11 - 10 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De
Staten van Utrecht
committeren d.d. 26 april
Adriaen Ploos, ridder, heer van Tienhoven als hun gedeputeerde ter Staten-Generaal.
HHM heten hem welkom.
2
Oosterwyck verschijnt ter vergadering en neemt afscheid van HHM, die
hem daarop goede reis wensen. Hij krijgt last de
hertog
van
Savoye te verzoeken HHM in de huidige situatie bij
te
staan, evenals eerder. De ambassadeur dient hiervoor echter niet
van
zijn reis af te wijken.
3
De
Admiraliteit te Amsterdam
en fiscaal
Storm sturen informatie over
Theunis
Florissen, voormalig kapitein van het schip
Overissel. Tevens is een rekest van de
kapitein gelezen met zijn verdediging.
Feith zal de stukken onderzoeken.
4
Naar aanleiding van het verzoek van ontvanger
Hoffijser tot betaling van twee vijfde deel in het subsidie van
200.000
gld. voor de Admiraliteiten wordt
Doublet geschreven. Wanneer deze het geld
ontvangt dient hij twee vijfde hiervan achter
te
laten, evenals een vijfde deel te betalen aan de ontvanger van het
Noorderkwartier
, opdat het geld
niet
telkens heen en weer
gaat.
5
Naar aanleiding van het verzoek van
Joost Nispen tot afhandeling van zijn declaratie geven HHM hem in
mindering
hiervan 600 gld.
6
Na nader beraad over de zaterdag gedane propositie van
Despesses zijn
Noortwyck en
Hertevelt gecommitteerd. Zij
dienen Z.Exc. te
zeggen
het vreemd te vinden dat de ambassadeur in zijn propositie stelt
dat de Republiek de schade moet herstellen die
de
Engelsen de Franse schepen toebrengen op de Nederlandse wateren.
Niemand uit hun midden is ook gemachtigd dit te
verklaren.
7
Naar aanleiding van het verzoek van
Scalia wordt de
Admiraliteit te
Rotterdam
geschreven hem met het eerste schip bij
Margate aan
land te zetten. Verder dient het College
Hemkens te gelasten nadat hij
Oosterwijck in
Frankrijk
aan land heeft gebracht, naar
Gravesend te gaan om
daar de
vrouw van generaal
Veer op te
halen.
8
Het verzoek van
Contareni met een van de oorlogsschepen acht vaten wijn naar
Engeland te mogen sturen, is afgewezen.
9
Secretaris
Huigens overhandigt een namens ritmeester
Eeckeren ingediend rekest
wegens betaling van een
maand soldij,
te vervallen op 13 oktober. De RvS vraagt HHM te besluiten waarvan
dit
kan worden betaald.
HHM laten de Raad deze maand bij lening betalen. Verder dient hij te adviseren over een geschikte manier om de compagnie voortaan te betalen.
10
Commandant
Erentreiter vraagt in een rekest betaling van 1.200 gld. per
maand wegens de versterking met honderd koppen. Dit in plaats van
de 1.100
gld. welk bedrag hij en andere compagnieën ter repartitie van
Groningen
is toegezegd.
HHM laten dit ter beslissing van de RvS, zoals in dergelijke kwesties gebruikelijk is.
11
Broersema, teruggekeerd uit Groningen, heeft de resolutie van
de
Staten
meegenomen over het
aanhouden van
de vijfhonderd man te
Emden.
HHM geven deze resolutie aan de RvS.
Tevens heeft Broersema de consenten op het subsidie voor de Admiraliteiten en voor de
koning van Denemarken ingediend.
HHM zullen de eerdere consenten nakijken.
12
De
Admiraliteit in het Noorderkwartier
bericht d.d. 8 okt. dat de Engelse schepen het schip van
Thorax hebben veroverd.
Post prandium
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
13
De gecommitteerden van HHM naar
Texel schrijven d.d. Petten 10 oktober. Zij hebben aldaar van
commissaris
De Wael gehoord dat de
acht eerste
Engelse schepen het Franse schip, dat op de koopvaardersrede lag,
hebben veroverd. Op 9 okt. zijn nog twee grote Engelse schepen bij
Texel aangekomen en vanuit
Amsterdam zijn drie
Engelse
koopvaarders gearriveerd: in totaal dertien schepen. Er zijn
slechts
zes schepen van de Republiek ter plekke en zeven à acht van de
VOC
. De gecommitteerden hebben
de
Oost-Indiëvaarders
geschreven daar te willen blijven. De Admiraliteiten van
Amsterdam
en van
het
Noorderkwartier
en de VOC en
de
WIC
zijn verzocht hen met
beschikbare
schepen
te helpen. Zij vragen wat te doen indien men geen versterking kan
bekomen
en door de Engelsen geen ontzag wordt getoond.
HHM antwoorden dat er naast de getroffen maatregelen niets kan worden gedaan, behalve de bakens in te nemen, waartoe de gecommitteerden worden gemachtigd, opdat de Engelsen niet weer in zee kunnen lopen. Indien de Engelsen echter zonder gevaar in zee kunnen komen, moet het inhalen van de tonnen worden gestaakt.
14
Op aanbeveling van de magistraat van
Amsterdam wordt
Languerack geschreven
zich in te zetten opdat
Francisco
Vas
zijn schip en
goed
terugkrijgt. Deze zijn onderweg uit
Salé door
Fransen
veroverd.