23 - 11 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Op het verzoek van
Willem ten Knouve, majoor te Groenlo, laten HHM
Doublet hem de door hem voorgeschoten 600 gld.
voor het voltooien van de werken te
Groenlo terugbetalen. Dit bedrag moet dan wel
worden gekort op de ordonnanties van
Pieter
Hanskens,
Pieter Mockert
en
Jan Vos, die de aannemers zijn van
deze werken.
2
HHM bespreken het verzoek van kolonel
Haulterive.
De kapiteins van de vier compagnieën waarmee zijn regiment is uitgebreid zullen hetzelfde traktement ontvangen als de andere kapiteins. Ook zullen zij het extraordinaris pensioen van 500 gld. per jaar uit de subsidies van de
koning van Frankrijk genieten met ingang van 1625, mits de
ambassadeur bij
akte zal verklaren conform zijn eerdere voorstel dat
het
geld en de pensioenen gebruikt zullen worden om te betalen en niet
teruggevorderd zullen worden.
Een besluit over het verzoek van luitenant-kolonel
Daucham om 1.000 gld. meer te ontvangen dan andere
luitenant-kolonels, wordt uitgesteld.
3
Op het verzoek van de magistraat van
Groenlo zullen HHM ter reparatie van de kerk en de molen 900
gld. toekennen en 100 gld. voor een kerkraam.
4
Ook Z.Exc. stemt ermee in dat
Carleton overeenkomstig de gisteren genomen resolutie mondeling het
algemene antwoord wordt gegeven.
5
Aangezien een jaar lijfpensioen voor de jonge
prins van Oranje enige tijd geleden is vervallen zonder betaald te zijn,
wordt daarvan ordonnantie gedepêcheerd op
Doublet.
De
Generaliteitsrekenkamer
moet onderzoeken welke posten op de staat van oorlog van de provincies verstorven of afwezig zijn. Hiervan moet een lijst worden opgemaakt en ingediend.
6
Op de vraag van de
Franse ambassadeur welk soort borg HHM bedoelen in hun antwoord van 20 nov.,
antwoorden HHM dat hij een personele borg moet stellen, waartoe hij
vast iemand bereid zal vinden.
7
HHM verzoeken de provincies ernstig tenminste de eerste twaalf maanden subsidie voor de
koning van Denemarken op te brengen.
8
HHM verwijzen
David Lommelin per brief naar
Joachimi om
hem te begunstigen.
9
Balthasar Coimans, koopman te Amsterdam, meldt dat
Oosterwijck 1.000 kronen tegen 130 groten per
kroon, ofwel 3.250 gld.,
getrokken heeft op ontvanger
Reael
te
Amsterdam.
Doublet moet de wissel door Reael laten accepteren. De heren van
Holland wordt verzocht de betaling te regelen in
mindering van hun consenten.
10
HHM lezen het door de
Generaals van de Munt
opgestelde conceptplakkaat tegen de in
Utrecht gemunte stuiver en halve stuiver.
Aangezien
Wede echter voorstelt te schrijven dat het reeds
gemunte geld, conform de bedoeling van HHM, wordt omgewisseld en
teruggenomen, zal nog
deze
week gewacht worden met de uitvaardiging van het plakkaat.
Floris van Dompseler, muntmeester van Utrecht, rechtvaardigt in zijn verzoek het
gehalte van de bovengenoemde stuiver.
HHM laten dit onderzoeken door de generaals van de Munt die vervolgens hierover moeten adviseren.
11
HHM verzoeken de heren die met de gedeputeerden van de Admiraliteiten overleggen over de beveiliging van de zee ook te spreken over hun op 17 nov. ingediende verzoek aangaande de verdeling van de boetes en confiscaties..
121
Gelezen is de door
Josephe Pallache ingediende remonstrantie met twee punten. Ten eerste vraagt
hij HHM te besluiten over de te verzoeken steun van de
koning van Marokko.
HHM verklaren hiertegen bezwaar te hebben, maar voelen zich nergens toe verplicht voordat zij de steun in de Republiek hebben ontvangen.
Ten tweede vraagt Pallache hem commissie te geven om namens HHM salpeter te laten maken in
Marokko en deze tegen een redelijke prijs aan hen af te staan.
Om precies te weten wat hij wil, vragen HHM hem dit verzoek op schrift te stellen. Na hiervan kennis genomen te hebben, kunnen zij dan een besluit nemen.
13
Gerrit Evertsen Roos c.s. verzoeken opnieuw om het door
Govert Govertsen tegen hen
aangespannen proces aan de
Admiraliteit te
Rotterdam
te onttrekken, omdat zij geen rechtspreekt
over
de hoofdzaak.
HHM gelasten de Admiraliteit nogmaals binnen veertien dagen een vonnis uit te spreken over de hoofdzaak. De executie van het interlocutoir uitgesproken vonnis zal worden opgeschort totdat over de hoofdzaak is gevonnist.
14
De declaratie van agent
Brederode vanwege zijn verblijf en bijkomende zaken
tussen 31 maart 1626 en 31 maart 1627 zal door de
thesaurier-generaal worden
onderzocht.
Daarna zal hij er verslag van doen.
15
Claes Gerritsen Compaen verzoekt om een nadere interpretatie van zijn pardon,
namelijk de verklaring dat hij niet gedagvaard kan worden en zijn
goederen niet in beslag genomen kunnen worden wegens de door hem op
zee
toegebrachte schade en gevolgen daarvan.
HHM zullen verklaren dat dit de bedoeling bij het geven van het pardon is geweest, doch willen dit eerst met Z.Exc. overleggen.
16
Op het op 6 nov. ingediende verzoek van kapitein
Cassiopijn, waarover de RvS advies heeft uitgebracht, wordt ook
het advies van de aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteiten
ingewonnen.
17
Kelffken, uit het Hof van Gelderland,
Schot,
Fagel,
Couwenburch,
Dedel en
Muilwyck, uit de Hoge Raad en uit het Hof van
Holland, en
Sas, uit het Hof van
Utrecht, zijn aangesteld tot reviseurs van
het door de
Admiraliteit te
Amsterdam
uitgesproken vonnis ten nadele van de
voormalige
pachters van de konvooien en licenten en ten voordele van
Bartholt Willemsen.