19 - 10 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1 1
HHM zetten de bespreking van de alliantie met
Frankrijk voort en besluiten hierover als volgt:
I Op het vierde artikel zal indien mogelijk volhard worden in het aantal van vijftien schepen. Als dit niet haalbaar is, mag men dit uitbreiden met nog tien schepen, mits wordt vastgehouden aan de woorden van het verdrag en niet van het renversaal, te weten, dat de koning de schepen zelf zal laten huren. Op de overige woorden in
het renversaal, "met alle krijgsbehoeften", zal niet gereageerd
worden, maar deze worden slechts vergeten. Het beding in het
renversaal
dat geen krijgsbehoeften aan de Engelsen mag worden geleverd, wordt
afgewezen aangezien dit indruist tegen het verdrag van
Southampton. Indien hierover iets in het verdrag zou
moeten worden
opgenomen, dient het zodanig te gebeuren dat men aan Frankrijk en
de
andere vrienden zal doen toekomen wat op dat moment kan worden
gemist.
Men moet volharden dat de bepaling over de maritieme assistentie in het renversaal wordt weggelaten. Eerst moet men echter aandringen op het herstel van de betrekkingen tussen Frankrijk en
Engeland. Indien dit is gebeurd, zal dit punt vanzelf vervallen. Als
de betrekkingen niet zijn hersteld, moeten de gezanten hun
overwegingen
hierover opsturen en een nader besluit afwachten.
II Aangaande het negende punt is te berde gebracht hoe het zou worden opgevat als men in onderhandeling over een bestand zou zijn. HHM laten het artikel echter zoals het is.
III Inzake de woorden "van wie zij zouden zijn veroverd" en "tot op schootsafstand van het kanon" zal worden aangehouden deze weg te laten. Indien dit niet mogelijk is, moeten de ambassadeurs dit eveneens schrijven om hierover een nader besluit te ontvangen.
2
Noortwijck en
Vosbergen zullen
Carleton verzoeken enkele Engelse
schepen naar
de
kust van
Vlaanderen te sturen.
3
Pasja
Chalil schrijft d.d. Aleppo 20 mei een brief met louter
beleefdheden. HHM
zullen antwoorden wanneer consul
Wits er
weer
naartoe gaat.
4
Naar aanleiding van het verzoek van
Carolus Niellius,
Petrus Cupus,
Wernerus
Vesekius,
Simon Luca,
Paulus
Lindenius en
Arnoldus
Geisterarus,
gevangen predikanten te
Loevestein,
wordt betalingsopdracht
gegeven voor hun kostgeld van 10 april tot 11 okt. tegen 8 st. per
dag.