14 - 04 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De binnengekomen commies
Van der Haer verklaart in opdracht van de RvS dat naar aanleiding van de
memorie van de heren van
Holland
over
het redres van de legerwagens
Van der
Mijlen is gehoord. Deze
zegt de
kwestie
ter hand te zullen nemen. Tevens zal de Raad hierover opnieuw de
kapitein
van
de trekpaarden, die een tijd lang ziek is geweest, ontbieden.
2
De RvS adviseert aangaande het op 19 maart ingediende rekest van
Nicolaes de Vos de mening te vragen van de commandanten van
Emmerik en
Rees en van kapitein
Brakel.
HHM laten de Raad hierover beslissen.
3
De kinderen van wijlen mr.
Dirck Valck is vanwege hun grote armoede en de ziekte van één hunner,
Geertge
Valck, 12 gld. gegeven.
4
De ingezetenen van het dorp
Gilze in de
Baronie van Breda verzoeken volgens de
bijgevoegde lijst hun waren te mogen halen.
Dirck van Elst wil maandelijks enige waren naar
Goch
brengen volgens een bijgevoegde lijst, wordt voor advies aan de RvS
gegeven.
De ingezetenen van
Zevenaar en
Lijmers verzoeken zoveel waren uit deze
landen te
mogen halen
als zij voor het levensonderhoud van hun families nodig
hebben.
Cornelis Swaenen,
Hendrick Anthonissen
Schouw en enige
andere inwoners van
Hoeven in het markizaat
van
Bergen
op Zoom verzoeken enkele koeien en paarden te mogen
halen.
HHM laten de RvS de lijst van Gilze onderzoeken en de Raad moet over dit en de overige verzoeken advies uitbrengen.
5
Jan Cornelissen Huigens mag tegen Bosch' licent twee merries, acht magere ossen en
acht
hokkelingen naar
Zevenbergen brengen, op voorwaarde dat ze niet
naar een andere plaats
worden
vervoerd. Eenmaal gevetweid, moeten ze ter plaatse of in
Holland
worden verkocht.
6
HHM wijzen af:
Het verzoek van de ingezetenen van
Gestel bij
Eindhoven en
Oerle en
Valkenswaard in de
Meierij van 's-Hertogenbosch om
een gelijkluidende akte te krijgen als op 2 sept. 1626 is gegeven
aan de
dorpen en
kwartieren van
Breda,
Bergen op
Zoom,
Rijen,
Herentals,
Hoogstraten,
Arkel,
Zandhoven et cetera.
Het verzoek van de abdij van
Postel om naar de abdij zes halve witte lakens, twee halve
gekleurde lakens, vijf
gekleurde karsaaien en enige witte kousen en huiden, ten behoeve
van hun kleding uit
Engeland onboden, te mogen
brengen.
Het verzoek van vijf valkeniers uit
Arendonk om ieder tien of elf el laken en karsaaien, door hen uit
Engeland meegenomen ten behoeve van hun kleding, naar hun
woonplaats te mogen brengen.
Het verzoek van
Nicolaes Despontijn als erfgenaam van
Jacques
Despontijn,
voormalig kapitein in staatse dienst, om 2.000 gld. en een
jaarlijks
traktement te mogen hebben vanwege de achterstallige betaling aan
de
kapitein.
Het verzoek van
Jan van Daelen en
Jan Pinssen om octrooi
voor hun
uitvinding van een nieuwe builmolen.
7
Op verzoek van kanonnier
Hendrick Gijsel van Cassel schrijven HHM de
landgraaf
van
Hessen opdat de suppliant spoedig recht wordt
gedaan.
8
Op advies van de RvS d.d. 10 maart wijzen HHM het eerder ingediende verzoek van kapitein
Saint Hilaire af. Aangezien hij echter
kosten noch moeite heeft gespaard bij zijn bevelvoering van
het
garnizoen in
Nijmegen zal hem eenmalig 1.200 gld.
worden
gegeven. Hiervan wordt ordonnantie gedepêcheerd.
9
De geweldige-provoost
Berent van Stakebeeck verzoekt om executorialen zodat hij de boeten van juffrouw
Van Borsele te Leiden kan
invorderen. Zij heeft onderdak
geboden aan de jezuïet
Nicolaus
Berluijt.
HHM verwijzen de geweldige naar de ordinaris justitie in
Holland.
10
De RvS adviseert heden op het gisteren ingediende rekest van
Servaes Allerts en
Govert van Eck. Hun
vonnissen
kunnen
niet ongedaan worden gemaakt, doch het is niet de bedoeling
geweest
om hen door het woordgebruik daarin eerloos te
verklaren.
HHM verlenen de verzochte akte, waarin verklaard wordt dat hun eer intact is.
De
Admiraliteit te Rotterdam
wordt geschreven enkele dagen te wachten met de nominatie voor de vacante posten van konvooimeester en controleur in
Tiel. Zodoende kan door bekwame lieden kennis worden genomen van
de verklaring omtrent het gedrag van de supplianten, in verband met
een
eventuele nominatie.
11
Omdat de
Staten van Utrecht
tegenwoordig in vergadering bijeen zijn, besluiten HHM hun schriftelijk opnieuw te verzoeken een kwart van de 1.000.000 gld. voor dit jaar en de achterstallen voor de Admiraliteiten vanaf 1621 te betalen. Ook wordt hun verzocht spoedig het aan de
koning van Denemarken toegezegde subsidie op te brengen. Aangezien enkele
provincies reeds hun quote hebben opgebracht,
verzoekt men de Staten hun besluit per ommegaande aan de bode
van deze brief mee te geven voor HHM.