18 - 10 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1 1
Z.Exc.,
Ernst Casimir en de
RvS
compareren. Met hen worden
de door
Langerack opgestuurde
alliantie en de bijgevoegde renversalen onderzocht.
Na verschillende overwegingen over enkele punten van de alliantie en de renversalen te hebben besproken, wordt hierover als volgt besloten:
I Aangezien een onderdeel van de proloog van de alliantie afwijkt van het aan Langerack opgestuurde concept zullen de naar
Frankrijk gaande ambassadeurs aanhouden bij het concept te blijven.
II In het eerste artikel wordt ingestemd met 1.000.000 gld. in plaats van 1.500.000 gld. en voor negen in plaats van vijftien jaar. Dientengevolge moet worden aangedrongen om meer geld voor een langere periode te krijgen. Indien dit echter niet lukt, dient het verdrag wel te worden gesloten.
III Het tweede artikel zal aangenomen worden zoals het is, doch niet het bijgevoegde renversaal. Daarin wordt bedongen dat HHM gedurende de genoemde periode niet over vrede of een bestand mogen onderhandelen zonder toestemming van de
koning. Dit riekt naar soevereiniteit over de Republiek en kan
derhalve niet worden toegestaan.
IV Aangezien in het derde artikel de woorden "als zij in open oorlog wordt aangevallen" zijn gewijzigd en de woorden "uitgezonderd de vrienden en bondgenoten" zijn weggelaten, zal aangehouden worden om bij het opgestuurde concept te blijven. In het bijzonder moeten de woorden "uitgezonderd vrienden en bondgenoten" in de tekst blijven staan, al zouden de onderhandelingen hierop stuklopen.
2
In aanwezigheid van
Z.Exc.,
Ernst Casimir en de
RvS
zijn luitenant-admiraal
Dorp,
teruggekeerd
van de kust van
Vlaanderen, en
Gans
gehoord. Dorp
rapporteert dat langs de kust niet meer dan zestien schepen en drie
jachten liggen, en dat te
Duinkerke 26 en
te
Oostende acht schepen klaarliggen om met de eerste
springvloed uit te lopen. Gans verklaart samen met de
Admiraliteit te Zeeland
alle
schepen die
te
Vlissingen lagen tot krijgsdient te hebben
gedwongen.
HHM gelasten Dorp terstond terug te keren naar de kust. Verder zullen enkele afgevaardigden samen met de Admiraliteiten zorgen dat alle voor de kust bestemde schepen van het land, zelfs de konvooischepen indien de Admiraliteiten dit raadzaam achten en de beschikbare commissievaarders en koopvaardijschepen, onmiddellijk naar de kust worden gestuurd zodat zij er zijn met de aanstaande springvloed. De commissievaarders en koopvaardijschepen zullen voor korte tijd in dienst treden. Tegelijkertijd met de schepen zullen proviand en andere benodigdheden naar de kust worden gestuurd voor de schepen die door hun voorraad heen zijn, opdat zij hiervoor niet hoeven binnen te lopen. Het verzoek van de luitenant-admiraal om enige musketiers op de schepen, wordt aan Z.Exc. overgelaten.
Hendrick van Eck en
Boom worden naar
Amsterdam
, het
Noorderkwartier
en
Texel
gestuurd en
Nobel en
Hertevelt naar de
Maze
en Zeeland.
Eck
wordt vooruitgestuurd naar Texel om 's lands schepen direct naar
de
Vlaamse kust te dirigeren. Dit geldt tevens voor de drie
van de
WIC
geleende schepen, die
dienst
zouden
doen
bij de visserij. Deze dienen de
Moscoviƫvaarders op te zoeken om
deze verder huiswaarts te begeleiden.
3
HHM schrijven de Admiraliteiten op zowel goederen naar
Breda als van Breda naar 's-
Hertogenbosch Bosch'
licent te heffen.
4
In een rekest klaagt
Philips Bischop, koopman te Amsterdam, dat de
Engelsen 21 hekboten, een zakje met 100 kronen
en een zak met 450 realen hebben geconfisqueerd. Deze eigendommen
van
hem zijn in
Saint-Malo geladen in de schepen van
schippers
Juliaen Buisson en
Bastiaen
Elings, om naar
Middelburg in
Zeeland te worden gebracht.
HHM schrijven
Joachimi daarover zijn beklag te doen bij de
koning, opdat de suppliant wordt
tevredengesteld.
5
Over het verzoek van kapitein
Menillet tot betaling van het koninklijk pensioen over 1625 en 1626
wordt de RvS om advies gevraagd. Zijn andere verzoek om vrij vier
paarden naar
Frankrijk te mogen meenemen, is
afgewezen.
6
HHM stellen
Joachimi op de hoogte van de Engelse aanval te
Texel, opdat hij daarover zijn beklag kan
doen.
7
Doublet moet de te
Amsterdam ontvangen 134.000
gld. wegens de Franse wisselbrieven, evenals de resterende
door de provincies
Holland
en
Zeeland
te betalen 66.000
gld., aan de Admiraliteiten
assigneren. Dit opdat ieder College zijn aandeel in de
geconsenteerde 200.000 gld. ontvangt.
8
Die van
Zeeland verklaren niet tegen de opening van de konvooien en
licenten,
die zij bevorderlijk achten voor hun provincie,
bezwaar te maken, maar vanwege de wijze waarop dit zou moeten
gebeuren. De maatregelen inzake de
konvooien en licenten zijn door de Admiraliteiten echter aan alle
kantoren gestuurd. Die van Zeeland gaan ervan uit, zoals eerder
aangegeven, dat als de vijand de handel niet hervat de sluiting
tegen
de neutralen opnieuw ter hand wordt genomen. In ieder geval dient
voor de uitvoer naar neutralen Bosch' licent te gelden.
9
De
Admiraliteit te Amsterdam
antwoordt op de brief van HHM d.d. 15 okt. dat twee van haar schepen op de
IJssel, te weten die van kapitein
Pieter van
Mierop en van kapitein
Sibert
Vijgh,
naar
Zeeland zijn gestuurd. Deze zullen bij
Zandvliet assistentie verlenen.
Dit behoeft geen besluit.