarvan zullen worden
voorzien. De gecommitteerden van de RvS die naar de frontieren
gaan,
zijn hiertoe gelast.
12
Beaumont heeft het op 5 maart ingebrachte advies van
Holland inzake de specificatie van de door
kapitein
Moins opgebrachte goederen
bestudeerd
en hierop schriftelijk zijn
reactie gegeven. De overige provincies kunnen zich vinden in de
opmerkingen van Beaumont, maar
de heren van Holland verklaren hun advies niet te kunnen
veranderen.
HHM besluiten dit daarom te volgen en het advies naar de
Admiraliteit te Amsterdam
te sturen. Die zal de kwestie voor deze keer naar de wensen van de
Venetiaanse ambassadeur en bij wijze van gunst aan de republiek
Venetië
afhandelen. Dit zal verder geen consequenties hebben voor andere
reeds
verkregen of nog te krijgen goederen. Het advies en de erbij
gevoegde opmerkingen 2 luiden als volgt:
I Goederen voor Venetië die in
Lissabon voor eigen rekening zijn ingeladen door Portugezen of
Nederlanders die aldaar of in andere
landen van de
koning van Spanje
wonen, zijn confiscabel omdat
het
hier een directe vijand van de Republiek betreft.
II Goederen met bestemming Venetië, voor eigen rekening ingeladen door in Lissabon wonende Venetianen, Fransen, Oosterlingen, Duitsers en andere neutralen: de gecommitteerden vinden dat er een onderscheid dient te worden gemaakt tussen personen die in Lissabon of andere plaatsen onder de Spaanse koning als onderdaan wonen en degenen die daar slechts tijdelijk verblijven. De goederen van hen die een vaste verblijfplaats hebben zijn confiscabel, de andere niet. Zij die er een jaar hebben gewoond, of binnen die periode handelingen hebben verricht waardoor zij voor een onderdaan van de Spaanse koning kunnen worden gehouden, dienen te worden beschouwd als inwoners.
III Goederen die in Lissabon wonende Portugezen voor de helft hebben ingeladen voor zichzelf en voor de helft voor rekening van een neutraal of vrij persoon, dienen voor de helft confiscabel te zijn.
IV Ten aanzien van goederen die door Venetianen, Fransen en dergelijke naties zijn ingeladen voor rekening van in Venetië wonende Portugezen zou hetzelfde onderscheid moeten gelden als onder punt twee is gemaakt.
V Goederen door Venetianen, Fransen en dergelijke naties ingeladen voor rekening van Italianen die onderdaan zijn van de
hertog van Toscane, of die in het Duitse Rijk wonen, zijn niet
confiscabel.
De gebeurtenissen in
Indië dienen de voorgaande vijf punten niet te beïnvloeden. Er
dient mede in overweging te worden genomen op welke bodem de goederen
zijn geladen.
De gecommitteerden achten het bezwaarlijk staatsgewijs over deze punten te besluiten.