12/10/1627

 
English | Nederlands

12 - 10 - 1627

Presentielijst:

Resoluties:

1 Doublet, teruggekeerd uit Amsterdam, bericht dat Everwyn de wissel van 100.000 gld. heeft aanvaard. Pieter van Becq heeft de wissel van 34.000 gld. geaccepteerd maar niet die van 350.000 gld., behalve als hij hierin telkens wordt voorzien. Hiertoe heeft hij naar Frankrijk geschreven de wisselbrieven te hebben geaccepteerd.
Na vervolgens de secretaris van Languerack te hebben gehoord, besluiten HHM hem naar Amsterdam te sturen om Van Beeck te overreden de wisselbrieven eenvoudig te accepteren.

2 Agent Mibassen schrijft d.d. Calais 30 september. Hij stuurt een wisselbrief mee van 382 gld. 3 st. wegens vertering door uit Duinkerke gekomen matrozen.
HHM laten de wisselbrief door Doublet accepteren en betalen. Mibassen wordt geschreven voortaan op te schrijven onder welke kapiteins en Admiraliteiten de matrozen dienen, opdat de teruggave en aftrek van het geld dan beter kan worden geregeld.

3 Naar aanleiding van het het verzoek van Pieter Houffijser om van Doublet een assignatie van 80.000 gld. op de Franse wissels te krijgen, moet de ontvanger-generaal hem uitbetalen van het geld dat van de wisselbrieven zal komen. Hiervan zal hij telkens zijn aandeel van 80.000 gld. in de 200.000 gld. voor de Admiraliteit te Amsterdam ontvangen.

4 Z.Exc. is gisteravond gearriveerd. Culenborch, Noortwyck, Ploos, Walta, Aelberts en Broersema zullen hem verwelkomen.

5 De RvS adviseert het op 8 sept. ingediende rekest van Herman Janen uit Venlo af te wijzen omdat zijn verzoek een oude kwestie betreft.
HHM nemen dit over.

6 De ingezetenen van Steenbergen mogen op een binnenlands paspoort en die van het platteland aldaar tegen Bosch' licent zoveel slachtbeesten halen als zij voor hun eigen onderhoud nodig hebben.

7 Burgemeesters en schepenen van Steenbergen verzoeken de fiscaal van Brabant te gelasten de tegen hen ingestelde procedures om drossaard Gijsbert Dimmer niet te accepteren, uit te stellen totdat HHM de kwestie hebben afgehandeld.
Feith zal de stukken onderzoeken.

8 De ingelanden en gebruikers van de dijk of polders van Doel [Beveren], Calloo, Sint Anna en Ketenisse klagen in hun rekest dat de heren van Zeeland inbreuk plegen op hun octrooi. Zij verzoeken om handhaving daarvan.
HHM vragen de Staten van Zeeland om informatie.

9 Joachimi bericht d.d. Kingston 4 okt. dat de drie Oost-Indiƫvaarders in overeenstemming onder het fort Cowes zijn gebracht. Ondanks Joachimi's herhaalde verzoek heeft de koning deze niet willen vrijlaten.
Rantwyck, Noortwyck, Vosbergen, Hertevelt, Walta, Aelberts en Broersema zullen dit Z.Exc. meedelen.
Rantwyck en Vosbergen berichten conform de resolutie van 6 okt. met Carleton te hebben gesproken wegens het arrest op de drie schepen in Engeland. Deze heeft toegezegd over de vrijlating te zullen schrijven maar weinig hoop te hebben, omdat in de kwesties van Coenen en Amboina [Ambon] nog niets is gedaan.
HHM verzoeken de heren van Holland hun resolutie bekend te maken, opdat een antwoord kan worden gegeven.