06 - 08 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De RvS adviseert d.d. 5 aug. over het rekest van enkele uitgeweken burgers van
Antwerpen, die nu in de Republiek wonen.
Conform dit advies weigeren HHM de
bisschop en geestelijken van Antwerpen paspoort. Indien zij dit al
hebben, verklaren zij het ongeldig. De weigering zal gelden
zolang
het verzoek van de supplianten om paspoort van de
Infanta niet is ingewilligd. De
weigering geldt eveneens die burgers
die in Antwerpen wonen en in
Doel
[Beveren] gegoed zijn: hun
vrijdom wordt opgeheven als de vijand deze eveneens weigert aan de
supplianten.
Een
kopie van de resolutie wordt aan
Z.Exc. gestuurd met het verzoek
geen paspoorten te laten afgeven.
Petrus van Bern, voormalig prior van de dominicanen te 's-Hertogenbosch,
verzoekt
hierheen te mogen komen.
Er wordt geen besluit genomen zolang de uit
Antwerpen naar de Republiek gevluchte inwoners
paspoort wordt geweigerd om naar het
platteland
te gaan.
2
Naar aanleiding van hetgeen de heren van
Overijssel ter sprake hebben gebracht vullen HHM de resolutie van 29
juli,
waarbij is ingestemd met de vrijlating van gevangenen aan
weerskanten,
gedeeltelijk aan. Zij staan de vrijlating toe, mits ook
de schouten, richters, predikanten en geestelijken van beide
kanten,
die door verandering der sauvegarden door beide partijen sinds de
afloop van het Bestand hun plaatsen en ambten hebben moeten
verlaten,
tevens onder de sauvegarde vallen en mogen terugkeren en hun ambten
vrij uitoefenen.
Ter Cuilen zal met de twee reeds eerder gecommitteerde heren tot
de conferentie toetreden.
3
HHM laten de RvS decharge afgeven voor de tweede betaling van 400.000 gld. in de legerlasten van 1627. Door bezending van
Zeeland
zullen zij bevorderen dat dit geld en de eerste decharge
worden
betaald. Tevens dient deze provincie haar achterstallige bijdragen te leveren
opdat de burgers van
Breda,
die
tijdens het beleg van hun stad zo trouw hun geld aan de soldaten
hebben gegeven, kunnen worden betaald. Bij nadere interpretatie van
de resolutie van
gisteren hebben HHM immers besloten dit geld niet te lenen. De
bezending zal tevens de
betaling van het aan de
koning van
Denemarken toegezegde subsidie bevorderen, waarvan door
Zeeland tot nu toe niet meer dan drie maanden betaald zijn, en de
betaling van de ongerepartieerde troepen.
4
De verpachting van een kwart van de konvooien en licenten zal op 20 augustus opnieuw worden gedaan voor één jaar van alle inkomende en uitgaande goederen. Hiertoe zullen biljetten worden gestuurd. Tevens zal aan de Admiraliteiten worden geschreven hun gedeputeerden tegen die tijd hierheen te sturen. Zij moeten dan een overzicht meenemen van de inkomsten tot en met juli.
5
In een memorie vraagt luitenant-admiraal
Dorp of HHM het niet beter
zouden
vinden de commandeur op de kust te gelasten om enkele jachten naar
de
Noordzee te sturen. Deze zouden dan de daar
kruisende schepen kunnen vervangen en vervolgens weer voor de kust
kunnen
dienen om de verwachte Spaanse vloot te pareren.
HHM laten Dorp zo spoedig mogelijk naar de kust gaan en de kruisende schepen onder zijn vlag scharen, mits hij dan opnieuw het kruisen zal regelen conform het op 3 juni gegeven bevel.
In de tweede plaats vraagt Dorp waar de Spaanse vloot moet worden opgewacht.
HHM zullen hem in het algemeen antwoorden de voor het land voordeligste plek te zoeken.
Z.Exc. zal worden geschreven hierover te besluiten.
Ten derde vraagt Dorp of men niet enige voor konvooi bestemde schepen naar de kust moet sturen totdat de schepen die in de Noordzee kruisen zijn aangekomen.
HHM laten de Admiraliteiten hun konvooischepen die zij voor enige tijd kunnen missen naar de kust sturen totdat de kruisende schepen weer onder de vlag zijn gekomen.
Ten vierde vraagt Dorp in verband met de victualie of de voor de kust bestemde schepen gedurende de winter in dienst blijven.
HHM vragen hierover advies aan Z.Exc.
6
De declaratie van
Wynant de Keijser is voor onderzoek gegeven aan de gecommitteerden in de zaak
van dr.
Pynacker.
Zij moeten nakijken onder welke voorwaarden en op wiens kosten hij
naar
Algiers is gestuurd.
7
Culenborch en
Noortwijck zullen met
Carleton spreken, opdat deze
opdracht geeft
tot
de betaling van 650.000 gld. met de rente. Voor dit bedrag is op
zijn
verzoek
door HHM krediet bemiddeld en Carleton heeft toegezegd dit te
betalen.
8
In navolging van de resolutie van gisteren is fiscaal
Van den Broeck binnengekomen. Hij vertelt over de staat van het schip
waarvan
Pieter Pietersz. Coorn en
consorten beweren dat het door hen in
Goedereede
is
aangekomen. Ook geeft hij de redenen waarom de goederen aan de
reclamanten zijn teruggegeven.
HHM laten de fiscaal dit opschrijven, opdat zij er nader over kunnen besluiten.
9
Een brief van
Languerack d.d. Parijs 26 juli behoeft geen resolutie.
10
Paul de
Wilm verzoekt om betaling van 62.000 gld. en
Joost
Brasser om 30.000 gld. Deze bedragen hebben zij op last
van HHM
aan de
koning van Denemarken
betaald.
HHM gelasten
Doublet een staat
in
te dienen van hetgeen door de provincies is betaald wegens
het aan de Deense koning beloofde subsidie.
11
HHM nemen geen besluit op een brief van
Cornelis Witsen, hoofdconsul te Aleppo, over zijn terugkomst.
12
Conform het advies van de RvS stemmen HHM in met het op 2 aug. gedane verzoek van
Herman Seuwen, mits tegen betaling van Bosch' licent en onder cautie.
13
Groulart verzoekt betaling van 250 kronen door
Languerack op 18 juli
getrokken.
Aangezien
Langueracks ordinaris traktement door
Holland
en
Zeeland
wordt betaald, dient hij zich tot hen te wenden.
14
Generaal
Nispen dient een attestatie in waaruit blijkt dat te
Stevensweert
geslagen valse munten (goudguldens e.a.) hier heimelijk worden
verspreid en uitgegeven
Nispen moet van de muntmeester van Stevensweert of diens leveranciers enkele exemplaren verkrijgen en die aan een officier van het land geven.