16/12/1627

 
English | Nederlands

16 - 12 - 1627

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Bochwolt dringt ter vergadering aan op een besluit over de door hem ingediende memorie, waarin hij HHM verzoekt om hun krediet voor 160.000 rijksdaalder op het collier van Engeland.
HHM zijn genegen de koning van Denemarken te gerieven voorzover dat in hun macht ligt, maar ze vinden hun krediet onder de huidige omstandigheden al teveel bezwaard.

2 Naar aanleiding van de op 13 dec. ingediende memorie van resident Vosbergen worden Lochteren, Nobel en Schaffer gecommitteerd om zijn intentie te vernemen en zijn voorstel op papier te zetten. Daarna zal hierover een beslissing worden genomen.

3 De gedeputeerden van Holland stellen voor om over de eergisteren uitgestelde zaak van Zevenbergen advies te vragen aan de RvS. De andere provincies stemmen hiermee in.

4 HHM conformeren zich aan oordeel van Holland, om over het verzoek en de eergisteren door hoofdconsul Witsen ingediende punten advies te vragen aan de Directie van de Levantse Handel .

5 De Bewindhebbers van de WIC verzoeken bewindhebber Michiel Pauw (die de Compagnie naar Frankrijk zendt om de vrijlating te bevorderen van de buit die haar door een Franse kapitein is ontnomen en te Calais is ingebracht) commissiebrieven mee te geven aan de koning en aan de gouverneur te Calais.
HHM staan dit toe en om hem voor arrestatie te behoeden zullen zij ook schrijven dat ze in verband met het grote belang van de bloei van de WIC op voordracht van de Compagnie hebben besloten Pauw te deputeren om met aanbeveling van de staatse ambassadeurs de koning precies te informeren over de situatie van dit schip, alsmede over de nadelige consequenties die de WIC en deze staat ondervinden wanneer hun schepen in Frankrijk worden gearresteerd. Om deze zaak te bespoedigen dienen de ambassadeurs Pauw aan te bevelen en verder alles te doen wat nodig is. Pauw moet reizen op kosten van de WIC en mag het land niets in rekening brengen.

6 HHM keuren het antwoord goed dat conform de resolutie van 8 dec. is opgesteld op de proposities van Carleton. Ook wordt het antwoord gelezen dat voor D'Espesses is opgesteld. Essen en Noortwijck moeten deze antwoorden1 aan de ambassadeurs overhandigen.

7 De RvS wijst het verzoek van de weduwe van kapitein Turner om een traktement af.
HHM leggen zich hierbij neer maar kennen haar eenmalig 150 gld. toe om daarmee te vertrekken en hen niet meer lastig te vallen.

8 HHM lezen de door de kanselier van de graaf van Oost-Friesland ingediende remonstrantie. Daarin verzoekt hij HHM hun krediet van 60.000 rijksdaalder, dat al ongeveer drie jaar is verstrekt, met nog drie jaar te verlengen. De graaf heeft daarvoor jaarlijks rente betaald.
De zaak wordt door de gedeputeerden van Holland in beraad gehouden.

9 Ter vergadering compareren kanselier Wiarda en Gerhardus Geerts, raad en landrechter van de graaf van Oost-Friesland. De kanselier deelt mee door zijn heer te zijn teruggeroepen, Geerts komt in zijn plaats. Deze dient zijn geloofsbrieven in. Hij verzoekt dit keer slechts om een resolutie op de eerder door de kanselier ingediende remonstrantie.
Hierop wordt geen besluit genomen. De kanselier wordt een goede reis gewenst.

10 Op het verzoek van Dirck Niesen en Frans Wolff van den Berge, kooplieden te Amsterdam, wordt geschreven aan Languerack en Mibaise, alsmede aan de gouverneur te Calais, om het schip en de goederen die zijn genomen door een Franse kaper uit Calais, terug te krijgen.

11 Ter vergadering compareren enkele gedeputeerden van de Admiraliteit te Amsterdam . Zij geven te kennen dat hun schepen gehavend in Vlissingen liggen. Zij kunnen deze vanwege geldgebrek niet laten uitvaren. Verder hebben ze ook geen voorraad touwen, kabels en ander gereedschap. Zij verzoeken om een aanzienlijke financiële steun, omdat het College zich anders niet staande kan houden.
Ook wordt in een brief van de Admiraliteit in Zeeland verzocht om financiële steun.
Een beslissing wordt uitgesteld.

12 Rantwyck, Sommelsdyck, Heemstede en Vosbergen nemen afscheid om hun ambassades naar Frankrijk en Engeland uit te voeren. Zij verzoeken HHM voortdurend met hen te corresponderen en iemand aan te stellen die hun de brieven bezorgt. Ook verzoeken zij om toezending van duplicaten van de brieven uit Duitsland en andere gebieden, opdat zij het landsbelang beter kunnen dienen.
HHM wensen hun een goede reis en succes bij de uitoefening van hun taak.
De presidenten zullen de correspondentie elke week laten bezorgen en hun ook de verzochte duplicaten toezenden.

13 HHM depêcheren ordonnantie op de declaratie van 870 gld. 12 st. aan lijnwaad die is gekocht ten behoeve van de legatie naar Frankrijk en Engeland.

14 De gedeputeerden van Holland verklaren op de brief van HHM d.d. 8 dec. betreffende de betaling van de ongerepartieerden de eerste vier maanden te hebben voorgeschoten en dat slechts Utrecht hetzelfde heeft gedaan. Er is echter met een aparte resolutie en op belofte van de provincies aangenomen dat Holland verder niets hoeft te betalen, voordat de andere provincies hun quote in de vier maanden hebben voldaan en de gerepartieerden betaald zijn.
Er wordt geen besluit genomen.

15 Een besluit op het verzoek van de leveranciers aan de Admiraliteit te Rotterdam de achterstallige betalingen te voldoen, wordt opgeschort. Eerst moet de staat van alle Colleges - die momenteel wordt opgemaakt - zijn ingediend.

16 Op het voorstel van Carleton om Jan Webster voor commissarissen te horen, worden Feith en Nobel aangewezen.

17 Een nader besluit over de op 30 nov. genomen resolutie betreffende het bouwen van het fort op Blauwgaren wordt overgelaten aan Z.Exc. en de RvS. HHM vertrouwen erop dat zij de kostbare werken niet laten aanbesteden of uitvoeren in een ongunstig jaargetijde. Men zou dan het risico lopen deze investering te verliezen.

1 De in het Frans gestelde antwoorden zijn geïnsereerd in S.G. 3186.