05 - 08 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Catz vervolgt zijn mondeling verslag [van gisteren] en zal dit op
schrift
stellen. Tevens dient hij de punten1 in waarover
Joachimi
een beslissing of nadere instructie verwacht.
Ten eerste hoe hij zich moet opstellen met betrekking tot de vijf openstaande punten, die zijn voortgekomen uit de conferentie met de Privy Council: I Inzake de schepen die hebben gehandeld op
Salé en door de
Lord High Admiral
tot rechtmatige buit zijn
verklaard. II Inzake de schepen die hebben gehandeld op onder
gezag van de
Spaanse koning
staande
havens, terwijl de onderdanen van de
Engelse koning dit met toestemming
hebben gedaan. III Inzake schepen die tot rechtmatige buit worden
verklaard omdat er goederen in zijn aangetroffen waarvan men zegt
dat
deze contrabande zijn, ook al zijn deze goederen in het verdrag van
Southampton niet nader gespecificeerd. IV Inzake
de
schepen die een commissiebrief hebben van Z.Exc. of de steden,
maar in
Engelse havens worden opgebracht voor inspectie. V Inzake de
schepen
die eerder door Duinkerkers zijn genomen of anderszins verloren
zijn
gegaan, maar waarvan teruggave aan de rechtmatige eigenaars wordt
geweigerd.
Ten tweede vraagt Joachimi duidelijke instructie vanwege de beoogde samenwerking met de koning ter zee.
Ten derde vraagt hij om richtlijnen vanwege de door de koning gepubliceerde plakkaten: d.d. 4 maart over verboden waren; d.d. 17 juni over executie ondanks beroep, verkorting van de termijnen en het taxeren van goederen; d.d. 25 juni over boetes voor degenen die onbehoorlijk reclameren of attesteren; d.d. 3 juli over borgtocht van reclamanten ten behoeve van de inbrengers van prijzen.
Ten vierde vraagt Joachimi hoe om te gaan met de bij de koning aanwezige gezanten van Salé.
Ten vijfde hoe te reageren wanneer schippers tegen hun wil door de officieren van de koning op de vloot worden gebruikt.
Ten zesde hoe de kwestie van de successie van voormalig ambassadeur
Caron te regelen, aangezien deze zonder hulp van HHM failliet zal
gaan.
Ten zevende een regeling te treffen voor de betaling van de beloofde vereringen aan de commissarissen die betrokken waren bij het verdrag van Southampton.
2
Naar aanleiding van het verhaald verzoek van
Geertge Jacobs is
haar 18 gld. eens gegeven.
3
De RvS mag besluiten over het verzoek van
Dionis Cornelissen,
Gerrit Paulsz. c.s. en
dat van
Adriaen Segers van Wyck en
anderen, allen
burgers
van Breda, tot betaling van de door hen aan de soldaten
voorgeschoten
gelden bij het beleg van
Breda. De kosten zijn
voor rekening van de in gebreke blijvende
provincies.
4
Johanna Willems, weduwe van burgemeester
Willem
Lokermans, mag op een binnenlands paspoort een ruin
naar
Heusden brengen.
5
Joos Franssen Coomans, slachter uit Steenbergen, verzoekt zoveel ossen, koeien,
kalveren, schapen, varkens en andere vette slachtbeesten als nodig
uit
Holland
naar
Steenbergen te mogen brengen.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.
6
De RvS zal de affuitmaker van het land horen vanwege het verzoek van
Beniamin Ben Remoch, dienaar van de koning van Marokko, tot redelijke
genoegdoening in het maken van de verzochte affuiten.
7
Brugmans mag tegen betaling van 's lands rechten honderd
dozijn ijzeren kaarden invoeren.
8
HHM laten het traktement van 2.000 gld. per jaar voor de
graaf van Buccleugh in te laten gaan vanaf 20 juli, de datum van de aan hem
verleende
akte expectatief.
HHM schrijven de gedeputeerden te velde te bewerkstelligen dat Z.Exc. een dergelijke akte aan de graaf wil geven.
9
Inzake de gisteren ontvangen brief van
Z.Exc. gelasten HHM nog eenmaal de Admiraliteiten niet na te laten
hun schepen, jachten en fregatten naar de kust van
Vlaanderen te sturen, en speciaal
Zeeland
luitenant-admiraal
Dorp af te
vaardigen.
Bij in
gebreke
blijven hiervan is het onwaarschijnlijk dat
zij
geld uit het subsidie van 1.000.000 gld. zullen ontvangen.
10
De
Gecommitteerde Raden van Zeeland
sturen enkele brieven van de
gouverneurs en commandanten van
Bergen op Zoom,
Tholen en
Lillo door over de
bijeenkomst
van de vijand te
Borgerhout. Zij verzoeken enkele
compagnieën
naar
Bergen op Zoom te sturen.
Na overleg met de RvS besluiten HHM de brieven ter beslissing naar
Z.Exc. te sturen. De Raad zal tevens aan Z.Exc. schrijven wat zijn
gedeputeerden in
Steenbergen hebben vernomen.
Eveneens dient Z.Exc. geschreven
te worden te beslissen over de bevelvoering aldaar.
11
De gedeputeerden te velde schrijven voor Groenlo d.d. 2 augustus dat de in gebreke blijvende provincies mogen worden overreed hun legerlasten op te brengen.
HHM gelasten de
ontvanger-generaal een overzicht te maken van de betaling der legerlasten van
dit jaar.
12
Jacobus Laurentius, predikant te Amsterdam, heeft zijn boek
Vindicatio
catechesis Heidelbergensis2
aangeboden.
HHM geven hem 50 gld.
13
De
Admiraliteit te Rotterdam
antwoordt op de brief van HHM d.d. 29 juli dat zij de gelaste 200 gld. niet aan
Pieter Pieters Coorn en consorten kan betalen.
HHM ontbieden fiscaal
Van den Broeck ter verantwoording.
14
Van fiscaal
Michael van den Broeck is een brief ontvangen met de
maandstaten van de
ontvanger van de
Rotterdamse Admiraliteit
der kantoren van februari tot en met juni. Deze
bedragen 78.759 gld. 14 st. 7 d.
Hierop volgt geen besluit.
15
Naar aanleiding van de memorie van de
ambassadeur van Venetië tot afhandeling van de kwestie over de parels zijn de
gecommitteerden van HHM verzocht de zaak te schikken of anders bij
de
RvS voor het gerecht te brengen.
16
Conform de resolutie van 3 augustus is de resolutie van 26 augustus 1623 nagekeken. Door de
VOC
wordt het inkomende konvooigeld van 243.000 gld. ingehouden. Dit bedrag staat nog open vanwege de kwestie
Saint-Malo tussen HHM en de Compagnie.
HHM schrijven de Compagnie het surplus boven de schuld van 243.000 gld. te betalen aan de Admiraliteiten. Tevens moet worden bevorderd dat de schuld zo spoedig mogelijk wordt vereffend.
Sommelsdyck en
Bas wordt verzocht te
adviseren over
hetgeen op 19 dec. 1626 is ingediend over de liquidatie met de
Compagnie vanwege de kosten van de legatie naar
Engeland.
17
HHM schrijven inzake de kwestie
Amboina
[Ambon] ter uitvoering van hun resolutie van 26 juli aan de
presidenten en raden van de
Hoge
Raad
en het
Hof van
Holland
. Deze moeten zeven onpartijdige en neutrale
raadsheren uit hun midden nomineren
als gedelegeerde rechters.
18
Doublet meldt dat
Paul de Wilm
aandringt op betaling van 62.000 gld.
HHM nemen geen besluit.